Ik parkeer mijn fiets in de zon, voor de ingang van de voedselbank. Er komt een man op mij af, een ongeveer 25 jaar, met zwart kroeshaar.

‘Hé, man. How are you?’

– Goed, druk, in deze tijd van het jaar. Altijd wat te doen. Hoe is het met jou?

‘Goed. Ik ga naar school next Tuesday. Finally!’

– To school? Which school? You mean Dutch lessons?

‘Yes. Finally. After 8 months!’

– Gefeliciteerd man. Spannend. Elke dag oefenen. Nederlands spreken met iedereen om je heen.

‘What? Yes, elke dag. Leren. Yes.’

Hij vertelt hoe hij na zes maanden in een asielzoekerscentrum een appartementje in Hoek van Holland toegewezen kreeg. Achterop de brommer van een vriend komt hij elke week naar de voedselbank. Ondertussen komt er een autochtone vrouw naar me toe.

‘Ik heb het gehaald!’

– Wat heb je gehaald? Je veterdiploma?

‘Nee, mijn kapperscertificaat! Gisteren!

– Te gek zeg! Nu mag je dus officieel gaan knippen. Kan je al aan de slag?

‘Nee, eerst moet ik de papieren nog krijgen. Daarna krijg ik een 0-urencontract.’

– Wat een kaalslag. Maar tof van je certificaat! De formaliteiten duren vast niet lang meer. Goed bezig zeg!’

Ze vertelt hoe ze samen met haar man voor twee kinderen zorgt. Ze leven van 50 euro per week. Leefgeld, van de schuldhulpverlening, die hun inkomens beheert. Onlangs moesten ze verhuizen van hun eengezinswoning in Maassluis naar een sociaal huurappartement in Maasdijk, vanwaar ze nu door een vriend met de auto naar Maassluis worden gebracht.

Een vierde figuur voegt zich bij ons gesprek. Of wij een rijbewijs hebben, vraagt hij ons. Ik laat hem mijn rijbewijs zien.

‘Ik niet rijden hier. Taxichauffeur geweest, twaalf jaar. Damascus.’

– Twaalf jaar? Dat is lang, man. Dan ken je die hele stad uit je hoofd.’

‘Waardeloos. Ik heb hier geen rijbewijs. Niet geldig.’

– Balen man. Kun je niet gaan lessen dan?

‘Taxi-opleiding kost 3.000 euro. Waar haal ik dat vandaan?’

– Ja. Dat is niet zo mooi. Klote, man.

Ondertussen rijdt er stapvoets een auto voorbij. Twee mensen in uniform kijken argwanend naar buiten. Ze zijn van stadstoezicht. Het is vaste prik op vrijdagmiddag: mensen uit de buurt hebben geklaagd. Overlast door de gesprekken op straat.

‘Dit is Maassluis’, zeg ik tegen mezelf. ‘De stad waar ik van hou.’

 

Martijn van Leerdam

Martijn van Leerdam

Martijn van Leerdam

Dinsdagcolumnist voor Maassluis.nu in 2013-2014 | Dominee bij PKN Maassluis Koningshof | @DsMartijn op twitter

1 Reactie

  1. 25 maart 2014 at 15:27

    Mooie ontmoetingen!