Deze column is al eens eerder verschenen in februari 2014

redactie

column nr: 226

Stel je voor: je rijdt langs wegwerkzaamheden en terwijl er een man (het zijn vrijwel altijd mannen) aan het werk is, staan er een aantal anderen niets te doen.

Afgelopen week reed ik van huis naar mijn werk in Maassluis en ik kwam langs een plek waar een nieuwe brug in de weg is gemaakt. Op een stukje wegdek van nog geen twee vierkante meter bevonden zich 5 mannen. Vier stonden er te praten en een man zat op zijn knieën, tussen hen in, het wegdek te repareren. Meteen komt dan de vraag bij mij op: wat doen die vier daar? Wat doen ze? (niets blijkbaar) en waarom helpen ze die ene man die daar op zijn knieën zit te werken niet even?

En zie je dit nu voor het eerst dan is het nog een soort van komisch maar ik kom het vaker tegen. Wat is de functie van die vier staande mannen? Terwijl ik dit dacht en verder reed begon ik voor mezelf te bedenken wat hier nu eigenlijk aan de hand was. Waarschijnlijk waren het een opzichter van het project, een technische man, een chauffeur van de vrachtwagen die stenen voor het wegdek kwam brengen en chauffeur van een shovel.

Toen moest ik denken aan een klant van de bibliotheek die zich verwonderde over het aantal mensen dat er in de bibliotheek van Maassluis | Midden-Delfland werken. ‘Ik zie er nooit meer dan 4 in de bibliotheek’ sprak hij. Ik heb hem toen uitgelegd dat bibliotheekwerk meer inhoudt dan alleen het uitlenen van boeken. Er zijn collega’s actief op alle scholen in Maassluis, bij de ouderencentra, op de administratie, voor de publiciteit en marketing, bij financiën en ga zo maar door. Die mensen lopen niet allemaal tegelijkertijd in de bibliotheek rond terwijl de bibliotheek is geopend.

Maar stel nou eens voor dat dat wel zo was. Stel je voor dat door een of andere reden tijdens een openingsuur van de bibliotheek vier of vijf collega’s even bij een balie staan te praten terwijl een andere collega aan diezelfde balie een klant helpt. Ik denk dat je die mannen die aan de weg werken ook zo moet bekijken. Allemaal doen ze hun werk, soms is dat heel duidelijk (het repareren van het wegdek) en soms niet (de pratende omstanders) maar die hebben allemaal een functie of een bijdrage geleverd aan het verwezenlijken van dat project.

Mijn moeder noemde dat vroeger ‘verder kijken dan je neus lang is’. Ze had gelijk.

Wouter van Heiningen

Wouter vHeiningen

Wouter vHeiningen

Columnist sedert juli 2013 | Directeur Bibliotheek De Plataan voor Maassluis, Vlaardingen & Midden-Delfland | Bestuurslid van Nationaal Documentatiecentrum Maarten ’t Hart en stichting Ongehoord!

2 Reacties

  1. AdeB
    3 januari 2020 at 11:17

    Inderdaad gevalletje ‘verder kijken dan je neus lang is’. Je beschrijft het precies goed, Wouter. Was vroeger bij de post ook. Daar zag je zogenaamd alleen het loketpersoneel werken. Bij de apotheek zie ik het ook en dan moet ik mijzelf echt voorhouden, dat die andere mensen, die niet aan de balie helpen, ook gewoon aan het werk zijn. Vooral als het wachten erg lang duurt ;-).

  2. Aad Rieken
    3 januari 2020 at 09:09

    “Schone Schijn?!”

    Geniet van het goede der aarde,
    kijkers schijnen ook van/veel waarde.
    Al werken ze niet,
    tot veler verdriet,
    er zijn werk maar ook luxe-paarden!
    (zij zetten wat voeten in aarde)