Mijn ouders komen allebei uit een groot gezin en daardoor heb ik een hele rits aan ooms en tantes. Als kind vond ik dat altijd al geweldig. Een van hen is mijn oom Piet. Oom Piet was timmerman en vroeger woonde hij met zijn gezin in de buurt, tot hij verhuisde naar het verre Groningen. In het pre-What’s app/Skype-tijdperk was dat toch wel een dingetje, verder weg kon in onze ogen ongeveer niet. (Achteraf viel het trouwens best mee, Groningen blijkt gewoon in Nederland te liggen.)

Dat verhuizen deed hij gelukkig niet voordat hij een hele reeks onuitwisbare herinneringen achter had gelaten, op allerlei verschillende gebieden. Mijn superhandige oom maakte de mooiste dingen, was er met de bouw van ons huis en het was ook heerlijk om hem over de vloer te hebben met zijn gezellige verhalen en gekke invallen. Maar mijn favoriete herinnering is toch wel die aan mijn ‘ontgeloving’, qua Sinterklaas.

Een koude decemberavond begin jaren ’70. Een tikkeltje gespannen rij ik met mijn ouders en broertje naar opa en oma, waar we samen met een aantal ooms en tantes Sinterklaasavond gaan vieren. Ik heb voor de gelegenheid mijn mooiste jurk aangetrokken; een lange blauwe van een soort velours, met piepkleine oranje met gele en witte bloemetjes. Bij opa en oma staan manden vol pakjes en de stemming zit er al goed in. Maar als ik rondkijk mis ik iemand: oom Piet is er niet.

“Nee, die moet eerst nog een klusje afmaken,” legt de bijbehorende tante uit. Een beetje teleurgesteld ga ik op de bank zitten, me verbazend over de vreemde prioriteiten van volwassenen. Wie moet er nou wérken op Sinterklaasavond? Omdat we verder compleet zijn, kunnen we alvast wel beginnen, vinden ze. Ook zoiets: dan wácht je toch even tot iedereen er is? Op dat moment gaat de bel. Eén van de tantes gaat open doen en een seconde later hoor ik tot mijn opluchting oom Piets stem in de gang.

Het is echter niet oom Piet die de kamer in wandelt, maar een heer in een rood en wit gewaad en een mijter op zijn hoofd. Sinterklaas! Heb ik mijn mooie jurk in elk geval niet voor niets aangedaan. Maar: waar is oom Piet dan, die hoorden we toch ook? Mijn broertje gaat voor de zekerheid in de gang kijken, maar daar is niemand meer te bekennen.

Dan toch maar beginnen, zonder oom Piet. Sinterklaas wordt op een mooie stoel geparkeerd en voert het hoogste woord. Vanaf mijn plekje op de bank sla ik de boel een tikje achterdochtig gade. Er klópt iets niet. Waarom doet iedereen zo makkelijk over het niet aanwezig zijn van mijn oom? Em waarom heeft Sint opeens de stem van oom Piet? Dan nodigt de bebaarde bejaarde mij hoogstpersoonlijk uit om een cadeautje bij hem te komen halen: “Zeg Jacqueline, kom jij ook even bij oom Pie- eh… Sinterklaas?” Aha, I knew it! Het Sinterklaas-doek valt. Braaf ga ik bij hem zitten. Dat is opeens helemaal niet eng meer.

Het was even een heftig momentje, die ontgeloving, dat geef ik toe, maar ik ben er goed van hersteld. Sterker nog: het Sinterklaasfeest is één van mijn favoriete tradities. Dat komt mede doordat dit feest voor mij, door die bewuste avond, onlosmakelijk verbonden is met oom Piet. Want weet je, als er in elke Sint een béétje oom Piet zit, kunnen onze kinderen nog generaties lang een prachtfeest vieren.

Jacqueline Bouwmeester

Jacqueline Bouwmeester

journalist | schrijver | moeder van vijf | jacquelinebouwmeester.nl | lifewith5.nl

4 Reacties

  1. 27 november 2016 at 16:21

    Wat een pracht verhaal. Gelezen met grote grijns!

  2. De Herder F.F.
    27 november 2016 at 09:58

    Leuke column en herkenbaar!
    Gezellig geschreven!

  3. Paulette Elens
    27 november 2016 at 09:48

    Ee heerlijke column weer, met een vleugje heimwee maar vooral welbespraakte humor!

  4. Aad Rieken
    27 november 2016 at 09:13

    ”Oom Piet Wie Kent Hem Niet!”