Zoals de lezer na mijn laatste column niet zal verbazen verliep onze pakjesavond vorige week zonder surprises en met gekunstelde rijmpjes, die het afgelopen jaar in vogelvlucht onder de loep namen.

Ook zo’n rijmpje kan zich echter ontpoppen tot een surprise, want zo mag je dat wel noemen als je 12-jarige dochter niet begint met ‘Sint heeft lang lopen denken wat hij jou moest schenken’ maar met ‘dit jaar was niet een van je beste jaren, maar dat laat ik nu even voorbij varen’. Je beseft dan direct dat er meer in die hoofdjes omgaat dan je als zogenaamd dichtbij staande ouder denkt te vermoeden.

Ander confronterend moment zat in mijn eigen rijmpje voor mijn oudste dochter die een half jaar geleden begonnen is met rijlessen. Per abuis meldde ik dat ze de Maassluise binnenwegen onveilig maakte met een Toyota, wat ze meteen pareerde met een minachtend klinkend ‘het is een Opel hoor pap!’

Prima voorbeeld van mijn verhouding tot dit type voertuig; het moet me van A naar B brengen, genoeg ruimte bieden voor 3 kinderen en liefst niet teveel brandstof verbruiken. Het zal me verder een zorg zijn in hoeveel seconden hij optrekt naar 100 km/uur, hoeveel pk ik onder de kap heb en welk merk het is.

Het enthousiasme waarmee vrienden soms kunnen verhalen over de technische mogelijkheden van hun blik op vier wielen is me geheel vreemd en ook van Formule-1-wedstrijden kan ik als fervent sportliefhebber niet echt warm worden, wat wel gebeurt als ik bijvoorbeeld de halsbrekende capriolen aanschouw van een Peter Sagan als hij op twee dunne bandjes snelheden van boven de 100 km/uur haalt in de afdaling.
Geheel conform bovenstaande begrijp ik ook totaal niet dat autobezitters zich druk kunnen maken over een krasje of een deukje in hun bolide, of deze nu nieuw is of niet. Om 1 of andere reden ervaren deze mensen zo’n lichte aantasting van het kille blik echter als een brute aanval op hun persoonlijkheid, welke met hand en tand verdedigd moet worden.
Het is voor mij sowieso altijd een raadsel geweest dat een garage voor het repareren van zo’n kleine oneffenheid soms duizenden euro’s durft te rekenen, terwijl je voor dezelfde prijs een prima tweedehands karretje kan aanschaffen, maar dat terzijde.
Wat me vooral intrigeert is dat genoemde personen vaak veel minder kritisch zijn waar het de gaafheid van hun eigen carrosserie en omhulsel betreft.
Waarmee ik deze keer wil afsluiten met de wervelende slogan: ‘liever een deuk in je blik dan een bult op je buik’.

Ron v/d Berg

Ron v/d Berg

Zaterdagcolumnist (per 2016: 1x per 2 weken | ICT Beheerder | AVW atleet en vader van 3 dochters. Zie ook www.ronb1965.nl.

1 Reactie

  1. Aad Rieken
    12 december 2015 at 08:29

    ”Ik Lig In Een Deuk,En Lach Me Een Bult!”