Een jaar of vijf was ik, toen ik voor het eerst van mijn leven verliefd werd. Tot over mijn oren. Op een kast. Een prachtige, donkerbruine kast met twee hoge deuren en eronder een brede la. Mijn ouders mochten hem ophalen bij kennissen die kleiner gingen wonen. Hartstikke handig voor in de schuur op de boerderij, dacht mijn vader en hij borg er zijn gereedschap in op.

De kast raakte een beetje in de vergetelheid omdat de schuur waar hij in stond niet dagelijks werd bezocht. Maar áls ik er was, kon ik het niet laten. Ik moest de kast even bewonderen, blies het stof eraf en opende de krakende deuren. Om vervolgens diep te zuchten. Zo’n eerste liefde vergeet je niet.

Toen ik jaren later door een nieuwe baan nogal plotseling op mezelf ging wonen, had ik meubels nodig. Ik keek mijn vader smekend aan en mocht de kast meenemen. Terwijl ik het gereedschap eruit haalde, werden er om mij heen blikken uitgewisseld. Welke gek wilde er nou zo’n vieze, oude, stoffige kast uit een schuur? Maar toen hij eenmaal in mijn nieuwe huisje stond, voorzien van een laagje frisse witte verf, werd er toch opeens anders naar gekeken.

Ik verhuisde een aantal keren en de kast verhuisde trouw met me mee. Ergens in de jaren ’90, toen de grenen-look op z’n hoogtepunt was, heb ik de kast laten logen. Want onder de verflagen en onder de oorspronkelijke donkerbruine buitenkant, zat een grenen binnenkant verstopt. De kast deed dienst als slaapkamerkast, huiskamerkast, kantoorkast en speelgoedkast. Waar ik hem ook neerzette, hij stond overal een prachtige kast te zijn. Ware liefde.

Maar zelfs met ware liefde gaat het wel eens mis. De kast paste niet in ons nieuwe huis en werd weer verbannen naar een stoffige schuur. Met bloedend hart. Af en toe zag ik hem daar staan en dan deed dat serieus pijn. Mijn mooie, geliefde kast stond een beetje te verpieteren. Dat verdiende hij niet.

Vorige week besloot ik hem op Marktplaats te zetten. Waar in no time een stel zich meldde dat serieus geïnteresseerd was. Toen ik hen een berichtje stuurde waarin ik vertelde dat ik akkoord ging met hun bod, moest ik even slikken. Ging ik echt afscheid nemen van mijn kast? Ja, dat ging ik doen. Een paar dagen later reed hun auto voor, om de kast op te halen.

Het stel vond de kast práchtig. Dat er aan de achterkant een plaat af was en dat de deur gerepareerd moest worden, deerde niet. Ik werd op slag gelukkig. Dít was wat ik wilde: nieuwe eigenaren die net zo blij waren met de kast als ik altijd was geweest. Met liefde laadden ze de kast in de aanhanger en ze vertelden enthousiast over de Bed & Breakfast die ze gingen beginnen, ergens tussen Zwolle en Kampen. Nu heb ik dus een leuk adresje voor over een tijdje, als alles daar op orde is. Want ja, oude liefde roest niet.

Jacqueline Bouwmeester

Jacqueline Bouwmeester

journalist | schrijver | moeder van vijf | jacquelinebouwmeester.nl | lifewith5.nl

7 Reacties

  1. Paulette Elens
    3 oktober 2016 at 13:14

    Ik heb al 3 dagen geen Facebook. Morgen komt de ‘puterman en ga ik delen. Dát is deze column absoluut waard!

  2. Jacqueline Bouwmeester
    2 oktober 2016 at 22:17

    Veel reacties van verschillende kanten op deze column gekregen. Wat leuk dat zo’n onderwerp blijkbaar iets kan oproepen 🙂

  3. B. Scheurwater
    2 oktober 2016 at 13:25

    Ja tegenstrijdig hè, de een wil elke paar jaar alles nieuw en een ander hecht aan spullen van (groot)ouders. Heb ook zo’n kast, van mijn ouders, ik hoop dat mijn kinderen ook een tehuis voor em zoeken als ik er niet meer ben en niet bij grof vuil zetten…

  4. Aad Rieken
    2 oktober 2016 at 11:32

    ”Ergens Tussen Kampen En Zwolle…..,
    Komt Straks Iemand Uit De Kast Rolle!”

  5. 2 oktober 2016 at 09:36

    Zouden maar meer mensen onderling zulke ware liefde kunnen tonen…

  6. Paulette Elens
    2 oktober 2016 at 09:23

    Ook deze zondagmorgen neem ik zelfs niet de tijd om eerst de contactlenzen in te doen. Koffie zetten, brilletje op en lezen! Je stelt me nooit teleur. Wat een heerlijke column! Dank je wel!

  7. Aad Rieken
    2 oktober 2016 at 09:09

    ”Te Kast En Te Keur!”