Vakantie is dingen doen die je normaal gesproken niet doet. Althans, zo hebben wij de afgelopen dagen onze vakantie ingevuld. We hebben als eerste de verjaardag gevierd waar ik het in mijn vorige column het over gehad heb: mijn zestigste!

‘Gefeliciteerd!’ ‘Dank je wel!’

De dag daarna hebben we uitvoerig de tijd genomen om deze verjaardag te ‘evalueren’. Dat was prima. Maar toen: vier dagen lang op de steigers gestaan om het huis van boven tot onder te schilderen. Aan twee kanten moesten er boeiboorden vervangen worden, en mede dankzij onze buurman is dat nog gelukt ook.

Allemaal leuk en aardig, maar wat heb ik daarmee te maken, zo zou de gerechtvaardigde vraag van een lezer kunnen luiden? Nou ja, eigenlijk niet zoveel. Maar, verfactiviteiten brengen verfresten met zich mee: lege verfblikken, kwasten die je nooit meer wilt zien, plastic opvangzeilen, en natuurlijk – vanwege de vervangen boeiboorden – houtrestanten.

Voeg daarbij de dagelijkse huishoudelijke afvalmeuk en je snapt het: dit wordt tenminste één ritje gemeentewerf.  De verf en alles wat daarbij hoort: in het karretje direct links; prima. Hout? Bij het hout; prima. Plastic? Bij het restafval.

Wat?!?, zeiden wij, bij het restafval? Ja, zei de man van de gemeentewerf, bij het restafval.

Toen haakten wij af op het gebied van het gescheiden aanbieden van ons afval.

Wij wonen in een wijk, waar de gemeente eens per week een vuilniswagen langs stuurt, die onze kliko leegt, en daarbij maakt het niets uit wat er in zit: groen, plastic of restafval. Van bewoners van dijkwoningen kan kennelijk niet verlangd worden dat zij hun afval gescheiden aanbieden of afleveren. Wij snappen dat niet zo goed, maar het is zo.

Geruime tijd geleden hebben we niettemin de stap genomen om het afval dan zelf maar gescheiden te gaan aanbieden. We hebben een aparte vuilnisbak voor plastic, en mijn goedheid: daar gaat ongeveer net zoveel in als vroeger. Het ‘groene’ afval gaat in een klein emmertje op het aanrecht, en dat bevalt ons eerlijk gezegd prima. Handig, dichtbij de hand en niet zo heel veel.

Het restafval – het woord zegt het al – heeft niet zoveel om het lijf. Althans: voor zover het klein restafval betreft. Wat moet je doen  als je net een nieuwe t.v. gekocht hebt met een macht aan schuimplastic? Dat past niet in ons restafvalemmertje.

Met al onze afvalproducten kwamen wij deze week dus op de gemeentewerf. Verf, hout, en plastic. Als je dan op de gemeentewerf aankomt, blijkt daar zo ongeveer de formule te gelden: “plastic en restafval = restafval”! Welnu, dan haken wij af.

Als jij je plastic op de parkeerplaats achter de Koningshoek aanbiedt, denk je daarmee goed werk te doen. Dat geldt ook voor de andere plaatsen waar je gescheiden afval kwijt kunt.

Waar ik nu bang voor ben, dat is, dat alles wat ‘restafval’ heet, samen met alles wat onder de naam ‘plastic’ wordt ingezameld, in één grote container terecht komt, waarbij er op geen enkele rekening mee gehouden wat je waarom in welke container hebt gestopt.

Maassluis, doe hier eens iets aan!

  1. Maak duidelijk dat gescheiden afval ook echt gescheiden verwerkt wordt.
  2. Maak duidelijk op de manier waarop het afval aangeboden wordt, van invloed is op de manier waarop het verwerkt wordt.
  3. Maak duidelijk hoe iedereen het beste kan omgaan met gescheiden afvalinzameling.

Anders is en blijft het een vuilnisbende!

En: anders is Maassluis zelfs geen aantrekkelijke stad meer om een ‘actieve’ vakantie te vieren!

Jan de Visser

Jan de Visser

STERK | Lijsttrekker | Lucardie & De Visser Advocaten te Den Haag |www.jdevisser.nl

2 Reacties

  1. Aad Rieken
    28 juli 2017 at 07:38

    En:anders is Maassluis zelfs geen aantrekkelijke stad meer om een
    “actieve” vakantie te vieren!
    Nou Jan Dan Ga Je Toch Vissen Of Fietsen In De Omgeving!

  2. Martha Einhaus
    27 juli 2017 at 12:47

    Nou ja zeg, de mensen lopen met hun gescheiden afval speciaal naar de containers en dan gebeurt er niks mee.lekker geregeld die bakken waar de gemeente niets mee doet, en dan ons vertellen dat we alles moeten scheiden.