Er is tegenwoordig bijna geen telefonische service meer die je direct doorverbindt met een echte stem. De stemmen die je eerst hoort zijn vast ook van echte mensen, maar ingeblikt en opgeknipt in keuzemenu’s.

Eén menu is niet erg, twee gaat ook wel, maar als je dan in een derde of vierde belandt, begint er toch irritatie te ontstaan. En de ergernis wordt groot als na een vijfde keuzemenu een zoetgevooisde stem zegt dat de verbinding nu verbroken wordt. Lichtelijk verbijsterd staar ik naar mijn telefoon die zacht tuut-tuut doet en blijf met onbeantwoorde vragen zitten. Ergerlijk. Nee, dan de Nederlandse Spoorwegen en in het bijzonder de afdeling internationaal.

We wilden naar Oostenrijk voor een wandelvakantie. Nu is dat land prima per auto bereikbaar en lekker hard door Duitsland rijden, is best aardig. Dat zou deze keer kunnen omdat er geen volgepakte aanhanger, die je verandert in een slak op de snelweg, achter gekoppeld hoefde te worden. Pech voor ons dat ons Franse vehikel bij de garage stond. Daarheen gebracht door de alleraardigste medewerkers van de ANWB. En het onderdeel dat nodig was voor de reparatie, was zo bijzonder dat het helemaal uit het moederdepot in Frankrijk moest komen. Zucht.

Maar er leiden meer wegen naar Rome en de trein heeft voor mij altijd wel iets aantrekkelijks. Ik koester goede herinneringen aan nachtelijk sporen naar Zwitserland en Oostenrijk, zowel in de winter als de zomer. Ik kan prima slapen in een couchette.

“Wat? Slapen in een courgette? Wat is dat voor geks?”

Niet al onze kinderen hebben Frans op school en misschien sprak ik het ook niet helemaal duidelijk uit. Kort en goed, met de nachttrein naar Oostenrijk, zou dat nog kunnen? De webstek gaf aan dat dat wel eens lastig zou kunnen worden op deze korte termijn. Er stond een nummer bij dat ik kon bellen. Met enige aarzeling begon ik aan de tocht door de keuzemenu’s. Maar al na een tweede keuze kreeg ik een jongeman aan de telefoon die zich zo voorstelde dat ik zijn naam goed kon verstaan. Dat was al een verademing.

Ik legde hem onze vraag voor en wat daarna gebeurde overtrof al mijn verwachtingen. Hij nam rustig de tijd om met me mee te denken, mogelijkheden op te zoeken, af te wegen, te kijken naar alternatieven, bij voorkeur niet de duurste. Het leek wel alsof hij het leuk vond, dit spoorzoeken. En ik dacht gaandeweg het gesprek: het kan dus wel, gemotiveerde telefonische medewerkers. Na een half uur waren we er wel uit en verkocht hij uiteindelijk een reis waar hij zelf net zo enthousiast over was als ik. Toen hij mij ter afsluiting een goede reis wenste klonk het bijna alsof hij het jammer vond dat hij zelf niet mee kon.

Als ik in de komende tijd nog weer eens een keer vastloop in één of andere telefonische warwinkel dan ga ik om stoom af te blazen bellen met NS Internationaal en een halfuurtje kletsen over de ongekende mogelijkheden van het Europese Spoorwegennet.

Gerrit van Dijk

Gerrit van Dijk

2014-2019 | Columnist op woensdag (1x per maand) | Dominee PKN | @gdijkdijk op Twitter

1 Reactie

  1. Aad Rieken
    5 augustus 2015 at 08:29

    ”GA TOCH FIETSEN”