‘Mag tie op 4?’

Standaard klinkt in de auto die vraag van de jongste dochter als ze bij het wegrijden constateert dat paps weer gekozen heeft om te luisteren naar 1 van de eerste drie publieke nationale zenders of, nog erger, Radio Rijnmond. Achter nummer vier schuilt natuurlijk het kindvriendelijke radio 538 en buiten de talrijke reclameminuten om levert het omzetten meestal een tevreden tienjarige op. Afgelopen maandagavond was dat ook het geval toen Adéle zich liet horen met het uit 2015 stammende, liefdevolle ‘Under the Bridge’, waar het daaropvolgende nummer zo schril tegen afstak dat het vingertje naast me direct doorzapte naar een ander commercieel station. Wie schetst onze verbazing dat daar wederom Adéle begon te zingen over het water onder de brug.

‘Dat is wel supertoevallig pap!’.

Uiteraard ging ik mee in haar verwondering, terwijl ik me als droge wetenschapper meteen bedacht dat deze toevallige samenloop op 2 commerciële zenders nou ook weer niet zó toevallig was.
In het dagelijks leven maken we het immers vaak mee en soms in die mate dat je je redelijkerwijs mag afvragen in hoeverre het nog toeval mag worden genoemd. Neem nou gistermiddag. Terwijl in de keuken net iemand bezig is de halogeenlichten bij ons te repareren valt er door de schoorsteen een stuk hout naar beneden en kijken we allen direct beschuldigend naar de klusser in de keuken. Toeval.
Vorige maand kwam ik in de lift een collega tegen van 10 jaar geleden tegen, die ik ’s avonds toevoegde aan mijn linkedin-profiel, waar hij mij berichtte dat hij juist vandaag een mail had binnengekregen van een Noorse collega uit diezelfde tijd. Toeval.
Veel langer geleden werd ik ’s ochtends wakker uit een droom waarin mijn vader werd afgevoerd naar het ziekenhuis, waarna later bleek dat hij inderdaad in die periode onwel was geworden. Toeval?

Wat algemener: hoe vaak komt het niet voor dat je aan iemand zit te denken waarna die bewuste persoon ineens opduikt, hetzij lijfelijk, hetzij via telefoon, app of mail? Wanneer het iemand overkomt wil hij van geen toeval weten maar hij zal eenmaal bekomen van deze ogenschijnlijk paranormale ervaring toch moeten erkennen dat het veel vaker voorkomt dat wanneer hij aan iemand denkt, die persoon daarna in geen velden of wegen te bekennen is.
Is het toevallig als je net verhuisd bent naar de straat, of vervelender vanuit de straat, waarop de hoofdprijs van de postcodeloterij valt? Of heeft iets of iemand je tot die verhuizing gedreven?

Al gauw beland je met deze vragen in religieuze sferen; het grootste deel van de mensheid gelooft heilig dat toeval niet bestaat en dat alles in het leven een reden heeft. De bedevaart, gebedsgenezers en bepaalde stromingen van psychotherapeuten varen er wel bij.

Vooralsnog bevindt deze droge, schrijvende wetenschapper zich aan de andere kant van het spectrum en geniet hij van de soms onwaarschijnlijke toevalligheden die optreden. Hoe groot is bijvoorbeeld de kans dat je bij vijf spelletje pesten na intensief schudden telkens een rode boer omdraait bij de opening van het spel? Wanneer ik het goed bereken is de kans hierop 1 op 500.000. Uitgaande van 1*1/26*1/26*1/26*1/26.
Het gebeurde hier kort geleden aan de Fenacoliuslaan…

Ron v/d Berg

Ron v/d Berg

Zaterdagcolumnist (per 2016: 1x per 2 weken | ICT Beheerder | AVW atleet en vader van 3 dochters. Zie ook www.ronb1965.nl.

5 Reacties

  1. Aad Rieken
    21 januari 2017 at 10:49

    ”Die Tante Nel……,
    Die Weet Het Wel!”

  2. Aad Rieken
    21 januari 2017 at 09:38

    ”TOEVAL-LEN!”

    Ik hoop het in leven (n)ooit mee te maken…….,
    maar in enkele vorm bestaat het wel d(t)egelijk!

  3. (tante) Nel
    21 januari 2017 at 09:16

    Als je vindt dat toeval niet bestaat zou je een variatie erop los kunnen laten :” Het valt je toe”. Deze is van een -overigens geweldige dominee, die destijds hier woonde en waar men zich in een plaats in het westen des lands zich nu over mag verwonderen en aan verwarmen. Overigens een leuk stukkie weer , Ron. Ben het grotendeels met je eens. Groet

    • Ron
      22 januari 2017 at 00:21

      Dank je Nel! Dit past ook in de vraag of toeval bestaat:
      “In 1953 schreef Annie M.G. Schmidt de kinderroman Abeltje, waarin de hoofdpersoon met zijn lift in Amerika terechtkomt. Ook een mottenballen verkopende handelaar reist mee. Op een gegeven moment wordt deze man op dubieuze gronden (zijn mottenballen zouden genezende krachten hebben) tot president verkozen. Hij verknalt echter alles doordat hij het volk niet begrijpt. Hij maakt zich zeer ongeliefd en wordt uiteindelijk door het volk afgezet. Zijn naam: de heer Tump.”

  4. Wilmink
    21 januari 2017 at 09:00

    Top