Editor's Rating

Desiree wijs de weg hoe de burger Jeugdbescherming en Pleegzorg op hun verplichtingen kan wijzen waardoor de kans op een succesvol traject naar terugplaatsing aanmerkelijk groter is.
In de column van deze maand wil ik het samenplaatsen van broertjes en zusjes in pleeggezinnen belichten. Wie toetst de rechten van broers en zussen op een samenplaatsing bij uithuisplaatsing? Dit is een complex geheel. Om die reden heb ik jeugdrecht advocaat Reinier Feiner van het Advokatenkolletief Rotterdam gevraagd dit uitgebreid te belichten.
Reinier Feiner

Reinier Feiner

In het Nederlands Juristenblad (NJB 11-12-2015 afl. 43 blz. 3014 t/m 3019) vraag ik aandacht voor het gebrek aan en zicht op de toetsing van de kwaliteit van de pleegzorg bij het plaatsen van broers en zussen. Ik meen dat alleen in uitzonderlijke gevallen de belangen van broers en zussen kunnen leiden tot een gescheiden plaatsing. Daarbij dienen de belangen van het kind vooropgesteld te worden en is in beginsel een gebrek aan plekken of de voorkeuren van pleegouders onvoldoende reden voor de scheiding.

Op richtlijnenjeugdhulp.nl zijn richtlijnen voor de uitvoering van jeugdhulp aan gezinnen en kinderen te vinden. Opmerkelijk is dat bij de onderbouwing van de richtlijn uithuisplaatsing op pag. 50 het uitgangspunt van samenplaatsing van broers en zussen bij uithuisplaatsing wordt gesteld. Die richtlijn is geschreven als handvat voor de jeugdbescherming.

In de Richtlijn Pleegzorg, die handvatten biedt aan medewerkers in de pleegzorg wordt de voorkeur voor samenplaatsing zeer sterk afgezwakt (zie pag. 160 van de onderbouwing van deze richtlijn). In de praktijk valt op dat de jeugdbeschermer uit huis te plaatsen kinderen aanmeldt bij pleegzorg en zich vervolgens een proces van matching (het zoeken van een geschikt pleegzorgadres voor een kind) buiten het zicht van de jeugdbeschermer, ouders en kinderrechter afspeelt. Hierdoor lijkt het vaak onmogelijk de rechten van kinderen op samenplaatsing te borgen en zijn vaak praktische overwegingen leidend bij de plaatsingsbeslissing.

Intensief

Waar de Richtlijn Pleegzorg weer veel stelliger in is ten aanzien van de begeleiding van de uithuisgeplaatste kinderen is dat bij jonge kinderen (jonger dan vijf jaar) in het eerste half jaar zeer intensief samen met de ouders moet worden ingezet op de terugkeer van de kinderen bij de ouders. Dat betekent dus een zeer intensief contact en zeer intensieve hulpverlening. Aan de andere kant geeft de richtlijn pleegzorg aan dat indien na een half jaar het perspectief nog onduidelijk is feitelijk al gedacht moet worden aan perspectief biedende plaatsing.

Opvoedingsbesluit

Bij oudere kinderen zou dit na maximaal een jaar een afweging moeten gaan worden. In de jeugdbescherming noemt men dit ook wel het opvoedingsbesluit. In de jeugdbescherming hanteert men vaak een termijn van anderhalf jaar waarin nog gewerkt wordt aan terugplaatsing. Ook hierin zitten er risico’s aan de verschillende uitgangspunten en termijnen voor het nemen van een besluit over het perspectief van de uithuisgeplaatste kinderen.

In de praktijk blijkt dat na een uithuisplaatsing het te lang duurt voordat effectieve jeugdhulp wordt ingezet; er is sprake van veel te weinig omgangscontacten, en de crisis-pleeggezin-plaatsingen zijn vaak geheim.

Inspanningsverplichting niet geleverd

Jeugdbescherming kan derhalve vaak niet de inspanningsverplichting leveren die de overheid bij uithuisplaatsing op zich neemt, te weten; het zo snel mogelijk zo intensief mogelijk hulpverlening inzetten in het gezin, zodat de kinderen snel weer terug kunnen, terwijl anderszins pleegzorg al heel snel in het belang van de kinderen wil dat er een opvoedingsbesluit is over waar de kinderen kunnen opgroeien.

Gescheiden gezinnen

Het voorgaande klemt temeer als er kinderen in gescheiden gezinnen zijn ondergebracht omdat vervolgens het perspectief op het opgroeien bij de eigen ouders, maar ook het perspectief om als broers en zussen samen op te groeien in één gezin uit zicht raakt.

Advocaat jeugdrecht

De gescheiden werelden van jeugdbescherming en pleegzorg en het ontbreken van zicht op de communicatie hierin dienen de belangen van broers en zussen niet. Juist als het gaat om de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen als een uithuisplaatsing is het van belang dat ouders zo nodig met begeleiding van een in jeugdrecht gespecialiseerde advocaat de belangen van hun kinderen veilig stellen.

Die belangen zijn er soms ook in gelegen de vereiste jeugdhulp af te dwingen als de inspanningsverplichting van de overheid wordt verzaakt. Bijvoorbeeld door het college te dwingen jeugdhulp die niet beschikbaar is elders in te kopen.

Zwaktebod

Te vaak wordt in dit soort zaken achteraf geconcludeerd door de kinderrechter dat de hele besluitvormingsprocedure geen schoonheidsprijs verdient maar dat de kinderen al zo lang uit huis geplaatst zijn, dat het beter is ze daar te laten opgroeien waar ze inmiddels geworteld zijn.

Conclusie

Als je op tijd en eventueel met behulp van een jeugdrecht advocaat, jeugdbescherming en pleegzorg wijst op hun verplichtingen is de kans op een succesvol traject naar terugplaatsing aanmerkelijk groter. Speciale aandacht en bijzondere bescherming hierbij verdienen de broers en zussen die gescheiden van elkaar worden geplaatst.

met dank aan Reinier Feiner voor de uitgebreide toelichting

 

 

Desiree van Doremalen

Desiree van Doremalen

Desiree van Doremalen | Juridisch adviseur | Ouderplatform Rijnmond | vaste columnist op woensdag 1x per maand (01-2015 tm 04-2016)

2 Reacties

  1. Paulette Elens
    9 maart 2016 at 10:26

    Leerzaam. Dank je Desiree!

  2. Aad Rieken
    9 maart 2016 at 09:09

    (G)een Broertje Dood Aan Je Zus Hebben Of Krijgen.!!