Ik geloof niet dat de woorden ‘ultiem’ en ‘Maassluis’ vaak met elkaar worden gebruikt. Het staat in de regio bekend als een uit zijn voegen gegroeid vissersdorp. Of net even anders: als een onbeduidend provinciestadje, slechts bekend vanwege een schrijver die later uitgebreid zijn gal heeft gespuwd over zijn jeugd aldaar.

Toch is het hier goed toeven. De kwalificatie ‘slaapstad’ kan ook als voordeel worden gezien. Vorige week schreef ik al over de grote intocht vanaf de jaren ’70. Sinds toen is de bevolking van Maassluis pakweg verdrievoudigd. Aantrekkelijk is het dus wel.

Ik zou niet durven stellen dat het gras in Maassluis groener is dan in Maasland, het dorp hiernaast. Dat bedoel ik letterlijk. Het gemiddelde Maaslander gazon is een stuk groter en vermoedelijk ook groener dan in Maassluis. Maar dat is niet gezegd dat een Maassluizer niet geeft om zijn eigen huis en tuin. Fietsend door de stad en op bezoek bij mensen thuis valt mij telkens weer op, hoe goed de meeste tuintjes onderhouden zijn. Hoe keurig de kozijnen zijn geverfd. En hoe netjes de parken en perken er uitzien in de stad.

Veel Maassluizers zoeken het buitenshuis. Er moeten de laatste jaren zeker enkele duizenden elektrische fietsen aan Maassluizers zijn verkocht, zo vaak als ik tegenwoordig bergop word ingehaald door grijsaards, op de col de Maassluis. Jongere Maassluizers maken bij voorkeur een verre reis, of kiezen voor een feestvakantie op één van de geijkte locaties in Nederland of Zuid Europa. Ze gaan uit in Rotterdam. Oudere Maassluizers kiezen liever voor een cruise, of bezitten een vakantiehuisje of een caravan. Wat doen Maassluizers nog meer in hun vrije tijd? Ze drinken wat op de Markt en vieren hun feestjes met een high tea bij Monsieur Paul. Ze ergeren zich aan wielrenners langs de Waterweg. Ze flaneren op één van de vele activiteiten in de open lucht, die in de stad worden georganiseerd – de Furiade als jaarlijks hoogtepunt.

Er is ook een andere kant van de stad, die je niet zo snel ziet. Die kant wordt gesymboliseerd door de 19-jarige jongen uit Maassluis die nog steeds vastzit in verband met de examendiefstal op het Ibn Ghaldoun. Door de steeds omvangrijker wordende klandizie van de voedselbank. Door de brutale inbraken dit jaar bij de Immanuelkerk en het Leger des Heils. En door het slopen van de achterstandsflats in Burgemeesterswijk, waar keurige (voornamelijk) koopwoningen voor terugkomen. Zo worden de problemen netjes verplaatst.

Of je nu de elektrische fiets pakt of De Rotterdam, van zulke zaken kom je niet zo makkelijk weg. We hebben meer vrije tijd dan ooit. Maar de problemen die er altijd zijn geweest, zijn ook vandaag present.

Martijn van Leerdam

Martijn van Leerdam

Dinsdagcolumnist voor Maassluis.nu in 2013-2014 | Dominee bij PKN Maassluis Koningshof | @DsMartijn op twitter

1 Reactie

  1. Rijk Zandstra
    10 augustus 2013 at 14:35

    Leuk stukje, Martijn, maar één kleine correctie: Maarten ’t Hart heeft dan wel gebroken met het geloof, hij heeft nooit zijn gal gespuwd. Integendeel, hij beschrijft zijn jeugd, zijn ouders en Maassluis met liefde. En, hij heeft meer respect voor gereformeerden dan voor katholieken.