Editor's Rating

Piet deelt zijn nautisch verleden met ons op een bijzonder wijze. Als je zijn verhaal zo leest, zou je bijna zin krijgen ook eens aan boord te gaan. Wat let jou nog?

“Wil je een rondje varen op de Maas?”, krijg ik van een kennis te horen. “Natuurlijk”, reageer ik meteen. Als oud-zeevarende, lang geleden, in een vorig leven lijkt het wel, heb ik altijd de trek naar het water behouden. In Maassluis woonde ik achter Station-West en als ik in de woonkamer op de tafel ging staan, zag ik tussen twee rijen huizen door nog net een stukje van de Waterweg. Dat deed ik regelmatig, op die stevige eikenhouten tafel staan om een schip voorbij te zien varen. Alsof wij die tafel voor dat doel aangeschaft hadden. Mijn vrouw had er een andere mening over en vond mijn capriolen maar onzin.

Toen Het Balkon gebouwd dreigde te worden, voorzag ik al een belemmering van mijn uitzicht, een bedreiging dus. Het laatste stukje water zou verdampen. Daarom begon ik plannen te maken voor een verhuizing, naar datzelfde Balkon bijvoorbeeld, uiteraard met meer zicht op de Waterweg. Hoeveel jaren heeft het bord met “Weids wonen aan de Waterweg” niet langs de spoordijk gestaan alvorens de eerste paal de grond in ging? Het duurde mij te lang en die tafel paste op den duur niet meer bij het veranderende interieur. Er kwam een glazen exemplaar voor in de plaats, waar ik beslist niet op mocht gaan staan, als ik het al durfde. In gedachten zag ik de glasscherven al over de kamer verspreid liggen en de snijwonden in mijn benen. Zoveel had ik er nu ook niet voor over om een schip te zien.

Toen in Hoek van Holland appartementen op palen gebouwd werden was ik een van de eerste inschrijvers en sindsdien zie ik de hele dag schepen voorbijvaren, gewoon vanuit mijn stoel, waarnaast permanent een verrekijker ligt om het nog beter te kunnen zien. En elke keer denk ik dan: “zat ik maar aan boord, heerlijk varen naar verre oorden”. Als je eenmaal op zee gezeten hebt, wil je niet anders; dat water blijft trekken, als een magneet.

Dat rondje varen op de Maas trok mij dus wel, al zou het op een voormalig marinescheepje zijn. Als koopvaardijman heb ik niets met de marine, net als andersom marinemensen met een scheef gezicht naar de koopvaardij kijken. Maar voor het ‘goede doel’ wil ik mijn scepsis wel over boord zetten om zelf aan boord te stappen. En dan blijkt het vroegere marineschip defect te zijn, langdurig. Het is net de echte marine, waar het materieel vanwege alle bezuinigingen ook niet meer topfit is.

Gelukkig wordt snel een vervangend schip gevonden, de voormalige zeesleper Elbe, een van de paradepaardjes van Maassluis als sleepboot-museumhaven. Een uur lang geniet ik aan dek van het prachtig gerestaureerde trekpaard van de zee. Hulde aan de vele vrijwilligers, die het schip letterlijk van de ondergang gered hebben. Na haar sleeploopbaan heeft het schip nog jarenlang dienst gedaan als loodsboot in Amerika en vervolgens als vlaggenschip van de milieuorganisatie Greenpeace. Toen het bijna naar de sloop ging, staken enkele enthousiastelingen uit Maassluis de koppen bij elkaar, telden hun knopen en zagen heil in een nieuw leven voor dit stukje historie van Hollands Glorie. Die ondergang kwam overigens erg dichtbij, want in 2004 is het schip letterlijk ten onder gegaan, zelfs tweemaal.Stilliggend in Schiedam werd ze aangevaren door een losgeslagen zware ladingschip. Na eenmaal gelicht te zijn, zonk de Elbe nog een keer, nu vanwege sabotage met een enorme ravage tot gevolg. De echte ‘diehards’ lieten zich niet kisten en sleutelden vele jaren aan het schip totdat het weer volledig in de vaart gebracht kon worden.

Dat uurtje aan boord was echt genieten, zeker ook van het ritmische geluid van de twee zes-cilinder dieselmotoren, dat door de openstaande machinekamerluiken als muziek in de oren klonk. De dansende zuigers blonken als nieuw en in gedachten mijmerde ik weg naar die goeie ouwe tijd. Een tijd waarvan ik de minder goede dingen gemakshalve vergeten ben.

De vrijwilligers aan boord van de Elbe stonden te stralen, de liefde voor dit stukje geschiedenis is heel groot en hopelijk blijft de Elbe net als de Furie en die andere slepertjes een visitekaartje voor Maassluis. De Elbe is een waar pronkjuweel.

Piet van Dijk

Piet van Dijk

Piet van Dijk | PR Voedselbank | Schrijver | Secretaris 'World Ship Society Rotterdam'

4 Reacties

  1. 30 juni 2016 at 19:17

    Mooi gezellig stukje. Ook voor de promotie van de Elbe.

  2. Paulette
    30 juni 2016 at 11:31

    Genoten Ship Ahoy!

    • Piet
      30 juni 2016 at 12:08

      Dank je Paulette.

  3. Aad Rieken
    30 juni 2016 at 08:20

    ”EL-BE-waar ‘m!”