column nr: 57

We zijn allemaal wel bang voor iets. Als kind zijnde leer je dat dingen gevaarlijk zijn. Om de haverklap hoor je: “Kijk uit, pas op of nee dat is gevaarlijk”. Opeens is de wereld een groot mijnenveld met levensgevaarlijke obstakels. De eerste angsten komen. Bang om te vallen, voor pijn. Pas toen ik zelf mama werd, zag ik de gevaren die dagelijkse gebruiksvoorwerpen met zich meebrengen. Want zodra die baby gaat kruipen is letterlijk niets meer veilig voor die grijpgrage handjes en vliegensvlugge vingertjes.

Daarnaast heb ik een lichtelijke angst voor alles op vier tot pak hem beet acht poten, die over het algemeen niet groter zijn dan mijn hand. Muizen, ratten, maar ook wespen, oorwurmen en spinnen. Ik moet er niks van hebben. Om ervoor te zorgen dat mijn dochter niet dezelfde angst zou ontwikkelen, heb ik in de loop van de jaren mijn stalen-zenuwen-gezicht al heel wat keren tevoorschijn getoverd. Met het angstzweet tussen mijn billen heb ik dan ook al aardig wat van bovengenoemde exemplaren vakkundig uit mijn huis verwijderd. Al moet ik wel toegeven dat ik niet altijd even heldhaftig of überhaupt nadenkend te werk ben gegaan. Zo had ik ooit het lumineuze idee om een omgekeerde pan bovenop de muis in mijn wasbak te gooien. Wat ik daarmee wilde bereiken weet ik overigens nog steeds niet. Alsof een muis onder een pan minder eng is als een muis in een wasbak, maar goed. Mijn plan mislukte faliekant en ik kreeg het zowaar voor elkaar om het arme diertje te onthoofden. Uiteindelijk mocht mijn vader de gehalveerde muis opruimen. Niet echt een briljant plan dus. Met spinnen en andere kruipers gaat het iets makkelijker. Die gaan steevast de stofzuiger in. Toch, ondanks mijn uitstekende acteerkunsten, is mijn dochter panisch voor spinnen. Keer op keer verwijder ik het gevaarte met een bonzend hart, maar zonder gegil of rare bewegingen. Tot vandaag. Vandaag maakte ik kennis met Harry.

De wekker ging. Slaapdronken liep ik naar beneden om de hond uit te laten. Nog niet helemaal gewend aan de omslag in het weer wilde ik mijn slippers aantrekken. Nog net op tijd bedacht ik me. Door het gebrek aan koffie had ik niet de moed om weer naar boven te gaan voor sokken. Dan maar met blote voeten in mijn schoenen. Mijn Nike Air Max wel te verstaan. Zonder er verder bij na te denken stopte ik mijn voeten erin.  Dat is gek. Mijn rechterschoen zat opeens niet meer lekker. Nog steeds slaapdronken maakte ik, naar wat later bleek, een hele stomme fout. Zonder aarzeling stak ik namelijk mijn hand in mijn schoen. Al snel had ik de blokkade te pakken en trok het eruit. Zelf in het donker en nog steeds half wakker, had ik door wat ik eruit getrokken had. De schoen vloog door de lucht en ik gilde zo hard dat er vast een paar buren wakker zijn geworden. Daar was Harry.  Ik noem hem zo omdat hij zo groot was dat ik hem met gemak een riempje om had kunnen doen om hem uit te laten. Harry was groot genoeg om op zichzelf te wonen. Wat zeg ik, die vent verdiende een hele eigen postcode!

Mijn hart ging tekeer en het zweet stond op mijn voorhoofd. Met trillende vingers deed ik het licht aan. Mijn schoen lag twee meter verderop. Maar waar was Harry? In paniek keek ik rond. Ik durfde mijn schoen niet meer te pakken. Wat als hij er weer in was gekropen? Toegegeven, onze Harry heeft wel smaak. Hij is niet zomaar in de eerste de beste schoen gekropen. Nee, onze Harry had klaarblijkelijk eisen voor zijn eigen huisvesting. Maar deze handige Harry was hem dus wel mooi gevlogen.

Dus zat er niets anders op. Nog steeds natrillend trok ik mijn slippers aan en stampte op mijn schoen alsof mijn leven ervan afhing. Kon mij het boeien dat mijn schoenen dan vies zouden worden. Ik trok ze toch nooit meer aan. Ondertussen naar mijn dochter schreeuwend dat ze boven moest blijven alsof er een moordenaar in huis rondliep. Ik hoopte, smeekte bijna dat Harry nu dood onder de schoen was. ONDER en vooral niet in. Ik schudde, keek met een zaklamp, schudde nog een keer. Harry was nergens te vinden. Dan maar op slippers naar buiten en koude tenen. Terwijl ik de hond uitliet begon ik te twijfelen. Ik was inmiddels klaarwakker, maar twijfelde toch of het geen nachtmerrie was geweest. Had ik het wel goed gezien? Het was nog best donker. Ik zou straks een propje papier vinden en dan keihard lachen.

Ja, dat was het. Ik had me gewoon vergist. Na mijn ronde deed ik de deur weer open. Hing mijn jas op de kapstok. Deed mijn slippers uit en…

Harry had heel lief op mij zitten wachten. Als een puppy die niet kan wachten zijn baasje te zien kwam hij op me af. In een reflex pakte ik de schoen. Zijn favoriete. En begroete hem met de onderkant ervan. Helaas voor Harry heeft hij deze begroeting niet overleefd.

Inmiddels is Harry in besloten kring begraven. Uit respect voor het beestje zal ik de komende tijd mijn geliefde Nike Air Max niet meer dragen. Ik heb nog even gedacht om Harry erin weg te brengen, maar mijn bankrekening protesteerde helaas. Of ik ze ooit nog ga dragen durf ik niet te zeggen. Alles aan die schoen doet me aan Harry denken. En ja, ik kan eerlijk zeggen dat naast mijn dochter, ook ik nu panisch ben voor spinnen! Harry laat een vrouw en 382 kinderen na. Deze zijn, met oog op de toekomst, op zoek naar andere woonruimte. Hebt u een kamer beschikbaar, neem dan contact op met de redactie zodat we iets kunnen regelen.

Rust zacht Harry!


 

Editor's Rating

Geschreven met humor, zelfspot en zelfkennis. Hilarisch. Wat wil je je nog meer van een column op een maandagmorgen?
Helga de Lelij

Helga de Lelij

Helga de Lelij│ Maandagcolumnist per 7/2017 │ Vrouw met kind en manloos huishouden │ Levensgenieter │ Blogger bij Love2bemama, FleurFlirt en Ik ben Helga │ (HRM bij Tedecon) │ Hard voor weinig en altijd… Ehm nooit.. Ehm dat dus!

1 Reactie

  1. Aad Rieken
    9 september 2019 at 10:07

    “Helga Sla Muis!”

    Slak in Maassluis heeft (g)een huis voor muis!