Betaalmiddelen uit het verleden zoals vee, schelpen of zout waren – door hun gewicht en omvang – niet handig in het gebruik. Munt- en papiergeld waren een stuk gemakkelijker maar nog niet ideaal, denk maar aan Dagobert Duck met zijn grote geldpakhuis. Pas met het huidige “plastic” geld verdwenen de nadelen: vijf miljoen euro of vijf, het maakt niet uit in gewicht en omvang.
En dat hebben we geweten. Schrapende graaiers kunnen nu veel meer betaalmiddelen onopgemerkt oppotten dan ze nodig hebben voor hun primaire levensbehoeften. Betaalmiddelen krijg je meestal door een of andere klus voor een ander te doen. De hoeveelheid betaalmiddelen die je daarvoor krijgt ligt echter gevoelig in onze maatschappij en is een terugkerend onderwerp van discussie, zowel bij de borrel als in de politiek.
Verdienen
Vrijwel niemand vindt het een probleem als eerlijke zelfstandige ondernemers veel geld verdienen. De discussie gaat vooral over bestuurders bij de semioverheid, die worden immers met belastinggeld – ons geld – betaald. Recent is daar de private sector – voor zover die maatschappelijke kerntaken vervult – bijgekomen. Voorbeelden zijn zorgverzekeraars, banken, energiebedrijven, telecommunicatiebedrijven, woningcorporaties of luchthavens.
De meningen over wat een maatschappelijk aanvaardbare beloning is lopen sterk uiteen. Breed geaccepteerde factoren die mogen meetellen zijn o.a. de duur van de benodigde opleiding, de verantwoordelijkheid van de functie, het arbeidsrisico, het aantal gewerkte uren, onregelmatige diensten en schaarste aan geschikte personen. Maar ook of iemands imago bij de functie past is belangrijk, neem bv. een prominente PvdA-politicus die na zijn premierschap goedbetaalde commissariaten bij een bank en multinationals accepteerde. Een VVD-er of CDA-er zou er goede sier mee maken maar deze ex-FNV-voorman werd beschuldigd van verraad.
Overheid en semioverheid
In 2006 kwam er de vrijwillige “balkenendenorm” die inhield dat openbare bestuurders maximaal 130 procent van een ministerssalaris mochten verdienen. Dat werkte natuurlijk niet en sinds 2013 geldt de “Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector” (WNT) waarin o.a. maxima zijn aangegeven voor salarissen en ontslagvergoedingen. De WNT verbiedt bonussen en topfunctionarissen zijn verplicht hun inkomens openbaar te maken. Recent werden plannen gelanceerd om het maximum van deze WNT-salarissen verder te verlagen tot ruwweg dat van een minister.
Veel (te-)veelverdieners gedroegen zich ineens als gebeten honden en krijsten als speenvarkens dat ze dan geen kwaliteit meer konden leveren. Je zou hier tegenin kunnen brengen dat de laatste jaren ettelijke malen is gebleken dat een topsalaris bestuurders niet beschermt tegen het leveren van prutswerk en evenmin tegen corruptie. Arrogante en narcistische bestuurders van woningcorporaties stonden wat dit betreft hoog in de top 10.
Private sector
Private sectoren met maatschappelijke kerntaken liggen nu ook onder een vergrootglas. Enkele bedrijven die pas nog met belastinggeld van de ondergang moesten worden gered, hebben hun bestuurders absurde bedragen gegeven bovenop hun riante beloningen.
Argumenten waren dat het “niet tegen de wet was”, dat “in het buitenland nog veel meer wordt verdiend” en dat ze er feitelijk op achteruit gingen omdat ze minder méér kregen dan waarop ze recht hadden. Ze hebben de verhogingen weliswaar teruggedraaid maar alleen omdat de maatschappij en hun eigen personeel het niet pikte, niet omdat ze bij nader inzien de verhogingen ongepast vonden, integendeel.
Stuitend was het recente optreden van de voorzitter van de raad van commissarissen van onze met ruim 30 miljard euro * belastinggeld geredde bank tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. Deze veredelde ambtenaar leek het contact met de maatschappij een ietsepietsie te zijn verloren maar het kan ook dat hij – wars van het oude “noblesse oblige” – gewoon schijt had aan het klootjesvolk.
Hoogtijd dat de EU ingrijpt bij deze private sectoren. Hun maximale grootte zou zodanig moeten worden beperkt dat ze zonodig gewoon failliet mogen gaan zonder de maatschappij te ontwrichten. Een vrijwillige Rutte-norm voor de salarissen in deze sector zal wel niet het gewenste effect hebben…
Redelijke beloningen
Topbestuurders kunnen blijkbaar geen werk van hoge kwaliteit meer leveren als hun beloning wordt teruggebracht tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Wie dat snapt mag het zeggen, het betekent gewoon dat ze dan uit chagrijn hun kont tegen de kribben gooien. Dat is plichtsverzuim en obstructie, valide redenen voor oneervol ontslag, zonder hoge ontslagvergoedingen, stortingen in pensioenpotjes of andere trucjes. Een ander veelgehoord argument is dat bij verlaging van hun inkomens ze “allemaal” naar het buitenland vertrekken.
Nu is het nog maar de vraag of “het buitenland” met rode konen op ze zit te wachten maar in ieder geval hebben ze op de valreep een goed idee gelanceerd.
Laten we hen het voordeel van de twijfel gunnen, het is een win-winsituatie: wij verlagen hun salaris zodat zij naar het buitenland vertrekken, beloofd is beloofd. Als blijk van goede wil, zullen we er bij onze premier op aandringen dat zij daar niet hoeven te sneuvelen, leuker kunnen we het niet maken.
* In 2008 werd ABN AMRO met de Nederlandse onderdelen van Fortis genationaliseerd voor 16,8 miljard euro. Omdat de bank naderhand transactieverliezen leed en meer kapitaal en garanties nodig had, liepen de kosten voor de staat op tot ruim 30 miljard euro.