Minstens zeven paar ogen staren naar de tv. Geen echte, hoor, er zit gewoon een stel mascottes op de bank. De vloer is bezaaid met uitgevallen oranje haren en veren. Waar je ook kijkt overheersen de Wuppies, Beessies, Leeuwtjes en weet ik wat er het afgelopen decennium nog meer voorbij is gekomen aan bij-de-boodschappen-cadeautjes in voor het Nederlands elftal belangrijke tijden. Voeg daar aan toe de overblijfselen van een Oranje-feest (stropdassen, hoedjes, petten, shirts, leeuwenpakken, you name it) en zie daar: onze huiskamer in Oranjesfeer. Met vijf kinderen in huis ontkom je er niet aan.

Alles is in stelling gebracht voor De Wedstrijd van vanavond. Het verloop van de wedstrijd zelf laat zich nog even afwachten, maar hoe het er hier thuis aan toe gaat, weet ik inmiddels wel. De drie jongens nemen tijdig hun positie in op de bank. Als er ergens tussen de Wuppies nog een plekje te vinden is tenminste. Oudste dochter voegt zich daar later bij, jongste dochter loopt nerveus kwebbelend heen en weer, wat door de anderen als enigszins ‘irritant’ wordt ervaren.

Is de wedstrijd op gang, dan verdwijnt jongste dochter naar boven. Ze mag haar mond niet open doen, terwijl haar oudste broer de boel luidkeels van commentaar voorziet. Maar ja, die heeft er verstand van, dus dan mag het. De twee andere jongens worden over het algemeen steeds witter door de spanning of juist steeds roder als het doelpuntenaantal aan onze kant toeneemt. In de rust verdwijnt de tweeling met een voetbal naar buiten: “Ik ben Sneijder!” en “Dan ben ik Van Persie!” en wanen zich voor even een ster.

Tijdens het eten hebben we het over mensen die we bewonderen. Het is gezien de heersende Oranje-manie niet raar dat ik een opsomming verwacht van het complete Nederlandse elftal, al dan niet aangevuld met een aantal oudgedienden van het vorige WK. Twee van de drie zoons komen inderdaad met wat voetballers op de proppen. Dan volgt nummer drie. Met een vastberaden blik in de ogen noemt hij de naam van zijn vriendje: “Want weet je, hij moet zich elke dag een paar keer prikken voor zijn diabetes en toch lacht hij altijd.” Zo, díe zit alvast. 1-0.

Jacqueline Bouwmeester

Jacqueline Bouwmeester

journalist | schrijver | moeder van vijf | jacquelinebouwmeester.nl | lifewith5.nl

5 Reacties

  1. 20 juni 2014 at 11:50

    Mooi stuk, Jacqueline!
    Vooral heel herkenbaar, maar ontroerend slot 😉 Ik (wij) heb ervan genoten!

    • Jacqueline Bouwmeester
      21 juni 2014 at 20:30

      Bedankt allemaal! 🙂

  2. 18 juni 2014 at 18:08

    Geweldig! Het hart op de juiste pek 🙂

    • Jacqueline Bouwmeester
      19 juni 2014 at 11:23

      🙂

  3. 18 juni 2014 at 15:44

    O wow, Sjak, deze is echt prachtig! Ikzit met dikke kippenvel!