Afgelopen dinsdagavond was ik in een volle Rotterdamse schouwburg getuige van de opening van het 47e Poetry International. Achttien dichters uit alle windstreken lazen er twee van hun gedichten voor, omlijst door muzikale bijdragen van onder meer de driekoppige band Rooie Waas met het fascinerend confronterende nummer ‘je bent raaaarrrr’.
Uiteraard werd er deze avond een groot beroep gedaan op de flexibiliteit van de geest betreffende het interpreteren van de vaak onsamenhangende dan wel hoogdravende woordenbrij. En dat lukte me bij de ene dichter beter dan bij de andere.
Soms hoef je de context ook niet te begrijpen om toch geroerd te raken door de manier van voordragen. Zo bracht een Duitse dichteres me alleen door haar melodieuze bijna gezongen tekst in een aangename droomtoestand terwijl een Nederlandse even later juist het tegendeel bereikte omdat haar gebruikte intonatie erg geforceerd op me overkwam. Dat dat gevoel subjectief is bleek uit het meer dan gemiddelde applaus dat zij na afloop van haar voordracht kreeg.
Smaken over de vorm waarin het gedicht gegoten wordt verschillen dus, maar ook over de inhoud kunnen de meningen hemelsbreed verschillen. Zo kan er lyrisch worden gesproken over gedichten waaraan ik kop noch staart kan vinden:
‘Voor de bakker rijzen lege meters uit woestijnen glijden jaren aan bijgezichten fijne, bijgezichten. Prille kleine bijgezichten bij gezichten van de kleine fijne stichtingen, de trouw van mijn bijgezichten, de geving om het te ontkiemen hier is daar van de ruisende akker, blote geving om een akker, akkers in karakters mijn karakter’
Dit begin van een gedicht van Peggy Verzett bevat absoluut een fijn ritme maar is qua tekst echt abracadabra voor me. Vind er te weinig aanknopingspunten in om er mijn fantasie mee op gang te krijgen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het ‘Hoorzaam’ van Steven Graauwmans:
Zonder geluid hoor je het
hoe de kraan lekt, de kinderen op straat
hoe nylondraden door de lucht spannen
hoe de ruis op herinneringen zich afzet
op dagdagelijksheid
——
hoe de vuist geheven
tegen een wereld in slow motion.
Wij verhoren het lawaai van elke dag:
Hoe in onze borst een boom barst
hoe we de splinters tellen.
Ook hier volgen de zinnen elkaar niet logisch op maar beland ik toch in een aangename gemoedstoestand die me even uit de dagelijkse sleur haalt. Iedereen moet mijns inziens de kans krijgen om dat bevrijdende gevoel te koesteren zonder te worden opgezadeld met grondige gortdroge analyses die taalpuristen op de tekstregels menen te moeten uitvoeren.
Prachtig voorbeeld van de gevolgen van zo’n te ver doorgevoerde analyse is het VWO-examen Nederlands van dit jaar. De vragen die de examenmakers bij een tekst hadden opgesteld bleken namelijk zelfs de schrijver van die tekst te machtig te zijn. Als een alledaagse tekst al tot zoveel interpretaties leidt is het niet moeilijk te voorspellen wat er gebeurt wanneer een abstract gedicht onder de loep wordt gelegd.
Hoe dan ook, na 2 uur gedichten luisteren hing deze jongen als een aangeslagen bokser in de touwen.
Komende week kan hij echter frisse inspiratie opdoen als hij in 8 dagen van Noord-Italië naar Valkenburg gaat fietsen. Poëzie door berg en dal.
2 Reacties
veel fijner om lekker vanuit je eigen luie bank te kijken. https://www.youtube.com/watch?v=2jIO2g4HCyY&list=PLvTE0j7lbeSAR1x6nkvGS07yLuNcRQ1fO
”HET ZAL ‘M WORST WEZEN!”
Er was eens ’n varken in Hulshorst,
die voor geen Goud met de bus dorst.
Dat vond ‘ie maar niets,
ging liever per fiets,
want voor je het weet ben je bus-worst!
”HARING-KOPPIG!”
Eigenwijs landrot uit Vlaardingen,
noemt schepen schaamteloos vaar-dingen.
Schip,boot,vlot of schuit,
dat maakt hem niets uit,
voor hem zijn het gewoon vaar-dingen!
”(T)URKS MEISJE!”
Een diep gelovig meisje uit Urk,
draagt nu ’n burka in-plaats van ’n jurk.
Eind haar Christendom,
sloeg in als een bom,
zij werd verliefd op ’n Turk!
”RECLAME FOLDERS!”
Al die stapels reclamefolders,
verspreid in stad,dorp en de polders.
Door ons niet gevraagd,
en ook niet behaagd,
liggen als oud papier op zolders!
”IN ROOK UIT/OP-GEGAAN!”
Vriendin ging sigaretten halen,
ja,dat was nog bij Piet van Straelen.
Ze kwam niet meer t(e)rug,
en zei nog heel vlug,
de koek is op en dat was balen!
”EEN MONSTERSCHE SLUIS!”
Is met zijn lot uiterst heel ontdaan,
nu Gemeen(te)/Schap and’re weg inslaan.
De Monstersche Sluis,
moet voor open huis,
een monsterlijk lange weg begaan!