Editor's Rating

Los van de waardering van de inhoud door lezers - die wij niet weten - wordt deze column heel veel gelezen

En daar stond ik dan met mijn Gouden Koets, zoals ik mijn goudkleurige autootje liefkozend noem. Precies op een moment en een plek waar je zoiets niet kunt gebruiken: middenin de spits op een drukke uitvalsweg in Rotterdam. Van het ene op het andere moment geen centimeter meer vooruit te branden. Hoe hard ik het gaspedaal ook intrapte, hij weigerde hardnekkig elke beweging.

Dit schrikbeeld heeft afgelopen jaren meermalen door mijn hoofd gespookt. Stel dat mijn altijd zo trouwe, maar zestien jaar ouwe, Koets me ooit eens in de steek zou laten. Niet op het veilige parkeerplekje voor mijn huis, maar ergens langs een eindeloze snelweg, een stille landweg of midden in de chaos van een grote stad. Wat dan? Die akelige gedachte trachtte ik altijd zo snel mogelijk weer weg te drukken. Ik moest er niet aan denken dat mij zoiets zou overkomen. Dat was werkelijk mijn reinste nachtmerrie.

Waar ik altijd al voor vreesde, gebeurde dus juist nu en ik mocht willen dat het een nachtmerrie was. Dan zou ik mijn ogen openen en opgelucht ademhalen, een douche nemen en het angstzweet van me afspoelen. Maar deze autopech midden op het drukke kruispunt richting A20 was helaas bizarre realiteit. Terwijl ik het angstzweet, bij gebrek aan beter, met mijn mouw van mijn voorhoofd wiste, stoven de andere weggebruikers rakelings langs me, onder luid claxonneren en met meewarige blikken.

Het liefst was ik een potje gaan janken als een verwende prinses naast haar Gouden Koets. Hoe moest ik hier ooit wegkomen? Ik kon er moeilijk een paard voor spannen.  Maar gelukkig waren zij daar,  zomaar vanuit het niets, de twee behulpzame heren. Als prinsen op witte paarden. Zonder er veel woorden aan vuil te maken duwden zij mijn auto naar de dichtsbijzijnde pomp. Binnen tien minuten was de Wegenwacht ter plekke. Nog eens een klein uurtje later stond mijn Koets bij de garage in Maassluis en zat ik weer thuis op de bank met een ervaring rijker en een nachtmerrie minder; alle zo gevreesde beproevingen had ik toch maar mooi het hoofd weten te bieden.

De reparatiekosten bleken helaas niet in verhouding met de leeftijd van mijn wagentje en ik was genoodzaakt na al die jaren afscheid van hem nemen. Nu had ik alleen nog de beschikking over mijn benenwagen. Maar met één been kom je niet zo ver. Geen vervoer, afscheid van mijn dierbare Koets… Ik zag de volgende nachtmerrie al opdoemen. Maar zover is het wonderwel nooit gekomen.

Als ik uit het raam kijk, zie ik hem staan op het veilige parkeerplekje voor mijn huis. Een droom waarvan ik weet dat die geen bedrog is: een andere auto, aangepast en wel. Dankzij kordaat en vakkundig optreden van garage Dijkstein, die dit binnen een week wist te fixen.

Het zijn geen nachtmerries meer, maar het is iets anders dat mij toch weer slapeloze nachten bezorgd: ik peins me suf over een toepasselijke naam voor mijn nieuwe Koets*. Want wat de kleur betreft moet ik een stapje terug doen: van goud naar zilver… en tja, da’s even wennen voor een verwende prinses.

*Suggesties zijn van harte welkom.

Irma Moekestorm

Irma Moekestorm

Woensdagcolumnist | Schrijver | Dichter bij www.knipoog.nu

7 Reacties

  1. 25 juni 2015 at 16:19

    ter zijde: deze column stormt de top 10 binnen van meest gelezen artikelen op de nieuwsssite (Y)

  2. Len
    25 juni 2015 at 05:28

    Mooi verhaal en t zijn ook toppertjes bij Dijkstein

  3. monica
    24 juni 2015 at 22:10

    mooi verhaal!

  4. Annelies
    24 juni 2015 at 10:57
  5. Aad Rieken
    24 juni 2015 at 08:54

    ”Het Is Niet Alles Goud Wat Er Blinkt!”

  6. Joop P van de Merwe
    24 juni 2015 at 08:45

    Silver Cloud, naar het roemruchte automodel van Rolls Royce

  7. jelle
    24 juni 2015 at 08:03

    De Schicht