In overleg met Jacqueline schrijft Irma deze week weer een gastcolumn.

‘Mam, kijk eens!’  Ik hoor allerlei piepjes en kijk op van mijn krant. ‘Wat?’ ‘Nou dit, dit is een grappig spelletje.’ Ik heb het niet zo op met die soort spelletjes. Uit ervaring weet ik dat ze heel verslavend kunnen zijn en daarmee zeer tijdrovend.

Voor ik er erg in heb, ligt de iPad van mijn zoon echter al op mijn schoot. Er vliegt een simpel vogeltje in het rond, in een al net zo’n simpele omgeving; Flappy Bird. Flappy associeer ik met het konijn van Youp, maar het blijkt dus Fleppy, net als happy.

Gefascineerd kijk ik naar het aandoenlijke vogeltje en schrik me wezenloos als hij, na een keiharde aanvaring met een paal, hardhandig met zijn snavel op de grond belandt. Flappy, het vogeltje, blijkt dus al net zo onfortuinlijk als Flappie, het konijn.

‘Je hoeft alleen maar zo te doen.’ Met één vinger tapt zoonlief in constante beweging op het beeldscherm. Intussen voorziet hij mij van allerlei, naar zijn idee, interessante informatie: Dit spelletje is de nieuwste rage en al meer dan vijftig miljoen keer gedownload in de App-Store. Overal waar je komt, hoor je het overbekende piepje. Zijn record staat op veertig, maar een klasgenoot heeft de magische honderd al bereikt.

Het spelletje blijkt inderdaad onweerstaanbaar en even later heb ik het toch, tegen beter weten in, geïnstalleerd op mijn tablet. Hoewel ik eerst nog schrok van het crashende vogeltje, begin ik nu keer op keer met goede moed aan een nieuwe poging. Want, wonder boven wonder, krabbelt Flappy steeds weer overeind. Het valt niet mee om hem tussen de palen door te manoeuvreren. Maar oefening baart kunst en na verloop van tijd kom ik warempel al tot de acht.

‘Hè, mam?’ hoor ik plots mijn zoon vragen, ‘ben je nu nog bezig?’

Wazig kijk ik hem aan. ‘Huh?’

Flappy crasht voor de zoveelste keer. Arm beest, hij moet wel geradbraakt zijn. Ik zou niet graag met hem ruilen.

Maar zijn vraag brengt me wel weer tot de orde van de dag. Tot mijn schrik zie ik dat ik inderdaad veel te veel tijd heb verspeeld. Snel sta ik op en eerlijk gezegd voel ík me ook geradbraakt. Geradbraakt door de krampachtige houding die ik zeker al een half uur heb aangenomen, alleen maar om dit verslavende spelletje te kunnen spelen.

Dat zo een spelletje zoveel teweeg kan brengen. Zelfs de ontwikkelaar van Flappy heeft laten weten dat, ondanks het grote succes, het spelletje wel zijn simpele leven heeft geruïneerd. Net als Flap heeft hij zijn neus gestoten tegen de paal, maar dan van zijn eigen succes. Rigoureus heeft hij besloten de App te verwijderden uit de App-store. Gelukkig is er ‘goed’ nieuws voor degene die de App al hebben gedownload: zij kunnen het spel blijven spelen.

Ik vraag me af of ik dat eigenlijk nog wel wil. Arme Flappy heeft geen keuze, maar ik toch zeker wel?

Straks haal ik als de wiedeweerga dit spelletje er weer af, om erger te voorkomen, zelfs al weet ik dat het afscheid definitief zal zijn. Dan kan Flappy vrij rond fladderen en heb ik weer rust.

Irma Moekestorm

Irma Moekestorm

Irma Moekestorm

Woensdagcolumnist | Schrijver | Dichter bij www.knipoog.nu