Het lijkt in deze maand een trend: jezelf helemaal bloot geven in een column. Het zal wel de tijd van het jaar zijn. Ik heb er over nagedacht, maar bedacht mij dat ik dan in de spiegel zou moeten kijken. Durf ik dat wel? Ik heb het gedaan en tot mijn schrik kom ik tot de ontdekking dat ik diep van binnen net zo vreselijk ben als alle anderen waarop ik kritiek heb. Lees en huiver want dit gaat net zo zeer over mij als over u, lezer.

Ik deed wat boodschappen en constateerde dat de winkelier in zijn nadeel wilde afrekenen. Twee seconden dacht ik “mooi een voordeeltje “. Toen bedacht ik mij en gaf aan dat het bedrag niet klopte. Ik betaalde “genereus” de twee dubbeltjes extra. Al weglopend overdacht ik het voorval. Wat zou ik hebben gedaan bij een grotere aankoop? Stel ik had een televisie gekocht en de verkoper slaat een prijs van 50 euro lager aan? Zou ik dan ook zeggen “Foutje!” of zou ik zwijgen? Ik aarzelde in gedachten en trachtte mijzelf te sussen door dat bedrag te bagatelliseren.

Iets in mij zei dat er natuurlijk grensbedragen zijn waarboven ik wellicht het voordeel zou pakken, waar ik geen recht op heb. Hoe zeer verschil ik dan in aanleg van de eerste de beste dief?

Bij ons in de straat geldt een gedeeltelijk parkeerverbod, wat blijkt uit de geelgeschilderde stoeprand. Er staat verder geen bord, maar het is evident voor iedere chauffeur met een rijbewijs. Toch zijn er eigenwijze lieden die het vertikken om 50 meter te lopen. Die klagen dat zij “zo ver moeten lopen”. Op 40 meter afstand van hun huis zetten zij hun auto langs de gele streep; bovendien binnen 10 meter van een T-splitsing. Ik moet bij notoire foutparkeerders de neiging onderdrukken om de politie te waarschuwen.

De gedachte dan ik dan geen haar beter ben dan de eerste de beste verklikker, weerhoudt mij van de uitvoering. Natuurlijk zijn er gradaties, maar het is in principe wel hetzelfde.

Met enige regelmaat tref ik in onze voortuin door voorbijgangers achteloos weggeworpen afval. Het zijn vooral drinkpakjes of sigarettenpakjes, dus de categorie der achtelozen lijkt mij duidelijk. Ik moet soms de neiging onderdrukken om dat vuil op de openbare weg te gooien.

Ook nu weer bedenk ik mij en gooi het in onze vuilcontainer. Ik zou anders immers net zo een vervuiler zijn.

Het zijn de meest onschuldige gedachten van deze week. De andere vind ik te erg om met u te delen. Er huist in principe een nobele Mandela in mij, maar hij woont in feite samen met een brute Assad. Dat is voor mij de reden dat ik genuanceerd over de anderen blijf denken.

M.A. Sluizer jr.

M.A. Sluizer Jr.

M.A. Sluizer Jr.

M.A. SLUIZER Junior | Levensgenieter | Stadscriticus | Woensdagcolumnist in de periode 2011-2013 | Incidentele gastcolumnist van 2015-2020