column nr: 259

Donald Trump die zo nodig wilde bewijzen dat hij de grootste heeft. Je zag het afgelopen week ongetwijfeld voorbijkomen op televisie: “Mijn staat van verdienste is ongeëvenaard.”

Hij begon zijn speech bij de VN met het ophemelen van zichzelf als de Amerikaanse president die in korte tijd veel meer heeft bereikt dan vrijwel al zijn voorgangers. Het leidde tot geroezemoes en besmuikt gegniffel onder zijn toehoorders.

Het grootste ego heeft hij in ieder geval wel. Wat een vlees geworden zelfingenomenheid en wat een volkomen misvormd beeld van de werkelijkheid heeft hij.

Het zal je president maar zijn.

Onze premier Rutte kan er ook wat van. Die doet of er geen vuiltje aan de lucht is. Dat is er letterlijk genomen ook niet, maar wel veel vuil in zijn achterban en dan met name de wannabe politici die op lokaal of op landelijk niveau volkomen hun hand overspelen. Dat is bij zijn partij bijna een voorwaarde om mee te kunnen draaien.

Overigens speelt het bij alle partijen zowel landelijk als lokaal.

Er zijn meer politici die inmiddels onder het vergrootglas liggen. Alexander is ogenschijnlijk de laatste Nederlander die beseft dat Meneer Pechthold zwaar over de datum van houdbaarheid heen is. Iedereen maakt fouten, iedereen heeft spanningen binnen zijn relatie, iedereen krijgt gratis een flat van een vriend als weggevertje, toch? Dan mag je daarover mooi weer spelen, je mag proberen het voor de buitenwacht verborgen te houden. Maar het komt een keer aan het daglicht en dan hang je.

Dan liggen imago en integriteit bij het grofvuil en je garderobe op straat. Daar is het gat van deur en bedankt, hé!

In het dagelijks leven zie je velen de werkelijkheid een eigen kleurtje meegeven, wat aanleiding geeft voor protest en kritiek.

Ben je bovenmatig achterdochtig van nature, zie je overal complotten, vals spel, dan roep je ‘FAKE NEWS’. Bedenk dat het meestal die mensen zijn die zelf dat mechanisme hanteren en daarom alle anderen ervan verdenken.

Nietwaar, Donald?

Fake news – namaak nieuws – is in essentie datgene dat naar buiten wordt gebracht als een feit X maar dat onwaar is of de vertekening is van een objectief bezien feit Y. Het probleem zit hem erin dat objectiviteit (onpartijdigheid, onafhankelijkheid) door de gemiddelde mens argeloos wordt toegekend aan media. Televisie, radio, kranten, nieuwssites, websites.

Ze worden nogal eens beschouwd als dé brengers van de waarheid. We horen, zien of lezen wat wordt gedeeld, maar we weten niet wat er is weggelaten of bijgesteld.

Zodra er een foto of verslag van een situatie is gemaakt, begint de framing.

We zien immers niet wat eraan voorafging of erop volgde. We zien niet wat er op dat moment buiten beeld gebeurt. Foto nabewerken en videomontage vertekent reeds wat er zich afspeelde. We kunnen geluidsfragmenten en beeldfragmenten misbruiken om op suggestieve wijze anderen te beïnvloeden. We kunnen tekst wijzigen, tekst toevoegen of weglaten.

Kortom: wat is dan het objectief feit?

Het doet mij denken aan Plato die ooit schetste hoe mensen in een grot leefden en de schaduwen op de muur beschouwden als weergave van het werkelijk leven. Ze wisten niet beter. Het waren verganklijke, veranderlijke beelden die niet veel zeggen over de feitelijke werkelijkheid.

 

Deerniswekkende mens der 21e eeuw

Plato’s probleem geldt ook voor de gemiddelde hedendaagse mens. “Het stond op Facebook, het stond in de Privé, Albert vertelde het. Matthijs zei het, Mark stelde het, Alexander verklaarde het”.

We geloven zoveel zonder het te (kunnen) controleren. Het probleem zit hem erin dat niemand overal tegelijkertijd kan zijn. Voeg daarbij dat we een matig objectief waarnemingsvermogen hebben, wat nog verergerd wordt door een slecht geheugen.

De vele moderne hulpmiddelen zouden door hun snelheid de mens naar een hoger niveau moeten helpen. Voorlopig zie ik echter een tegengestelde beweging. De mens wordt lui.

Voorbeeldjes?

