Handig met computers, telefoons en dergelijk kun je me niet noemen. Van al deze technische hoogstandjes ben ik slechts de simpele gebruiker. Eigenlijk is zelfs dát teveel gezegd. Noem me maar gerust een Opperkluns, zeker in mijn mannenhuishouden, waar alles juist draait om deze gadgets.

Destijds was ik de allerlaatste persoon in Nederland die overging van WP5.1 naar Word. Ik zag er het nut niet van in. Het ging best zoals het ging, waarom dan veranderen? Maar op zekere dag was WP5.1 verwijderd en Word geïnstalleerd door mijn persoonlijke computerexpert. Ik móest er wel aan geloven.

Zo ging het ook met mijn mobiel. Waarom zou ik overal bereikbaar moeten zijn? Lekker rustig juist om ongestoord de deur achter me dicht te trekken. Niets mis mee. Totdat hij daar toch ineens was, mijn persoonlijke mobiel. Een ‘afdankertje’ van manlief, die zelf allang weer aan een nieuwere versie toe was. Dan hoor je toch op zijn minst een beetje dankbaar te zijn voor zo’n nog best leuk telefoontje. Maar stiekem ben ik het niet…

Het werkt gewoon niet, mijn mobiel en ik. Wij worden nooit maatjes. Negen van de tien keer zit hij niet opgeladen in mijn tas. En als hij die tiende keer wel is opgeladen, gaat hij af op een plek of op een moment waar ik het net niet kan gebruiken. Onvindbaar lijkt dat ding dan tussen de puinhopen in mijn tas. Als ik dan eindelijk, bijna panisch, het volume heb weten te dempen, vergeet ik ‘m na afloop steevast weer harder te zetten…
Het laat zich raden wat voor consequenties mijn telefoon(on)gebruik heeft voor Whatsapp… Ik bespaar je de details.

Eerlijk gezegd dacht ik dat mijn reputatie van Opperkluns mij allang vooruit was gesneld.

Niet alleen in mijn gezin, ook in mijn vriendenkring heerst namelijk grote hilariteit om de talloze whatsappjes en sms-jes die mij nooit schijnen te bereiken.

Groot was mijn verbazing dan ook toen afgelopen week uitgerekend mijn assistentie gevraagd werd bij een project ‘tabletmeeting voor vijfenzestig plussers’ uitgaande van het bejaardentehuis. Ook nadat ik de dame die mij benaderde, verzekerd had dan wel in het bezit te zijn van een tablet, maar er alleen de basisvaardigheden mee te kunnen verrichten, bleef ze haar hoop op mij vestigen. Dat gaf mij, als Opperkluns, best een goed gevoel. Daar kwam het geluk nog bij dat ik niet meteen al door de mand was gevallen; ze had me niet eerst ‘ge-smst’ noch ‘geappt’, maar me gewoon op mijn huistelefoon gebeld.

De pret en het geplaag was niet van de lucht, in mijn mannenhuis, toen ik met het verhaal van de ‘tabletmeeting’ op de proppen kwam. Maar, nadat de lachsalvo’s verstomd waren, adviseerde mijn oudste mij, heel bemoedigend: ‘Je moet het gewoon doen. Ik denk dat je toch nét iets meer weet dan hen…’

Met de afspraak dat hij me nog een avondje wegwijs zal maken in het tabletgebeuren, heb ik de dame ondertussen beloofd mijn ‘assistentie’ te verlenen. Allicht steek ik er zelf ook nog iets van op. En… als ik ook déze keer niet door de mand val, heb ik mooi wel voorgoed afgerekend met mijn Reputatie van Opperkluns. Toch?

Irma Moekestorm

Irma Moekestorm

Woensdagcolumnist | Schrijver | Dichter bij www.knipoog.nu

5 Reacties

  1. Martine
    5 november 2014 at 12:16

    Irma, jij bent weer goed in afspreken.nl 🙂 … Leuke column!

  2. 5 november 2014 at 09:50

    Naamgenoot doet interessant,
    dat vind ik telkens heel frappant.

  3. Aad Solleveld
    5 november 2014 at 09:43

    Wp5.1 dat ken ik niet. Ik gebruik nog papyrus op mijn Tulip system one met een harde schijf van 20MB . DOS versie 3.1 werkt nog prima.

  4. 5 november 2014 at 09:20

    Ik Denk Ook Zo,Sta Aan Je Zij.

  5. 5 november 2014 at 09:09

    Ach het valt best mee volgens mij. 😉