Vandaag keren we huiswaarts in een vliegtuig dat propvol zit met ex-vakantiegangers. Ieder plekje is bezet en dan zijn er nog vijf baby’s, bij de ouders op schoot. De ouders lopen af en aan naar het hokje vlak achter ons, waarvan ik al snel lucht krijg dat het als het een soort van babyroom fungeert.
Mijn jongste zit voor het raampje rechts van mij en achter ons bevinden zich mijn man en oudste zoon. Links tref ik een aardige buurman, maar de man vóór mij blijkt een stuk minder aardig. Hij zet zijn stoel namelijk direct in de slaapstand, waardoor mijn knieën klem tegen de leuning van zijn stoel komen te zitten. Niet echt handig als je de proviandrugzak, die onder je stoel staat, moet beheren. Gelukkig zet hij, na aansporing van mijn aardige buurman, met de nodige tegenzin, zijn stoel weer in de ‘normale’ stand.
Terwijl jongste de zoveelste diepe zucht slaakt – de vliegreis duurt wel erg lang – is aan de andere kant van mij de aardige, maar wel wat corpulente, buurman in slaap gevallen. Hij zakt steeds verder in mijn richting, nog even en hij vleit zich minzaam tegen mijn schouder. Zo diep in slaap, met zijn mond een beetje open, wekt hij bijna een soort vertedering bij mij op, waardoor ik het niet over mijn hart kan verkrijgen hem wakker te porren.
Mijn knieën zitten inmiddels toch weer klem tegen de rugleuning van de man voor me. Stukje voor stukje heeft hij eigenwijs zijn stoel weer in de relaxstand gezet. De held! Durft hij wel, nu mijn ridder in diepe rust is!
Ondanks mijn ongemakkelijke houding, doe ik zelf ook maar even mijn ogen dicht en mijmer nog wat over onze vakantie. In 1996 vierden we ons vijfjarig huwelijk op prachtig en ongedwongen Kreta, waar de mensen hun leven leiden dat hen past als een jas: slow-down. Deze meivakantie keerden we er met groot succes voor een tweede keer terug. Samen met onze kinderen ditmaal. Na precies twintig jaar.
Abrupt word ik door een vriendelijke stewardess uit mijn zoete dromen gehaald. Ik heb geen interesse in iets uit haar karretje, maar ik ben wel weer klaar wakker. Tjonge jonge, wat een reis! Maar, opgeladen na onze droomvakantie, is er werkelijk niets, maar dan ook niets dat mijn humeur kan verstoren. Stiekem hoop ik dat het Griekse slow-down-gevoel, dat me blijkbaar besmet heeft, nooit meer te genezen is.
Met dat mijn priovandrugzak leegraakt, naderen we de kleurrijke bloembollenvelden, de windmolens op een rij en de weilanden in keurige vlakken. Mijn zoon tuurt ingespannen door het raampje. De luie man zet zijn stoel rechtop. De aardige buurman, klaarwakker nu, buigt zich over me heen om ook maar niets te missen van wat er zich beneden van ons afspeelt. Ik houd angstvallig mijn buik in. Opwinding zindert door het vliegtuig. We belanden immers in ons nu weer extra opvallend, keurig geordende landje.
Een ieder haast zich om de bagage uit het net te halen om het liefst als eerste het vliegtuig te verlaten, klaar om het haastige, structurele leven in Nederland weer op te pakken. En ja, daar zit je dan met je slow-down-besmetting, waar de Hollandse nuchterheid helaas akelig goed tegenop gewassen blijkt te zijn…
8 Reacties
Misschien Geeft ’t Per Ongeluk..,
Het Niet Verwacht Perron Geluk!
Mooie column Irma en heel audio-visueel geschreven! Ik hoorde hem snurken!
Dank je wel, mooiste compliment voor een schrijver!
Zo Nu Weten Jullie Het Wel…,
Ik Blijf Voorlopig Vrij-gezel(lig)!
Dit Rijmt En Dicht,Te(r)-gelijk,
Het Is Maar Hoe Je Het Bekijk.
Die Aad, je solliciteert toch niet per ongeluk? 😉
”STADSDICHTER GEVRAAGD!”
Als Dichter Ben Ik Niet In De Wieg Gelegd..,
Maar Als Rijmer Steeds Mijn Zegje Gezegd!
”STADSDICHTER GEVRAAGD!”
Als Dichter Ben Ik Niet In De Wieg Gelegd..,
Maar Als Rijmer Steeds Mijn Zegje Gezegd!
”In De Normale” Vlieg-Tuig Stand,
Is Er Ook Echt Niets Aan De Hand.
Maak Je De Tour Door Het Westland…,
RAAK JE VANZELF IN EEN WELSTAND!