  • Wie onthoudt nog zijn afspraken? We vertrouwen blind op ons digitale agenda dat die ons tijdig waarschuwt.
  • We pakken een probleem met iemand niet aan van aangezicht tot aangezicht maar ‘appen’ erop los met veelal foute interpretaties over en weer.
  • We kent er nog telefoon nummers uit zijn hoofd?
  • Als je aan iemand vraagt wat ‘de gulden snede’ is dan sturen ze je een link naar een webpagina waarop dat wordt uitgelegd, zonder dat ze het zelf kunnen uitleggen.
  • We rijden naar een bestemming in blind vertrouwen dat we aankomen op de gewenste plek. Velen weten niet eens hoe de route dan is en of ze wel naar de juiste plek rijden.

We zoeken het op” is een goede aanpak voor de kwis “Twee voor Twaalf”, maar niet continu voor je dagelijks functioneren. We hebben onze hersenen niet voor niets.

Wat zegt al dat voorgaande over ons kritisch denkvermogen? Ik weet het niet, maar ik ga daarover wel goed nadenken.

Jij ook?

 

PS nog een voorbeeld. De bovenstaande verwijzing naar Plato maakt jou nieuwsgierig, maar je bent te lui geworden om het op te zoeken. Vooruit dan maar hier staat de samenvatting.

Klik op de PLUS:

De allegorie van Plato
De allegorie van de grot is een van de bekendste verhalen uit de filosofie.


Socrates is daarin in gesprek met de broers van Plato: Glaucon en Adeimantos, en vraagt hen om zich een grot voor te stellen die verbonden is met de buitenwereld door een smalle gang. Er zitten mensen in de grot; zij zijn vastgeketend met dikke kettingen waarvan de boeien hun armen, benen en nek omsluiten. De nekboeien zitten zo strak dat de grotbewoners gedwongen zijn één kant op te kijken: met hun ogen op een rotswand gericht. Ze kunnen zien, dus er moet een lichtbron aanwezig zijn. Het licht komt niet van buiten, maar van een vuur achter de gevangenen. Tussen hen en het vuur loopt een weg waarlangs een scherm is geplaatst. Achter het scherm lopen poppenspelers heen en weer die poppen en andere voorwerpen boven het hoofd houden. Het licht van het vuur zorgt ervoor dat er schaduwen worden gevormd, die de gevangenen weer waarnemen op de rotswand waarnaar ze kijken.


De allegorie van de grot staat in het zevende boek van De staat. 


Over wat Plato precies met zijn grotparabel bedoelt, bestaat nog altijd onenigheid. De gangbare interpretatie is dat de gevangenen een illusoir spektakel wordt voorgehouden, terwijl de werkelijke wereld zich buiten de grot bevindt. Wij zijn volgens Socrates als de geketende grotbewoners die nooit iets anders hebben gezien dan de schaduwen die door het vuur worden geworpen op de rotswand.


De pijn en moeite die de gevangenen moeten doen om zichzelf te bevrijden van hun ketenen, staan voor de lange weg die wij mensen moeten afleggen om het Goede, Ware en Schone te bereiken. Alleen degenen die de verleiding van de aardse geneugten kunnen weerstaan, zijn in staat de grot te verlaten en kennis te nemen van de werkelijkheid erbuiten.

 

 


 

Jelle Ravestein

Jelle Ravestein

Columnist | Schrijver | Dichter | Mensenslijper | Aan de andere kant | Business Consultant | Filosoof | Spindoctor | Ethicus | Moralist | Ironicus | Satiricus | Sarcast | Zoeker | Cynicus |Mens | Relativist | Aan(dekaak)steller | Vrijdenker | Optimistische realist
■ ■ ■ ■ ■
■ SCHERP AAN DE WIND ZEILER
■ subtiliteit & humor tegen benauwde kaders
■ Wereldburger in een stadje met dorpse denkbeelden.
■ Dichters, schrijvers, cartoonisten en columnisten corrigeren? U heeft nog veel te leren!
■ If you can not stand the heat: get out of the kitchen
■ Democratie is ook maar een woord
■ Elke les is er één.
■ Schrijven is een kunst, lezen des te meer.
■ Ik ben niet anders, ik kijk anders naar de dingen.
■ ■ ■ ■ ■

2 Reacties

  1. Aad Rieken
    2 oktober 2018 at 07:44

    Een Oli(e-dom)-Fant(ast) Heeft “Altijd” De Grootste!

  2. Bea Scheurwater
    1 oktober 2018 at 14:20

    Amen, en het blijft altijd X en Y ondanks genderneutraal