Twijfelend sta ik op de snoepafdeling. Vrijdag is het Halloween en ik verwacht een kudde jonge buurtgenootjes voor een greep uit de grote graaipot, die ik speciaal voor de gelegenheid samenstel. Mijn blik valt op een zak mierzoet gekleurde suikerhartjes en in gedachten ben ik weer negen en sta ik op de stoep bij tante Mien.

Als we in de buurt waren, mochten mijn broertje en ik altijd een snoepje halen bij de zus van mijn opa en dat waren steevast, jawel, suikerhartjes. Tante Mien was, laat ik het zo zeggen, een bijzondere vrouw.

Ze droeg permanent een neksteun (ik vroeg me altijd af hoe ze zich in vredesnaam aan- en uitkleedde) en op haar ene brillenglas zat een lapje.

Als jong meisjes was ze vaak ziek geweest en de dokters voorspelden dat ze niet oud zou worden. Tante Mien trouwde dan ook niet, dat zou toch zonde zijn geweest, maar ze had genoeg om zich mee bezig te houden. Haar komende overlijden bijvoorbeeld – en haar erfenis. Niet dat ze veel bezat of er echte schatten te verdelen waren, maar ze zag alles maar liever goed geregeld.

Achterop alle vazen, de klok, fotolijstjes en alle andere spullen in haar piepkleine huisje zaten stickertjes met daarop in zo’n keurig oude-mensen-handschrift de naam van de gelukkige erfgenaam. Raakte nicht A of broer B uit de gratie, dan bestond de kans dat hun erfstuk zomaar in handen van een ander zou vallen, want de stickertjes werden zonder pardon verwisseld. Tante Mien moest nog weleens over rekenen, want zoals dat gaat vielen er in de loop van de jaren geregeld familieleden af. Naast haar erfenis had ze het hele programma voor de begrafenis tot in detail vastgelegd en op een regenachtige woensdagmiddag schreef ze alvast de enveloppen voor de rouwkaarten en voorzag die van postzegels.

Afijn, er moest véél bijgeplakt worden naast de postzegels van twee cent, die ze zo keurig op de enveloppen had gedaan, want tante Mien overleefde al haar broers en zussen. Eigenlijk was het best nog een schok toen ze op 93-jarige leeftijd haar laatste adem uitblies, want we dachten serieus dat ze de 100 wel zou gaan halen. Jammer dat in haar tijd Halloween nog niet bestond, bedenk ik me terwijl ik toch maar een zak met wat eigentijdser snoepgoed in mijn karretje gooi. Ze was er vast klaar voor gaan zitten, voor zo’n kudde kinderen op de stoep.

Met héél veel suikerhartjes in een héél grote pot – met onderop een sticker.

Hoofd Redactie

Hoofd Redactie

Hoofdredactie van Maassluis.Nu | Verzorgt berichtgeving die niet onder een specifiek redactieteam valt

5 Reacties

  1. 31 oktober 2014 at 09:21

    Hallo-Ween,Om te Gieren,
    Hallo Lach,Om te Vieren.

  2. Sjaak en Gerda Keijzer
    30 oktober 2014 at 05:21

    Leuk dat ik haar ook nog zo goed gekend heb en dat we dit nu in Mill Valley lezen waar we aan het oppassen zijn en met Luna en Marley ook langs de deuren gaan hier voor Helloween.

  3. Gerda
    30 oktober 2014 at 05:17

    Heb net je column aan Sjaak voorgelezen. Wat grappig dat ik haar ook nog zo goed heb gekend en dit nu in Mill valley lees!

  4. 29 oktober 2014 at 13:09

    Heerlijk, zo’n suikertante. Iedereen heeft er wel zo een, compleet mét stickertjes op de achterkant van de inboedel 🙂 maar deze spant vast de kroon!

  5. Aad.Rieken
    29 oktober 2014 at 09:16

    Suiker-Goed!