Eind oktober benutte ik het extra uur van de overgang naar de wintertijd met het lopen van een nachtelijke halve marathon in Delft. Met mij waren er duizend anderen die hardlopen langs het aangeschoten uitgaanspubliek en door de met fakkels verlichte Delftse Hout prefereerden boven het warme bed, met als drijvende kracht de droomtijd op het getuigschrift. 

Het viel me zwaarder dan ik verwacht had en vooral in het tweede deel leken mijn voeten bij elke stap als bakstenen neer te komen op de slecht zichtbare en ongelijke straatklinkers. Twee dagen daarna kreeg ik tijdens de AVW-training de rekening gepresenteerd in de vorm van een pijnlijke rechterkuit. Normaal verdwijnt dat wel weer gedurende de training maar tot mijn verbazing bleek de pijn deze keer juist erger te worden en moest ik min of meer strompelend de terugweg aanvaarden naar de Albert Schweitzerdreef.
Een paar dagen rust was nu het devies. Altijd lastig voor bewegingsverslaafden, want daar mag ik me toch wel onder scharen na decennia van 5 keer per week trainen. De zondagse testloop leverde helaas dezelfde kuitsymptomen op, waarna een novemberreeks van nieuwe mislukte pogingen volgde. Soms leek het euvel verholpen waarna het er zonder waarschuwing vooraf toch weer venijnig inschoot.
Wat was hier aan de hand?

Begin december wendde ik me tot de fysiotherapeut en volgden enkele dry-needling behandelingen waarmee de spanningen uit kuit en heup moesten verdwijnen. Er bleken heel wat knopen in de betreffende spieren te zitten die in aanraking met de naald een flinke pijnrespons gaven. Zonder pijn echter geen vooruitgang en de behandeling leek inderdaad aan te slaan. Totdat ik eind december bij een voorzichtige training opnieuw  ‘knap’ hoorde in diezelfde kuit.

Op dat moment welde er een enorme machteloze woede in me op en was die kutkuit even het belangrijkste wat zich op deze wereldbol afspeelde.
Mogelijk mede als gevolg van de relatieve passiviteit in de laatste 2 maanden van 2016 doemden in het nieuwe jaar nieuwe klachten op. Belangrijkste daarvan was een stijve onderrug, waarmee veel veertigplussers al worstelen, laat staan een vijftigplusser die dagelijks naar een beeldscherm zit te turen vanaf een niet-comfortabele bureaustoel.  Mijn rugspieroefeningen elke avond bleken dus niet meer afdoende en de (extra) afgenomen lichamelijke flexibiliteit leverde de jongste dochter wel erg makkelijke munitie om me definitief naar de categorie bejaarde te laten promoveren. Lopen was voorlopig een utopie en het alternatief heette zwemmen, wat net zoiets is als dat je spruitjes moet eten in plaats van lasagne.

Ook de afgelopen maand heeft nog weinig verbetering gebracht in de rugklachten, maar een onverwoestbaar optimisme houdt me overeind. Wellicht heeft het lichaam na jarenlange forse inspanningen gewoon een rustpauze nodig gehad en begint er straks een tweede (sport)jeugd voor me? Als de fysieke klachten met het aanbrekende voorjaar als sneeuw voor de zon verdwijnen mag er zelfs gesproken worden van een uitstekende timing van het lichaam met meerdere blessures tegelijk in de donkere wintermaanden.

Vier maanden geleden begon het getob en over vier maanden (2 juli) is het de bedoeling dat ik fietsend vier alpencols (Glandon, Telegraph, Galibier, Alpe d’Huez) ga bedwingen bij de Marmotte.
Luctor et emergo!

Ron v/d Berg

Ron v/d Berg

Zaterdagcolumnist (per 2016: 1x per 2 weken | ICT Beheerder | AVW atleet en vader van 3 dochters. Zie ook www.ronb1965.nl.

2 Reacties

  1. Dennis van Eijck
    7 maart 2017 at 09:45

    Hoi Ron, lijkt mijn verhaal wel . Exact hetzelfde na al een jaar onderweg . Pfff

  2. Aad Rieken
    4 maart 2017 at 08:30

    ”Na Zweep-(Aan De)-Slag!”