Als u het goed vindt, neem ik u even mee terug in de tijd. Ik ben rond de tien jaar en mijn zusje Iris is een paar maanden. We wonen in Rotterdam en mijn ouders hebben een Expeditiebedrijf. Het lossen en laden van schepen. Destijds was dat allemaal mankracht. Het spreekwoordelijk ‘onder de balen lopen’ dus. Omdat mijn vader nooit thuis is en mijn moeder het bedrijf van achter de telefoon draaiende houdt, moet er een kindermeisje komen. Ze zetten een advertentie in de krant en uit een stuk of tien gegadigden blijft – de van origine Engelse – Lizzy over. Ze krijgt haar eigen woonetage op de bovenste verdieping. Zo is ze altijd beschikbaar.

Omdat we al een werkster hebben, hoeft Lizzy zich alleen over Iris te ontfermen. Van ’s morgens uit bedje halen tot het ’s avonds weer instoppen en dat doet ze voortreffelijk.

Tóch is er iets met Lizzy, meen ik. De manier waarop ze mij aankijkt, vooral ’s morgens omdat ik geen brood wil eten. Nadat mijn moeder heeft gezegd dat ik dan alleen yoghurt en vers fruit eet, houdt ze op mij te terroriseren. Blijft het feit: ze mag mij niet en het genoegen is geheel wederzijds.

Ik vertel mijn moeder dat er iets raars is aan haar ogen, want die staan altijd heel donker. Omdat ik een fantasierijk kind ben wordt het weg gewapperd. Als ik ’s avonds naar bed ga doe ik inmiddels, na een week of twee, mijn slaapkamerdeur op slot. Ik meen namelijk dat ze een paar keer ’s nachts voor mijn deur staat.

Ik kan haar dan zwaar horen ademhalen.

Op een middag kom ik eerder uit school. Er is niemand thuis en ik ga op zoek naar mijn zusje die niet beneden in de box zit. Ik hoor een aantal stemmen richting de kamer van Lizzy en blijf dus halverwege de trap staan omdat ik haar en het bezoek niet wil storen. Ik kan duidelijk 1 mannen- en 3 vrouwenstemmen onderscheiden. Tussendoor hoor ik het grommen van een hond en dán slaat de paniek toe, want ik weet niet hoe het met mijn zusje is en vlieg dus naar beneden.

Gelukkig komt mijn moeder al gauw thuis en later gaan we samen naar boven.

Behalve Lizzy zit er NIEMAND in de kamer. Iris ligt op haar speelkleedje te slapen en mijn mond valt open van verbazing.

Weer zijn er die donkere, lege ogen die me aankijken.

Een paar dagen later krijgen we bezoek. Twee heren van de recherche. Ik word de kamer uitgestuurd (zo ging dat vroeger) maar leg één van mijn Akai-oortjes tegen de deur om te horen wat er wordt gezegd.

Lizzy, zo blijkt uit het gesprek, is weggelopen uit een inrichting. Voordat ze bij ons kwam werken had ze een week lang een dwangbuis aangehad. Mijn moeder mocht blij zijn dat we nog leefden, want in een vlaag van woede had ze ons van alles kunnen aandoen.

Ze wordt met list en bedrog platgespoten en naar beneden gehaald. Er zijn vier broeders voor nodig om haar de trappen af te krijgen. De balustrade trekt ze er zonder moeite uit en het duurt zeker een half uur voordat ze buiten staat. Gedurende die tijd gromt ze als een hond en tussendoor tellen mijn moeder en ik wel vijf verschillende en protesterende stemmen.

Paulette Elens

Paulette Elens

Paulette Elens | Zondagcolumnist [ sept 2015 - sept 2016]

13 Reacties

  1. Aad Rieken
    17 februari 2016 at 19:15

    ”Droom En Vrees-man”

  2. Aad Rieken
    16 februari 2016 at 19:46

    ”Nu Is Het Wachten Op Louis Van Gaan”

  3. Aad Rieken
    16 februari 2016 at 12:26

    ”Gooi De Wolf Voor De Leeuwen”

    Gio Wil Geldwolf Advocaat,
    Als Klankbord Voor Z’n Groep,(lees kop).
    Dat Is Voor John En Dubbel Wim,
    Toch Wel De Grootste Strop!