Het is nog vroeg, bijna zes uur in de ochtend. Ondanks het feit dat hij vakantie heeft, is hij al uit de veren. Je moet wat over hebben voor een zakcentje. Oude broek aan, shirt en stevige kisten. Ik hoor hem rondscharrelen in de keuken.

Als ik even later door de gordijnen naar buiten gluur, zie ik hem wegfietsen. Op weg naar ‘Waar nieuwe ideeën groeien’, zoals de tekst luidt op zijn zwarte werkshirt, die hij gekregen heeft van zijn baas.

Zoonlief heeft een baantje. Een vakantiebaantje in de kas.

Zo dichtbij ‘Het Westland’, omringt door kassen, is dat de normaalste zaak van de wereld. Veel tieners werken bij een tuinder. In de tomaten of in de rozen of paprika’s. Alle kanten kun je hier op als je een jaar of dertien bent en je een centje wilt verdienen.

Wij, als ouders, juichen het toe dat hij de handen uit de mouwen wil steken. We zijn het ook niet anders gewend. Mijn buurman was tuinder en zo rolde ik er al heel jong in. Eerst mocht ik ‘bakkie-papieren’ voor slechts 1 cent per bakkie. Daarna kwam het plukken, trillen en wat allemaal nog meer. Mijn man heeft nog veel meer uren liggen in de tuin: tomaten, sla, komkommers. Jaren achtereen. Extreem vroeg beginnen en na afloop op de fiets naar het strand, om daar doodmoe in slaap te vallen en knalrood verbrand weer thuis te komen. Het was weleens zwaar, maar het was ook een bijzondere tijd en het verdiende best leuk.

Daar komt hij weer thuis. Zijn zwarte trui is helemaal groen, zijn handen zwart.
‘Ik ga eerst maar even douchen’ klinkt het opgeruimd.
‘Dat zou ik zeker maar doen en gooi je kleren in de was,’ roep ik hem achterna, zoals mijn moeder dat deed bij mij.
Ik herken het typische tomatenluchtje, dat om hem zweeft, uit duizenden. Het brengt alle herinneringen als vanzelf weer boven.

Veel is er intussen veranderd in de kassen, ook daar heeft de tijd niet stilgestaan. De ideeën blijven groeien. De tomaten echter ook, zij moeten nog steeds geplukt…

Irma Moekestorm

Irma Moekestorm

Irma Moekestorm

Woensdagcolumnist | Schrijver | Dichter bij www.knipoog.nu