Het was op een regenachtige ochtend, dat ik de recreatiezaal van De Vloot binnenstapte; er werd gebiljart, getekend en geschilderd en aan enkele tafeltjes werd genoten van een heerlijk kopje koffie of thee. Mijn belangstelling ging uit naar de schilder/tekenclub, maar onderweg werd ik aangesproken door een mijnheer die alleen aan een tafel zat en waarvan zijn gezicht mij bekend voorkwam, maar ik niet kon thuis brengen welke naam er bij hoorde.

“Hè Maarel, jij ben toch Jan Maarel, ik ken jou wel! Jij heb toch in de Damstraat gewoond, tegenover het schooltje van juffrouw Lub?”
“Ja”, antwoordde ik en nam plaats op de stoel naast hem.

“Ik ken je van een bandje, je heb nog op onze 25 jarige bruiloft gespeeld in De Kern, en van de drumband dat klop toch?”
Wederom knikte ik en antwoordde ja.

“Ook heb ik je ouders nog gekend, je moeder zat bij het Leger des Heils.” Ja, ook dat klopt, ze is 63 jaar heilsoldaat geweest.

“Mooie tijd was dat, mensen hadde wat voor elkaar over; dat zie je nou haast niet meer.”
Dat valt toch wel mee en ik probeerde het gesprek over een andere boeg te gooien.

“Woont u hier”, vroeg ik – hij knikte -, “en naar uw zin?”
“Ik woon een paar jaar in de Vloot, we hadde het naar onze zin, maar sinds mijn vrouw is overlede ben ik veel allenig. Ze doen hier echt hun best en ze doen van alles, maar je kom toch weer in dat lege kamertje terech. Nee Maarel dat val niet mee.”

Onverwachts vroeg hij: “Vin je de politiek leuk? Hoe kom jij der in verzeild?”
Via Gerard van Ettinger de voormalige fractievoorzitter en ja nog steeds vind ik de politiek leuk en interessant; je probeert iets voor de inwoners en de stad te betekenen.

“Snap ik niet, snap ik ech niet, jullie prate overal over en belove heel veel, maar er kom weinig van terech!”
Maar er zijn toch ook veel zaken die wel goed geregeld zijn in Maassluis?

“Maarel ech nie veel. En als er wat geregeld wor, kost het extra veel geld, denk maar aan de bruggen. En het gaat allemaal langs ons heen, jullie beslisse maar.”
U woont toch nu in een mooi wooncomplex? Er zijn toch ook mooie voorzieningen in onze mooie stad waar ook u gebruik van kan maken?

“Ja, dat is wel zo. Maar mag ik asteblief een beetje profitere, ik heb vijftig jaar hard gewerk en ze plukke me nog steeds. De politiek! Je ziet ze nooit of zelden! Weet je wanneer je de politiek veel zie? Als er verkiezingen benne, dan kommen ze met allerlei mooie belofte? Dan kommen ze met busse vol! Je ken dan niet buiten op straat lope of je wor dood gegooid met folders. Maarel, het is ech zo, we worren gelokt met feestmiddage, boottochte, mooie verhale en belofte, loterije enz., nee Maarel ik vin het een zootje! Sorry!”
U mag kritiek hebben, dat is uw goed recht, maar ik weet zeker en ik wil mijn straatje niet schoonvegen, maar ik heb tijdens de verkiezingen niets meer of minder beloofd dan dat ik en mijn partij ons voor 100% zouden inzetten en dat doe ik en wij naar eer en geweten.

“Dat ken zijn Maarel, maar het zal wel door mijn leeftijd kommen en dat ik vaak allenig ben, ik ben de laatste tijd vaak sacherijnig. Ik zie jou wel regelmatig hier in de Vloot, dat mot ik je toegeve, maar dat zal wel kommen omdat je vrouw je heb weggestuurd”, zei hij breed lachend.
Ik probeerde hem met allerlei voorbeelden te overtuigen, dat er wel goede dingen werden gedaan in Maassluis en dat niet alles onbetrouwbaar is, maar dat viel niet mee.

“Maarel, begrijp me goed, neem mij nou niet te serieus, ik ben een ouwe sacherijnige man aan het worren, dus vergeet het nou maar, je mot het je niet persoonlijk aantrekke.”
Na enige tijd zei ik dat ik moest gaan, jammer was zijn antwoord, ik von het toch reuze gezellig, motte we meer doen.

Terwijl ik mijn jas aantrok en gedag zei riep hij nog: “Hé Maarel, kom nog eens een keer een bakkie doen? En wat ik wel goed van je vin en dat sier je, dat je gewoon gebleven ben, dat vin ik tof.”

Buiten regende het behoorlijk en terwijl ik naar mijn auto liep die geparkeerd stond aan de Richard Hollaan, bleef de laatste zin van mijn gesprekspartner in mijn hoofd hangen: ” He Maarel, je ben wel gewoon gebleven”.

Ik zie het maar als een compliment.

Jan v/d Maarel

Jan v/d Maarel

Jan van der Maarel | Raadslid VSP 2018-2022 | v/h Humanitas | gastcolumnist

8 Reacties

  1. Koos Kap
    6 mei 2015 at 17:37

    Gewoon een mooi stuk, waarbij het opvalt in wat voor gat je valt als je levenspartner weg valt, zeker op latere leeftijd en je je zelf dan kan af vragen” hoor ik er nog wel bij?” O ” doe ik nog wel mee”?

  2. Jan van der Maarel
    6 mei 2015 at 07:33

    Beste Aad, dat klopt dat was Sonja.
    De stok ving ik wel op maar ik was wel geschrokken!

  3. Elly
    5 mei 2015 at 15:12

    Leuk stukkie. Uit het leven gegrepen

  4. Aad Rieken
    5 mei 2015 at 13:57

    ”MAJESTIC”

    Er was eens ongeveer 40-45 jaar geleden een Tamboermaitre (jan v.d.M..geheten)
    van de drumband ”Het Wapen van Maassluis” die indruk wilde maken op zijn toenmalige vriendin die bij ”de Witte Ster” werkte en zijn stok met een fikse vaart de lucht ingooide,onwetende dat er telegraafdraden waren gespannen van de Witte Ster naar van Dorp (de Kruidenier) de stok kwam veel te snel weer naar beneden.
    Jan ving jij die stok nou toch nog op,of kletterde hij op de grond.

  5. Hans van der Burg
    5 mei 2015 at 12:02

    Mooi verhaal Jan…. Doet mij denken aan : ‘ Toen was geluk nog heel gewoon….,’

  6. Aad Rieken
    5 mei 2015 at 09:29

    JAN EEN MARKANTE MAN!
    DIE ER WEL WAT VAN KAN.

  7. Aad Rieken
    5 mei 2015 at 09:05

    V-loot’s S-acherijnige P..-bejaarde………
    die bij het afscheid toch nog opklaarde.

  8. Ed Bos
    5 mei 2015 at 08:11

    Jan blijft. Jan haakt niet af. Ook niet bij negativiteit. Jan is veelzijdig. Jan is een eerlijke doorzetter.
    Jan geeft vóór, en òm de mens…. Ieder mens!