Kinderboekenweek

Als vader van drie meiden moet er toch minstens één zijn die graag wil schrijven. De jongste van de drie, Norah vond de oproep meteen leuk, maar moest tot vandaag wachten voordat het zover was.

Ron van den Berg


Aulamiddag

Ik ben Norah. Ik zit in groep 7b van de Dijck. En daar heb je soms aulamiddag. Dan doen er mensen dansjes, sommige zingen en soms doen ze een gedichtje. En de oudste mag presenteren. Nu was mijn klas de oudste. Er werden lootjes getrokken en ik was de presentator samen met iemand anders. We moesten op de dag dat de aulamiddag was heel veel doen. En we hebben heel veel gemist om het een beetje te leren en het te maken en het te verdelen.

En toen uiteindelijk begon het …

De andere presentator heeft het beginwoordje gedaan en daarna nog wat dingen. Toen was ik en het ging goed. Ik heb ook een groepsdans gedaan: dat was ‘Wat een freaky leuke dag’. Daar zong ik het eerste stuk en toen dat klaar was zijn er nog meer mensen op gegaan. Nog twee van mijn klas met het lied: ‘Help ik weet niet waar mijn schoenen zijn’ die hadden het ook goed gedaan . Toen was het afgelopen en deed ik het eindwoordje.
Toen we uiteindelijk weer boven waren, zei de juf dat wij het supergoed hadden gedaan etc.

Toneel

Diezelfde middag ging ik naar toneel. Ik was iets te laat, maar wel op tijd om alles te doen.

We begonnen met een beginspel. Daarna zei de toneeljuf het thema waarvan ik de naam niet heb onthouden (was iets van azercacoil ). Dat is dat iemand iets zegt en dat je dan gelijk zegt waar je aan denkt. Bijvoorbeeld iemand zegt klok en als je dan denkt aan een huis zeg je ‘huis’.

We begonnen met dat je je moest voorstellen dat er een bal in je handen zat en die moest je gooien terwijl je een woord zei. Degene die de bal kreeg moest een ander woord zeggen waaraan die dacht als die dat woord hoorde en dat was grappig want het ging van blauw naar gedicht.

Daarna gingen we twee rijtjes maken (dat werd jongens tegen de meisjes) en toen zei de juf een thema zoals ‘ziekenhuis’. Als de eerste van het rijtje moest denken aan een ‘ambulance’ dan riep die dat en beeldde dat uit. De tweede van het rijtje moest dan zeggen waaraan hij dacht als hij het woord ‘ambulance’ hoorde. Als hij dan aan ‘sirenes’ dacht, moest hij dat roepen en uitbeelden en het team dat als eerst aankwam had gewonnen.

Daarna gingen we op een rijtje staan met onze schouders aan elkaar en dan zei de juf iets wat niet bestond en dan moest je doen wat je daarbij dacht en daarna gingen we kijken naar plaatjes uit boeken met figuren die nep waren. Dan moest je de leukste uitkiezen en dan vroeg de juf welke je de leukste vond. Dan maakte zij de ze groepjes en ik was met een jongen. Ik had iets met een trol dus hadden we gedaan dat die jongen de trol was en ik was zijn domme schoonmaker. En toen was de les voorbij.norah_maassluis

 

Norah Van den Berg

Norah Van den Berg

Norah van den Berg | Toneel | Basisschool De Dijck

5 Reacties

  1. 15 oktober 2016 at 20:39

    Die zoon had ik zeker uitverkoren voor deze column Aad. De mannelijke schrijvers hebben het in deze kinderboekenweek namelijk lelijk laten afweten.
    Norah zegt trouwens verontwaardigd dat ze Wel Toneel Speelt!

  2. Aad Rieken
    15 oktober 2016 at 10:39

    ”’n Gewetens vraag Ron!”

    Was er bij jou,’n zoon geboren….,
    zou je dan nou,hem uitverkoren!”

  3. Aad Rieken
    15 oktober 2016 at 09:40

    ”Norah Speelt Geen Toneel!”

  4. Aad Rieken
    15 oktober 2016 at 08:27

    ”AULA NORAH,(AH NOR)!”

    Ik Zit Op De Dijck,
    En Roep Van Den Berg.
    Smeek Nooit Om Gelijk,
    Dan Ben Je Pas Erg!

    (tussen 2 SS en ben je nog in slaap gevallen)