www.maassluis.nu - Simon Carmiggelt 2.0

Schuin tegenover mij zit een meisje met een droevige blik. Een warme muts op haar lange haren, haar gezicht verborgen in haar sjaal. Ze doet, net al ik, haar ‘oortjes’ in en waarschijnlijk luistert ze ook naar muziek. Uit mijn ooghoeken kijk ik naar haar, zij heeft prachtige ogen. In het raam zie ik haar treurige blik weerspiegelt. Waar denkt ze aan, waar gaat ze heen, mist ze iemand? Ik zou haar willen geruststellen, maar ik doe het niet.

Ik zit in de trein en ben op weg naar mijn moeder. De treinen hebben vertraging of rijden niet. Het is namelijk koud en het heeft iets gesneeuwd en dat heeft invloed op treinverkeer. Ik ben er ondertussen aan gewend, maar het gemis van mijn autootje voel ik op deze momenten wel.

Mensen kijken, verhalen bedenken en mijn fantasie laten gaan. Ik ben er dol op en ik kijk zo eens om me heen. Voor mij zit een stoere jonge man en hij belt met iemand. Met een Groningse tongval uit hij zijn ongenoegen over de vertraging. Hij is al lang onderweg en het zal nog wel even duren voordat hij ‘er’ is. Hij moet vast naar Groningen, het eindpunt van de trein. Terwijl hij zijn telefoon weer opbergt, stoot hij tegen me aan. Een brede glimlach en een verontschuldiging. Wat een leuke jongen.

Naast ons zitten twee giebelende meisjes, met kleurige nagels en bijpassende sjaals en mutsen. Ze kwebbelen vrolijk en ondertussen zijn ze druk met hun smartphone. Het lukt hen heel goed om dit tegelijkertijd te doen en ik word vrolijk van het tweetal. Verderop zit een groepje mannen, druk en uitbundig alsof ze op schoolreisje zijn. Hebben ze een mannenavond en verklaart dat hun uitgelaten schaterlachen?

Er stapt een heer in de trein, een heer met een hoed. Direct denk ik aan een column van Wouter van Heiningen over mannen en hoeden en ik grinnik zachtjes. De man ziet er chique uit met zijn wollen jas en sjaal en dus de zwarte herenhoed. Een ‘eersteklas’ man lijkt me, maar als hij gaat zitten zie ik een spijkerbroek en stoere schoenen. De meisjes kijken en giebelen naar elkaar.

Als de meisjes uitstappen maken ze plaats voor een ouder echtpaar. Broze mensjes, zij met een bontmutsje en leren handschoentjes, hij met een ruiten pet en groene ribfluwelen broek. Ze is druk op zoek in haar handtasje en ze praten over foto’s. Dan zijn ze stil en staren rustig voor zich uit. Af en toe buigen ze hun hoofden naar elkaar en fluisteren wat.

Naast de heer met de hoed, zit een man met zijn hoofd diep in zijn kraag. Hij slaapt en langzaam zakt zijn hoofd steeds ietsje verder naar beneden. Hij heeft vast een heel drukke dag gehad. De drukte in de trein ontgaat hem en ik hoop dat hij op tijd wakker is om uit te stappen. Blijkbaar werkt het indommelen aanstekelijk, want de ogen van de heer met de hoed worden ook zwaar en ook hij sukkelt in slaap.

Ik kijk zo eens om me heen en aanschouw het tafereel. Ik geniet ervan. Zoveel mensen, zoveel verhalen, zoveel bestemmingen. Dan is de trein, onverwacht keurig op tijd, op Utrecht Centraal en is de magie verbroken. De treincoupé komt in beweging en mensen stappen uit. Ik zoek naar het meisje met de droevige blik maar ik zie haar niet meer. Het komt vast wel goed meisje, wilde ik nog zeggen.

Corinne Hamoen

Corinne Hamoen

Tekstschrijver | www.corinnehamoen.nl | www.roosenkris.nl |

voorheen:
Zondagcolumnist | wekelijks 2014 tm 08-2015] en [09-2015 tm 12-2015 1x per 2 weken ] | redacteur bij maassluis.nu