Van de week was ik present op een willekeurige nieuwjaarsreceptie ergens in Maassluis. De locatie doet er niet toe, want op elke nieuwjaarsreceptie gelden dezelfde vuistregels. Zo kent elke receptie minstens één sfeermaker: iemand die grossiert in grappen en grollen, gewoonlijk van het flauwste soort. Dit is meestal een man van middelbare leeftijd of een oudere man. Hij wordt geflankeerd door minstens één lachebek, die zijn sociale ongemak probeert te verbergen door zo luid mogelijk te schateren om de grappen van de sfeermaker.
Het alcoholische spraakwater vloeide ook op deze nieuwjaarsreceptie ruimschoots, en de sfeer werd steeds joliger. Naast de gebruikelijke koetjes en kalfjes kwam men te spreken over belangwekkende onderwerpen, zoals de hoge verkeersdrempels en de oude buren. Ondertussen zaten de weinige wat meer jeugdige bezoekers steeds gekluisterd aan hun telefoons, druk bezig te doen alsof zij er niet zijn. Voor die wens had ik wel begrip, voor hun houding niet echt.
Een open gesprek is in zo’n situatie een zeldzaamheid. Toch was dat wat mij overkwam. Een oudere dame links van mij begon een gesprek over haar zorgen en haar hoop. Ze vertelde over de dingen waar ze ’s nachts van wakker ligt, en de zaken waar ze dankbaar voor is. Ik luisterde slechts, maar er lichtte iets op. Niemand had iets door, behalve zij en ik, en het gebeurde in een tijdsbestek van nog geen tien minuten.
Om echt iets van jezelf te laten zien in een gemaakte wereld: het is een kwaliteit die je niet kunt overschatten. Mijn dag was gemaakt.
Martijn van Leerdam