Editor's Rating

Een column die over de essentie van (het) leven gaat. Die de lezer meeneemt en kippenvel bezorgt. Die oprecht respect en bewondering meegeeft. Kortom een positief verhaal dat jou wel moet raken. Dat is voor de redactie een perfecte score. Top geschreven Miranda!

Het is een zaterdag en nietsvermoedend ga ik naar een verjaardag van een vriendin. We kennen elkaar nog geen jaren, maar we begrijpen elkaar vanaf de eerste ontmoeting. Dat schept al een band, zij het op afstand elders in het land.

Afijn, ik kom binnen, geef haar mijn felicitaties en het cadeau, en stel mij voor aan degenen die ik nog niet eerder gezien heb. Ik neem plaats tussen de jarige en een oudere man in. Ik schat deze man een jaar of vierenzeventig, vermoedelijk haar opa?

Na het eerste bakkie koffie raak ik aan de praat met deze meneer en al gauw laat ik vol trots een foto zien van alle vier mijn kinderen. Mijn glimlach kon niet groter, zo groos ben ik.

De meneer, ik zal hem voor het gemak Kees noemen, vertelt mij geen kinderen te hebben helaas, maar hij wijst naar de vrouw naast hem en zegt: ‘Dat is mijn nichtje en ik heb haar vanaf de luiers zien opgroeien’. Ik word voorgesteld aan die mevrouw, ik schat haar een jaar of vijftig, en meteen zie ik de glinstering in haar ogen als ze naar Kees kijkt en mij vertelt dat zij samenwonen.

Samenwonen? Huh? En voor ik kan vragen hoe dat zit, neemt Kees mij mee naar zijn wereld.

Een wereld waarin hij honderduit vertelt over zijn vrouw die leed aan dementie, hoe hij noodgedwongen moest verhuizen naar een kil appartement, waar zijn vrouw nog geen twee jaar heeft kunnen wonen voordat zij naar een verzorgingshuis moest verhuizen. ‘Het is nooit haar thuis geweest dat appartement’, zegt Kees, ‘en toen kwam ze te overlijden. Daar zat ik dan, tachtig jaar, in een appartement.’

‘Tachtig jaar???? Zei u nou tachtig? Ehh, hoe lang is dit geleden?’, vraag ik vol verbazing.

‘Veertien jaar is mijn vrouw nu dood’, zegt Kees. Ik ben verbluft! Zit ik met een man van vierennegentig jaar te praten terwijl ik dacht met iemand te maken te hebben van net vierenzeventig en in de bloei van zijn pensioen? Hierop valt zijn nichtje hem bij en zegt mij meteen: ‘Ja dat klopt echt, want ik ben vierenzeventig jaar’.

Hup, weer mijn gezicht op nonverbale verbazing, en ik kan niks anders zeggen dan RESPECT.

Afijn, Kees is aan het vertellen. Op het moment dat zijn vrouw overleed, stelde zijn nichtje en haar man voor om bij hen te komen wonen. Ze hadden een ruime bungalow en Kees kon zijn eigen plekje daar krijgen. ‘Dan ben je niet zo alleen, en jij hebt altijd voor mij gezorgd ome Kees, nu kan ik iets terugdoen.’ Kees verkocht zijn kille appartement en trok in bij zijn nichtje en diens man. Het rouwen om zijn vrouw werd daardoor een stukje ‘draaglijker’ omdat hij niet hele dagen alleen zat. Dat vond hij achteraf wel heel erg fijn.’Het noodlot sloeg een aantal jaren later toe, toen de man van zijn nichtje na een kort ziekbed ook kwam te overlijden. Daar zaten ze dan, samen in een grote bungalow en beiden een groot verlies meedragend.

Tot op de dag van vandaag wonen zij samen. Zoals Kees zegt: ‘We doen en delen alles samen, behalve een bed. En soms láát ik de mensen denken, omdat ik geen behoefte heb om het uit te leggen.’

Er is ook een moment geweest waarop Kees een hartaanval ternauwernood heeft overleefd, en hij heeft de chirurg die de pacemaker heeft geplaatst, hiervoor persoonlijk bedankt. Want wat was het geval?

Kees zegt al zijn hele leven: ‘Ik wil leven’. Ook wanneer hij een dokter moet bezoeken, zijn zijn eerste woorden: ‘Denk erom dat je je werk goed doet, want ik wil leven.’ Toen hij vroeg aan de chirurg waarom ze hadden besloten om een man van in de negentig een pacemaker te geven, zei de chirurg: ‘Ik heb niet eerder zo een kwieke man van uw leeftijd meegemaakt die zegt te willen leven. Dus gun ik het u om te leven, anders had ik u gewoon naar huis gestuurd.’

Kees wil leven. Kees leeft. En hoe!

Ik ben erg geboeid door het verhaal van Kees, en op het moment dat hij opstaat om naar huis te gaan, geef ik te kennen dat het mij een voorrecht is om hem ontmoet te hebben, en bedankt hij mij op zijn beurt voor het fijne gezelschap.

Zo zie je maar weer dat klaarstaan voor een ander, hoe klein ook, iets heel waardevols kan betekenen. In dit geval zijn beiden geholpen en kunnen zij beiden op hun leeftijd, nog volop genieten van elke dag die hen gegeven is. Ik heb diep respect voor Kees en zijn wilskracht om te leven, en diep respect voor zijn nichtje die zonder aarzelen haar lievelingsoom in huis nam.

Jullie leven.

En ik wil leven!

Miranda Blom

Miranda Blom

Miranda Blom | Crisiskaart consulent | Dichter @ elcamiroch.blogspot.nl Columnist maart 2016 - mei 2020 |

14 Reacties

  1. mary van der velden
    13 juli 2016 at 18:30

    <3 mooi dat mensen nog voor elkaar klaar staan

  2. 30 juni 2016 at 19:33

    Mooi om zulke mensen te ontmoeten. Fijn dat je het met ons gedeeld hebt 😊

  3. Marcel
    29 juni 2016 at 22:53

    👍🏻

  4. Nel Blom Oudshoorn
    29 juni 2016 at 15:04

    Wat een ontroerend verhaal Miranda mooi geschreven ben trots op je!!!