In mijn beleving zijn er drie soorten inwoners van Maassluis. Soorten? Dat klinkt wat respectloos laat ik zeggen er zijn drie typen Maassluizers die ons stadje bevolken. Als getogen Hoekenees ben ik ooit Maassluis geraakt. Dat was geen bewuste stap, een verliefd hart stuurde mij in die richting. Ik ben in de eerste jaren een Hoekenees gebleven, ik voetbalde bij Hoekse Boys en daar ben ik gewoon blijven spelen. Mijn wortels lagen daar en ik ben geen club-hopper. Kortom ik was een vreemdeling in de stad, althans voor een deel want ik kende inmiddels wel veel mensen. Dat kwam door een bepaald type Maassluizer (de Sluizer) waar ik toevallig mee getrouwd was.

Maassluis leerde ik vooral kennen door de boeken van Maarten ’t Hart. Nu zullen velen zeggen dat ik daardoor verwrongen beeld van de stad heb gekregen. Nu geldt dat altijd en overal; elk verhaal van welke oude Maassluizer dan ook is een gekleurde versie door de eigen interpretatie. De boeken heb ik met veel plezier gelezen; ’t Hart is een verteller.

Ik heb slechts één fout kunnen ontdekken. Maarten schreef ergens dat Maassluis, met name het elektrische rioolgemaal aan het einde van de Patijnestraat, het middelpunt van het Noordelijk halfrond was. Als Geodeet weet ik met 100% zekerheid dat dit niet juist is.

Wel kwam ik tot de ontdekking dat er enige animositeit tussen de echte Sluizers bestond. De Sluizer is het eerste type, geboren en getogen in Maassluis en natuurlijk met een voorgeslacht dat generaties lang langs het Scheur ter wereld is gekomen. Het tweede type dat ben ik en velen met mij: de Maassluizer. Een vreemdeling maar een ingeburgerde vreemdeling. Ik ben Maassluizer geworden en ben dat met hart en ziel. Het derde type is de immigrant van buiten en is dat gebleven. Een buitenstaander.

Een ding is echter duidelijk een Maassluizer wordt nooit een Sluizer. Onmogelijk.

De Maassluise samenleving er nog steeds één van tegenstellingen. Ik hoorde vanmorgen het woord antagonist op de radio. Een mooi woord dat misschien wel voor een deel de Maassluise samenleving dekt. Antagonistisch op onderdelen. Het is een van laatste overblijfselen van de verzuiling die ooit welig tierde in Maassluis, als ik de Maarten ’t Hart en Maarten van Buuren mag geloven. Die tegenstellingen zijn er op onderdelen nog steeds.

Ik werd er laatst “slachtoffer” van toen ik werd begroet met “Hallo Griffo”. Het was een Sluizer met een VDL hart en ik ben een Maassluizer met een rood wit blauw hart. De tegenstelling zondag- en zaterdagvoetbal.

Bij mij is dat door toeval ontstaan doordat het mijn oma behaagde dat ik naar de School met den Bijbel zou gaan. Voor het voetballen leek de keuze ook gemaakt. Ik woonde om de hoek bij de vv Hoek van Holland, de zondagvereniging. Vele uren bracht ik daar door. Helaas mocht je pas gaan voetballen als je tien was en op dat moment zat ik al jaren op de Christelijke school en kreeg daar bijbehorende vriendjes met oudere broers die natuurlijk bij de zaterdagclub speelden. In de volksmond blijkbaar de “Griffo’s”. De gevolgen van een dergelijke keuze van mijn grootmoeder draag ik mijn hele leven mee.

Maar in mijn hart ben ik nog steeds het jongetje achter het doel van Dirk van Oosten bij de hoekse zondagclub.

Aad Solleveld

Aad Solleveld

Aad Solleveld

Columnist 2014-2016 | Gemeenteraadslid voor Maassluis Belang | Speaker bij Excelsior Maassluis | gastcolumnist 2018- 2022