Ik droom van Maassluis als een stad van dankbaarheid. Een stad waar elke inwoner zich realiseert dat hij bevoorrecht is. Niet dat Maassluis nu de meest leefbare stad ter wereld is. Maar de meesten van ons zijn gezegend en rijk. Gezegend met vrede, voedsel, woonruimte en ontwikkeling. Rijk aan vriendschap, liefde en contact.

Ik droom van een Maassluis waar de mensen uitbundig vieren dat ze vrolijk en gelukkig zijn. Niet dat ze dat altijd zijn. Maar wel dat ze vrolijker en gelukkiger zijn dan de mensen ooit zijn geweest. Ik droom van Maassluizers die zich bedrinken van geluk. Niet uit verveling of ellende, zoals de gewoonte schijnt te zijn, maar uit vreugde en geluk.

In mijn droom is het niet altijd feest. De ochtend na het grote feest gaat iedereen aan de slag. Oude wonden worden geheeld. Er worden nieuwe verbanden gelegd. De armoede verdwijnt, net als de eenzaamheid, de luiheid en de teleurstelling. En dat alles uit dankbaarheid. Omdat de meest bevoorrechten onder ons niet te beroerd zijn om zichzelf volledig te geven — om te delen in andermans verdriet. De ziel van deze stad heeft niets te maken met de dagelijkse zaken waar wij ons allemaal zorgen om maken, zoals aanzien, arbeid, geld en ‘ik’. De ziel van deze stad is dankbaarheid. En je bent pas echt ergens dankbaar voor, als het leidt tot een ommekeer.

Wie moeten we dan dankbaar zijn? Daar kun je verschillend over denken. Onze voorouders bijvoorbeeld, die deze stad hebben gebouwd. Onze geliefden. Het klimaat. De werkgevers, de overheid, de geschiedenis, de vruchtbaarheid van het land en de zee. De mensen van overzee, die de prijs van onze rijkdom hebben betaald. Het toeval, niet te vergeten. Als gelovig mens zeg ik natuurlijk: wij danken de Heer onze God, die dat alles omvat.

Martijn van Leerdam

Martijn van Leerdam

Dinsdagcolumnist voor Maassluis.nu in 2013-2014 | Dominee bij PKN Maassluis Koningshof | @DsMartijn op twitter