column nr: 8

Heppie niet dat heppieje…? 

Deze column is speciaal voor iedereen die het monster van depressie ooit in zijn leven is tegengekomen. Daarnaast is deze column voor iedereen die zich hierin niet herkent (halleluja!), maar graag begrip heeft voor mensen met een een depressieve stoornis.

Vanaf dat ik mij kan herinneren zijn er lange periodes in mijn leven dat alle levenslust lijkt te verdwijnen en dat ik op moet werken tegen een zware weerstand. Therapeuten gaven mijn gevoel een naam: ‘een dysthyme stoornis ‘ (een vorm van depressiviteit). Misschien heb jij ook last van één van de vele vormen van depressiviteit. Mijn korte verhaal hieronder is niet per se een verhaal van hoop of troost. Ik heb niet de oplossing voor je klaarliggen. Ik probeer alleen het gevoel onder woorden te brengen, dat misschien een vorm van herkenning kan geven. En herkenning kan leiden tot verbinding. En dan misschien stiekem toch nog tot een stukje troost… Ik ben niet trots op dit fenomeen in mijn leven, maar schrijf er bewust over, omdat ik merk dat er veel schaamte rondom dit onderwerp is. En dat is helaas ook precies zoals ik het zelf ervaar. In een aantal van mijn vorige columns schreef ik over het belang van kwetsbaarheid en nu voeg ik de daad bij het woord.

04-05-2015

Moeizaam sla ik de dikke warme deken van me af. Een zucht volgt, deze deken is mijn troost. Kan ik vandaag de dag wel aan? Na het ochtendritueel van douchen en aankleden voel ik me uitgeput. Ik wil terug en verdwijnen naar die warme zware deken, die me een gevoel van veiligheid geeft. Ik wil mezelf opkrullen als een baby in de buik van haar moeder. En maar een beetje dobberen in dat warme water…

Ik kan de gedachte niet weerstaan: Wat als ik de wereld om me heen vandaag gewoon vergeet? Alles gewoon laat stikken? Doe alsof ik niet besta? Zo erg zal het toch niet zijn, er zal toch niemand dood gaan? Mijn verantwoordelijkheidsgevoel wint het van me en ik vervolg de dag.

De eerste vraag volgt: “Goedemorgen Paula, alles oke?” “Ja hoor, alles oké…” Ik ga vooral niemand lastig vallen met mijn gevoel. Alles om me heen moet vooral zo normaal mogelijk blijven. Een volgende vraag volgt een uurtje later: “Ha Paula, hoe is het met je?” Ik hoor mezelf wat feiten noemen, om maar niet over mijn gevoel te hoeven praten. Ik heb een hoop lieve mensen om me heen die om me geven. De derde die het vraagt is een close vriendin, die dwars door me heen prikt. “Nee, ik voel me inderdaad niet goed…” Oh nee, ze wil er ook nog over doorpraten. Ik voel de tranen hoog zitten en de schaamte komen. Ik voel me als een blok aan ieders been.

‘Heppie niet dat heppieje wat ik heb vandaag?’ Nee. En gisteren ook niet. En eergisteren ook niet. En daarvoor ook niet. Ik kan me eigenlijk even niet heugen wanneer ik dat heppieje gevoel nog had. Ik herken het wel hoor: dat heppieje. Ik ben niet altijd zo… Maar de draak is weer gearriveerd. Of het monster, of hoe je dit beest ook wil noemen.

Onaangekondigd neemt hij zo nu en dan plaats in mijn leven. Heel spontaan, dat is hij dan weer wel. Hij duwt me naar beneden. Hij ontneemt me mijn levenslust, mijn onbevangenheid en al het lichte in het leven.

De glans in mijn ogen maakt plaats voor een doffe waas. Ik voel een continue schaamte, een leegheid en een knoop in mijn maag. Een psychische buikpijn die fysiek voelbaar is. De dingen die ik normaal gesproken interessant vind, kunnen me nu weinig tot niks schelen. De bezigheden, waar ik normaal gesproken van geniet, doe ik nu met tegenzin. Ik wil niet alleen zijn, maar met mensen om me heen weet ik me geen houding te geven. En weer dat gevoel van schaamte… Alsof ik in mijn nakie sta en iedereen me aan staart.

En stel me alsjeblieft geen vragen… En hou op over keuzes. Ik wil niet kiezen. Het lukt me niet. Ik kan het niet. Ik voel me blanco, leeg. Mijn normale gevoel voor voorkeuren ben ik kwijt. Wat vind ik leuk? Wat wil ik eten? Wat wil ik doen? Ik weet het even niet. Ik weet niet wat ik wil. Even niks geloof ik. Maar niks is dan ook weer zo leeg.

Ik voel me alleen. Onbegrepen. Hoe leg ik uit aan anderen, dat het even anders gaat? Dat ik even half defect ben? Gebroken. Kapot. Ik voel me een ander mens. Wanneer komt Paula terug? De Paula die kan lachen en grapjes maakt? Die gepassioneerd is over dingen en ergens voor gaat? Al die vragen blijven voor nu even een onbeantwoord raadsel, totdat de zon weer opkomt en het monster zo spontaan als hij komt weer via de achterdeur verdwijnt.

Ik weet wat ik wil. Eén ding verlang ik: mijn warme deken… Mag ik…. alsjeblieft…. nog even terug naar mijn warme deken?

© PR

© PR

Paula Korpershoek

Paula Korpershoek

Paula Korpershoek | Zondagcolumnist van 8-2018 tm 5/2019 | Vanaf 6/2019 Invalcolumnist bij gelegenheid | De Doorsluizer | Bestuurslid en fulltime 'doorsluizer'

2 Reacties

  1. Aniet
    24 februari 2019 at 11:30

    Zo herkenbaar zo waar en dan de schaamte. Maar mij is geleerd niet klagen maar dragen. Al moet ik toegeven het dragen wordt steeds zwaarder voor mijn schouders.

  2. Rudi Spermon
    24 februari 2019 at 09:24

    Zeker heel herkenbaar en ook ik heb de oplossing niet. Als je bijvoorbeeld zonder werk zit en niet weet hoelang je de huur nog kan betalen en je ook niet weet welk werk je zou willen doen. “Je moet alles aanpakken”, lieve suggesties van vrienden en jij denkt “ben ik hiervoor op de wereld gezet?”
    Uiteraard ben je dan niet vooruit te branden en je voelt de meningen om je heen.
    Wat mij wel een beetje helpt is helemaal in het nu te zijn. Juist niet denken aan morgen of volgende week. Kijken wat ik wel heb, de zon schijnt terwijl ze sneeuw hebben in Istanboel waar ik jaren heb gewoond, ik ga straks mijn vader verblijden met een bezoekje. Hij moet zich ook maar zien te redden zonder mijn moeder. Morgen kook ik Indisch voor zijn verjaardag, de schat.
    Ach, het valt toch ook wel weer mee, we zijn niet alleen en bij echte vrienden kan ik wel terecht.