Het zal zo’n dertig jaar geleden zijn, maar het verhaal kwam weer naar boven bij het zien van een documentaire als was het gisteren gebeurd. Ik deel het graag met u.

We wonen in Spanje waar mijn ouders een bouwbedrijf hebben maar ook appartementen en bungalows verhuren. We zitten direct aan zee, een unieke locatie, dus heel veel mensen reserveren tijdens hun vakantie al gelijk voor het jaar daarop. Koos de Kapper is er één van. Hij krijgt van ons die bijnaam omdat hij verschillende kapperszaken heeft in een –voor zijn privacy- niet nader te noemen stad in Nederland. Hij is een vaste en favoriete gast voor een jaar of tien.

Koos is een notoire vreemdganger. Ik klap niet uit de school: hij pronkt daar zelf mee. Voor ons is het echter een klant zoals alle anderen. Niet meer niet minder, al zorgt hij ervoor dat de roddelexpres, dagelijks, lekker door het park tuft.

Een paar dagen nadat hij is aangekomen komt hij, met rode koontjes en een pijnlijk gezicht, met een verzoek naar mijn vader. Of het mogelijk is even langs een arts te rijden. Hij heeft het gevoel of er, na zijn laatste buitenechtelijke ontmoeting, beestjes aan zijn Jongeheer zijn blijven hangen. Het jeukt en hij heeft ook pijn met plassen. Pa gaat dus mee om te tolken.

Koos wordt onderzocht en zowel de arts als mijn vader kijken bedenkelijk bij de uitspraak van de diagnose. Typisch Spaans.

Hij krijgt een recept, bedankt de arts alsof die zojuist zijn leven heeft gered, en legt het verdere lot in de handen van mijn vader bij gebrek aan kennis van de Spaanse taal. Mijn vader stelt hem gerust. Hij moet toch nog naar het dorp vandaag en zal dan gelijk het recept naar de apotheek brengen. De medicijnen brengt hij – na de siësta – langs. Koos drukt hem op het hart dat te doen in het lokale café en wel vóór een uur of vier en niet later. Zijn vrouw is er dan niet. Hij wil haar niet onnodig verontrusten.

Het is half vier. Iedereen zit in het café en Koos is deze keer voor de verandering niet te laat. Mijn vader heeft een grote plastic tas bij zich en stalt de inhoud overzichtelijk uit op het tafeltje waaraan hij zit. Daarna volgt de vertaling en uitleg van de bijsluiters. Pilletjes: drie per dag. Crème: twee keer per dag rijkelijk smeren.

Er komen ook zes literflessen uit de tas met een melkachtige substantie. Drie keer per dag een glas. Een week lang. Het dient om de boel goed door te spoelen. De hele kuur moet worden afgemaakt. Koos lacht en schudt mijn vader de hand langer als normaal. Hij is hem heel dankbaar.

Twee dagen later zit ik ’s avonds bij mijn ouders in de tuin. We kaarten en spelen om geld. Mijn moeder speelt vals. Ze is een slechte verliezer. Wanneer mijn vader aan zijn tweede whisky begint, vraagt ze hem hoe het is gesteld met zijn maagzweer. Ze mist de flessen met het medicijn omdat ze inmiddels niet meer in de koelkast staan. Hij antwoordt haar, zonder haar aan te kijken, dat hij die heeft meegenomen naar zijn kantoor. Zo vergeet hij het niet in te nemen.

Als ik hem vraag hoe de inhoud smaakt zegt hij laconiek: “Het is net stijfsel maar dan erger.” Onder de tafel krijg ik een schop tegen mijn scheenbeen.

Het is de enige keer dat ik met kaarten ooit van hem heb gewonnen.

Paulette Elens

Paulette Elens

Paulette Elens | Zondagcolumnist [ sept 2015 - sept 2016]

11 Reacties

  1. Tonny de Jong van Veen
    24 april 2016 at 22:39

    Leuk verhaal weer Paulette geweldig 👍👍