Beste lezers, Komende tijd zal er elke zaterdag een column van mijn hand verschijnen op deze plek. Velen zullen mij wellicht kennen als (marathon)loper van AV Waterweg waarvan ik inmiddels al 20 jaar lid ben. Of anders als ‘vader van’ waar het mijn dochters van 8, 11 en 15 betreft. Iets minder bekend is wellicht mijn passie (al een jaartje of 40) voor schrijven, waarin via maassluis.nu dus verandering zal komen. Als start een column die prima past bij de havenstad Maassluis.

Kinderen in de leeftijd van tien, elf jaar en musea zijn over het algemeen een tamelijk ongelukkige combinatie. Met genoegen slenteren langs doeken van oude meesters, porseleinen opgravingen uit de Middeleeuwen of zelfs skeletten van reeds lang uitgestorven diersoorten, lijkt slechts voorbehouden aan een beklagenswaardige excentriekeling, die door de rest van de klas met argusogen bekeken wordt. Die ‘rest’ krijgt binnen een paar minuten uitbraakneigingen en wordt navenant ongeduriger en lawaaieriger.

Met enige reserve toog ik afgelopen donderdagochtend dus met groep 7 van de Dijck naar het Havenmuseum aan de Leuvehaven om daar als begeleider op te treden bij de twee uur durende excursie.

In het museumgebouw bleek echter slechts een beperkt aantal ‘slenterattributen’ te hangen zijnde maritieme foto’s met omringende tekst, waarvoor de kinderen, als ze het al gewild hadden, geen leestijd kregen omdat er 3 andere activiteiten van een half uur stonden gepland. Eerst leidde een schipper –  die dankzij zijn lange grijze baard geheel paste in het decor van de oude zeilboten – ons in een waterbus door de binnenhaven, onderwijl verhalend over de periode van begin twintigste eeuw.

Vrouw en kind(eren) fungeerden destijds bij windstil weer nog als motor door lopend op een jaagpad met een touw het soms zwaar beladen schip (150 ton) voort te trekken. Moet je nu eens als man mee aankomen!

Na het vaarrondje langs de kubuswoningen volgde een bezoek aan de smederij, waar ons het principe van klinknagels in staalconstructies duidelijk werd gemaakt. Twee ijzeren plaatjes met gaten werden op elkaar gelegd, waarna elk kind telkens 1 klinknagel van 1100 graden Celsius in zo’n gat met een hamer plat mocht slaan. Na afkoeling zit het dan werkelijk muurvast. Arbeidsintensief werk en dus niet veel meer toegepast maar leuk om te doen en dat bleek uit het enthousiaste jeugdige getimmer.

Derde uitje was een bezoek aan Annigje, een binnenvaartzeilschip dat gebouwd werd in 1908 en tot in de jaren zeventig dienst deed als turfschip. Binnen in het schip is alles zo veel mogelijk in de originele staat gelaten en je kan dus waarnemen wat de grootte is van het laadruim en vooral de geringe omvang van het leefgedeelte van de schipper en zijn gezin. Rechtop staan was daar zelfs voor iemand van groep 7 nauwelijks mogelijk en languit liggen in de ‘bedden’ al helemaal niet. De geruchten gingen dat er in deze benauwde ruimte soms 2 volwassenen en 5 kinderen bivakkeerden. Zouden deze mensen gelukkig zijn geweest?

Je kunt het je in tijden van mobiele telefoons en social media eigenlijk niet meer voorstellen, maar wellicht zouden zij andersom hetzelfde gezegd hebben mochten ze de mogelijkheid hebben gehad om in onze gejaagde wereld te koekeloeren.

Hoe dan ook, het museumbezoek bleek dit keer zowaar ook de jonge tieners te bekoren.

Ron v/d Berg

Ron v/d Berg

Zaterdagcolumnist (per 2016: 1x per 2 weken | ICT Beheerder | AVW atleet en vader van 3 dochters. Zie ook www.ronb1965.nl.

2 Reacties

  1. 27 juni 2014 at 08:04

    Jammer dat de kinderen daar niet meer het stoomschip ‘De Buffel’ konden bezoeken.

  2. 21 juni 2014 at 09:11

    Je kunt via sharing icoontjes dit artikel delen op facebook en Twitter