Jelle is helaas een paar dagen uitgeschakeld, Joop neemt deze keer zijn column over en wenst hem beterschap!!
Een verworvenheid van de moderne geneeskunde is het inzicht dat lichaam en geest niet los van elkaar staan. Eigenlijk is dat heel raar want wie had ooit verordonneerd dat ze wèl los van elkaar stonden en op grond waarvan?
Dat je lichaam effect heeft op je geest is gemakkelijk in te zien. Denk maar eens aan wat flinke kiespijn met je humeur doet, je wordt er behoorlijk chagrijnig van als het lang duurt. Voorbeelden van effecten van de geest op je lichaam zijn verschijnselen zoals blozen, hyperventileren door spanning, het wat zeldzamere het in je broek doen van angst en last but not least, de lichamelijke reacties op erotische of sexuele prikkels bij zowel mannen als vrouwen. Meer voorbeelden lijken me niet nodig. Je hoeft dus geen wetenschapper te zijn om de wederzijdse beïnvloeding van geest en lichaam te herkennen, gezond verstand is al meer dan voldoende.
40 jaar geleden was psychosomatiek, de leer dat ziekten door de werking van de geest kunnen ontstaan, erg in de mode in de geneeskunde. Ziekten waarvan de oorzaak onbekend was werden ineens hiermee “verklaard”. Onverwerkte conflicten in de jeugd speelden daarbij een grote rol. Een linke zaak omdat er nooit enig bewijs voor was. Een zuur voorbeeld is de maagzweer. Ik heb destijds uitgebreid moeten leren van een internationaal befaamde internist wat de psychische gesteldheid was van een lijder aan een maagzweer, hoe de maagzweer daardoor ontstond en hoe deze door psychotherapie, 6 weken bedrust en een slangetje in de maag waardoor een mengsel van melk en kalkwater druppelde, weer zou genezen. Mensen met een maagzweer hadden niet alleen last van de zweer zelf en de behandeling, maar kregen zo, onbedoeld, ook nog de schuld ervan: ’t is psychisch en het zit tussen je oren, vaak uitgelegd als: ’t is je eigen schuld!
We weten nu dat de maagzweer wordt veroorzaakt door een infectie van de maag met een bacterie, de Helicobacter pylori. Meestal lukt het om deze bacterie om zeep te helpen met een geneesmiddelenkuurtje van een week waardoor de maagzweer verdwijnt. Je hoort nu niets meer over de psychosomatische maagzweer. De woorden “ik weet het niet” waren moeilijk over de lippen te krijgen en moeilijke verklaringen zoals “het is psychisch” veel makkelijker…..
Triest genoeg kom je iets dergelijks vandaag nog tegen bij kanker. Er wordt nogal eens beweerd dat je ertegen moet vechten als je het hebt, dat je het dan kunt overwinnen. Sommige mensen ontlenen hier kracht aan om de ellende te doorstaan en dat is pure winst ongeacht de afloop. Maar hoe goed het ook bedoeld is, het gevolg is toch dat mensen die nièt genezen zich nogal eens schuldig gaan voelen omdat ze zelf of de omgeving denken dat ze niet hard genoeg hebben geknokt!
Natuurlijk kunnen mensen beter met ziekten omgaan als ze geestelijk goed in hun vel zitten. En van pijn hebben we minder last als we iets doen waar we plezier in hebben. Maar we moeten geen verklaringen voor ziekten en behandelingen accepteren als die niet zijn bewezen.
Ongeveer een kwart van de bevolking lijdt aan aandoeningen zoals fibromyalgie, chronische vermoeidheid, prikkelbare darm of overactieve blaas. Deze worden vaak “psychisch” genoemd. Eén ding is zeker, de oorzaak is niet bekend. Ooit zal die wel worden gevonden maar laat je ondertussen niks aanpraten. Uitspraken en adviezen van goedbedoelende dwazen of van oplichters, ik weet niet welke van de twee erger zijn.
Maar soms schieten we door naar de andere kant. Er is al een poosje een nieuwe mode in de geneeskunde, die van “evidence-based medicine”. Uitgangspunt is dat keuzes gebaseerd moeten zijn op de sterkste bewijzen. Het is niet moeilijk om in te zien dat iets dat bewezen is waar is. Maar deze logica wordt soms omgedraaid en leidt dan tot een bizarre denkfout. Dat is het idee dat iets niét waar is als het niet bewezen is. Alsof je nooit 3 meter ver zou kunnen springen als dat niet tevoren bewezen is.
Zeggen dat iets wèl waar is of niét waar is, terwijl we het niet weten, is allebei fout. Zeker weten, ook zonder bewijs.