De wachtkamer van de huisarts is tjokvol en terwijl ik iedereen een hartelijke goedemiddag wens, plof ik op het enig vrije plekje. Ik zucht even, kijk eens op de klok en pak maar een roddelblad want dat hoort zo in een wachtkamer. Dit gaat nog wel even duren en ik kijk naar de, voor mij veelal onbekende, mensen in het blaadje. Wachtkamers, het woord alleen al kan me bezig houden.

Ik heb het afgelopen jaar al heel wat wachtkamers gezien en elke keer denk ik: “Dit kan anders.” Neem nu de wachtkamer van de tandarts, die is toch het ergste denk ik. Bang voor de tandarts ben ik niet overigens, daar ligt het niet aan. Maar het is een kaal hok, een soort enorme echoput en je gaat er vanzelf fluisteren. Elk woord dat je zegt knalt de ruimte door en weerkaatst tegen de kale muren. Er liggen wat tijdschriften en er staat een krat speelgoed. Kale houten stoeltjes en kale wanden. Meestal zit ik er met mijn dochter en we fluisteren dan wat ongemakkelijk en worden vaak wat giechelig.

 De wachtkamers in het Reinier de Graaf Gasthuis zijn niet veel beter. Dat zijn eigenlijk meer wachthokken en ik ben dan ook erg benieuwd naar de wachtkamers in het nieuwe gebouw in Delft. En zo zijn er nog heel wat gelegenheden op te noemen waar de wachtkamers tot droefenis stemmen. Wachten is ook wat je er doet, maar een kamer is het meestal niet.

Wachten. Dat is wat je er kunt verwachten. Soms heel lang, zelfs al ben je als eerste afspraak ingepland. Wat is dat toch? Het is net als met de trein, het is al vervelend als er vertraging is maar een beetje informatie kan voor begrip en geduld zorgen. En we wachten wat af. Ik probeer het altijd als rustmomentje te zien en stel me op dat wachten in. En ondertussen kijk ik wat rond, luister ik (vaak onbewust) mee met gesprekken van anderen. Soms raak je in een koetjes en kalfjes gesprek met iemand. Er hangt altijd een aparte sfeer in wachtkamers. Je kijkt elkaar wat ongemakkelijk aan en gesprekken gaan meestal op gedempte toon.

Het kan ook anders. Bij de fysiotherapeut staat altijd muziek aan, gewoon niks ingewikkelds maar fijne “feel good” muziek. En dat ontspant. Bij het UWV in Rotterdam is de ruimte prachtig, heel modern met vrolijk gekleurde ramen en banken in plaats van houten stoeltjes. Het Oogziekenhuis en het Spaarneziekenhuis hebben zelfs beleid op de inrichting van de wachtkamers. Ze begrijpen dat mensen zich al niet gemakkelijk voelen en doen er alles aan om daar al aan de bezoeker te denken en het comfort te vergroten.

Terwijl ik dit alles overdenk, hoor ik twee dames met elkaar praten over hun afspraak en één dame wacht al meer dan een half uur. Ik zucht even en ga wat verzitten en bedenk dat het nog wel even kan duren. “Mevrouw Hamoen?”, roept een stem en ik kijk verbaasd op. Zo lang ben ik nog niet binnen en dan nu al aan de beurt? Een beetje gegeneerd sta ik op en loop met de arts mee. De huisarts neemt de tijd voor me en met een goed gevoel ga ik weer naar buiten, nog een blik werpend op de nog immer volle wachtkamer. Op weg naar buiten gaat de ene schuifdeur open, de andere niet. Op de deur naar buiten staat “wacht tot de andere deur gesloten is”. Nou nog eventjes dan.

Corinne Hamoen

Corinne Hamoen

Tekstschrijver | www.corinnehamoen.nl | www.roosenkris.nl |

voorheen:
Zondagcolumnist | wekelijks 2014 tm 08-2015] en [09-2015 tm 12-2015 1x per 2 weken ] | redacteur bij maassluis.nu