Ik was op weg naar de sportschool, niet teveel lof hoor, want het was de eerste keer in 2 maanden dat ik mijzelf er toe kon zetten en was de volgende dag geveld door spierpijn in vele delen van mijn boze lichaam. Onderweg kreeg ik last van een – naar mijn mening – behoorlijk irritant, typetje in het verkeer: De bumperklever. Aangezien ik een behoorlijk eigenwijs persoon ben, vooral in het verkeer, zou ik met geen mogelijkheid sneller gaan rijden voor deze clown. Sterker nog, ik remde af en ging langzamer rijden, zodat hij, tot zijn grote ergernis, mijn onlangs gewassen kont – die van de auto hè – eens goed kon bestuderen.

Toen hij zijn kans schoon zag, scheurde hij voorbij. Waar hij zojuist nogal gehaast overkwam, zal ik mij in zijn haast wel hebben vergist, want plots had hij tijd gevonden om naast mij te blijven hangen en pontificaal zijn middelvinger op te steken alvorens hij verder scheurde. In gedachten zat ik in één keer terug in groep 6, waar een van de ergste dingen die je kon doen ‘een middelvinger opsteken’ was. Toch had ik maar één reactie, lachen, keihard lachen, in zijn gezicht.

Ik moet eerlijk toegeven dat ik ook mijn momenten van agressie ken in het verkeer. Want de ene keer rijdt degene voor je te langzaam of degene achter je te snel. Of mensen die uit een oprit scheuren, en dan de toeter vinden omdat ze van mening zijn dat ze eerst mogen. En wat te denken van die voorrangsregels bij wegversmallingen, zoals die op de Merellaan. Niet de witte pijl heeft voorrang, neen, degene die er het hardst doorheen kan crossen. Ook lui die op de meest onmogelijke plekken stoppen en die alarmlichten aangooien, want alarmlichten lijken tegenwoordig een excuus te zijn om overal te mogen parkeren, kijk maar bij de gemiddelde basisschool. Dan heb je ook nog mensen die hun auto net een categorie lager ingeschaald wilden hebben voor de wegenbelasting, en zodoende om gewicht te besparen maar besloten hebben om hun knipperlicht achterwege te laten.
Buiten deze ergernissen zijn ook files een broedplaats voor frustraties, het is ook niet heel gek aangezien de files in 2016 al met 23% zijn gestegen ten opzichte van 2015. Het jaar 2017 wordt dan ook zeker een feestje denk ik zo, neem alleen al de verkeersellende die er was naar aanleiding van een brandje in de Schipholtunnel vorige week. Frustratie alom, en frustratie betekent stress.

Na de vele noodkreten van mijn moeder dat ik rustiger aan moet doen en niet zo snel boos moet worden, ben ik meer op mijn rijgedrag gaan letten. Ik ben niet iemand die een middelvinger opsteekt, maar dat zijn de meesten van ons denk ik niet. Toch kan ik af en toe wel fel uit de hoek komen, waarover ik mij afvraag hoe dit nou komt. Volgens een onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid zit agressief rijden in de familie. Iets dat ik in mijn geval betwijfel, aangezien zowel mijn oma als moeder niet konden/kunnen rijden en mijn opa de rust zelve was. Ik geloof wel dat je omgeving een behoorlijke invloed kan uitoefenen op je (rij)gedrag. Want een slecht voorbeeld, doet vaak slecht volgen. Het is een besmettelijk fenomeen wat tot gevaarlijke situaties kan leiden. Ook het gevoel van verliezen speelt een grote rol. Wanneer je het stoplicht net niet haalt of wanneer een grotere en snellere auto net even harder optrekt.
Het voelt alsof je territorium verliest, een primitieve drang die moeilijk te negeren is en je het excuus geeft harder, sneller en meer roekeloos te rijden.

Naarmate je ouder wordt gaan we autorijden als iets alledaags zien, maar toch is het een van de meest complexe handelingen waarbij we tussen de 1500 en 2500 cognitieve vaardigheden gebruiken. Een stressvolle handeling dus, welke veel emoties teweeg kan brengen en waar blijdschap er niet vaak een van is. Bijzonder eigenlijk, want blijdschap is waarschijnlijk een van de eerste emoties, gepaard met een beetje angst, was die je ervoer. Blijdschap toen je eindelijk je rijbewijs had, je eerste auto had gekocht en voor het eerst de vrijheid had om ergens heen te rijden, gewoon omdat het kon.

“Gezien het feit dat we vaak meer tijd in de auto doorbrengen dan we aan tafel zitten met ons gezin, sex hebben of op vakantie gaan, is het best de moeite waard om eens wat langer stil te staan bij deze ervaring”, schrijft de auteur Vanderbilt. Wat langer stil staan en vooral wat langer te waarderen dat we de mogelijkheid hebben om in alle vrijheid te gaan en staan, of rijden in dit geval, waar we willen.

Wellicht als we onszelf eens aanleren om het te waarderen en dan de blijdschap van het autorijden onszelf aanpraten, we ons wat minder gaan concentreren op de negatieve aspecten ervan. Zo ervaren we dan weer minder stress, wat op zijn beurt weer betekent dat je over het algemeen genomen je dag wat beter begint. Belangrijk is dan wel om niet te dicht op mijn kont te zitten, want dan zal ik als een soort oerinstinct toch weer op mijn rem trappen, want die ergernis kan ik dan weer wel waarderen.

Kimberly Ruppert

Kimberly Ruppert

Kimberly Ruppert | Vrijdagcolumist 2016-2019 | PR & Marketing | Kiru-Projects | Theater Stadsgehoorzaal Vlaardingen

2 Reacties

  1. Martien
    7 april 2017 at 11:17

    Met een motorfiets heb je al dat gedoe allemaal niet. Parkeren ook nergens een probleem. Hoewel ik wel jaloerse blikken waarneem. Je kunt ook niet met een telefoontje spelen onder het rijden.

  2. Aad Rieken
    7 april 2017 at 08:23

    ”Ik Heb Nog Zo Gezegd!”

    ….GA TOCH FIETSEN….!