Column: Oergevoel

Traditioneler dan tijdens het barbecueën kan het rollenpatroon bijna niet zijn’. Terwijl de man het vuur aansteekt en de grill bedient, snijdt de vrouw in de keuken groenten en brood. Dat het cliché blijft bestaan, zou alles te maken hebben met het ‘oergevoel’ dat mannen krijgen als ze ‘heer en meester’ zijn over het vlees.

aldus een artikel in de krant van afgelopen dinsdag (20 mei 2014)

Ondanks dat wij sinds een paar jaar een gasbarbecue hebben – gaat zo lekker makkelijk aan – klonk het heel herkenbaar.

Miste alleen een kleine aanvulling:

Terwijl de man het vuur aansteekt, snijdt de vrouw in de keuken de groenten en het brood. De vrouw maakt de salade en de sausjes klaar. Ze marineert het vlees en rijgt de spiesjes met het vlees dat ze die middag bij de slager gekocht heeft. Vervolgens rijgt ze de ook de groenten aan de spiesjes waarvoor ze diezelfde middag in een lange rij stond bij de groenteboer. Ondertussen maakt ze de pindasaus klaar of heel soms op luie barbecuedagen warmt ze een kant-en-klare snel even op.

Ze haalt een doekje over de tafel en verwijdert vogelpoep van de tuinstoelen voordat ze ‘m dekt. Ze haalt de tuinkussens tevoorschijn die gezien de voorspelde regen in de berging liggen. Ze zoekt naar die ene BBQ-tang die de man nodig heeft. Man kan natuurlijk niet weglopen bij de barbecue vandaan. Ze wijst de man op een schroeilucht van aangebrand vlees. Ze zoekt naar de BBQ-vork die de man nu nodig heeft. Ze plukt de kinderen uit de zandbak en maakt de kinderen zandvrij. Ze schenkt drinken in voor de kinderen. De man is al voorzien.

Wonderbaarlijk is het de man gelukt om een biertje uit de koelkast te pakken zonder de barbecue onbewaakt te laten. De vrouw verwijdert de rauwe groenten en het aangebrande vlees van de spies. Ze snijdt het vlees voor de kinderen. Ze loopt naar de keuken om appelmoes te pakken. Ze loopt naar de keuken om een schone vork te pakken. Ze loopt naar boven om vestjes te pakken. Ze loopt naar de keuken om snoetenpoetsers en servetten te pakken. Zodra het vlees voor de vrouw klaar is, heeft ze geen honger meer na al het stokbrood met pindasaus. De vrouw lacht vriendelijk en eet het vlees smakelijk op.

De man neemt, zeer tevreden over al het goed bereide vlees, plaats op een tuinstoel tussen de barbecue en tafel in. De kinderen zijn het lange tafelen inmiddels zat en gaan nog even spelen in de zandbak. Man zegt: “Fijn hè, dat ik gekookt hebt.” Vrouw lacht beleefd en begint met het afruimen van de tafel. Ze verpakt de kilo’s aan te veel gemaakt vlees zorgvuldig in. Ze doet huishoudfolie over de onaangeroerde salade in de hoop dat het morgen nog goed is. Ze zorgt voor de toetjes en voor de koffie. Ze schenkt nu ook drinken voor zichzelf in.

Het barbecueseizoen is geopend. Of moet ik zeggen het oergevoel-seizoen?

eerder gepubliceerd op 22-5-2014