Het zijn van die meisjes die je meteen zou willen adopteren. Een jaar of 5, 7 en 9 zijn ze. Met van die leuke staartjes, vrolijke kleren en lieve koppies. Ze dartelen rond hun oma die hen uit school komt halen en eentje rent vooruit richting het zebrapad. Even ben ik bang dat ze zonder kijken over wil steken, maar natuurlijk stopt ze keurig om op oma en zussen te wachten. “Jaaaa, opa is er!” juicht ze. De anderen rennen naar haar toe en beginnen enthousiast te zwaaien naar een man die achter het raam van het huis aan de overkant in bed ligt. Opa zwaait uitbundig terug. Oma straalt. “Ja, hij is thuis en hij wacht op jullie!” Een luid gejoel stijgt op. Ze steken over en verdwijnen in het huis aan de andere kant van de straat. Een paar tellen later zie ik drie meisjes op het bed van opa, het past allemaal net. Geen idee of opa zich rustig moet houden van de dokter, maar dit bezoekje zal hem zeker goed zal doen. Het doet me denken aan een zinnetje dat ik pas tegenkwam op internet: ‘Alleen de beste ouders worden gepromoveerd tot grootouders’. Deze hebben het vast heel goed gedaan!
Als ik een van mijn zoons later die dag vertel dat we onszelf weleens op iets lekkers kunnen trakteren omdat ik wat oude spullen heb verkocht via Marktplaats, zie ik hem meteen in de denkhouding springen. Ongetwijfeld schiet er van alles door dat hoofdje wat hij eventueel te koop zou kunnen aanbieden. Maar in plaats van een opsomming van mogelijke verkoopartikelen, zegt hij: “Nou ja, opa en oma verkopen we in elk geval niet. Wat heb je aan een miljoen als je geen opa en oma meer hebt?”
Ik denk dat ik ook maar een tegeltje ophang: ‘En alleen de allerbeste grootouders krijgen de aller-állerliefste kleinkinderen’.
Jacqueline Bouwmeester