Column nr 6

Twee ringen, ooit stonden ze samen in de winkel. Glanzend goud, glad, eenvoudig maar sprekend. Ze spraken de belofte uit van een mooi en stralend leven. Een belofte van liefde en trouw, een belofte van een heel leven samen, van geluk, van kinderen, van voorspoed en tegenspoed. Ze stonden daar in de winkel totdat ze werden uitgekozen door mijn ouders en kort daarop werden ze, na het lezen van hun geloftes aan elkaar gegeven. In die twee ringen lagen hun dromen en wensen voor de toekomst. Een toekomst die ze vanaf dat moment samen deelden. Uit die ringen sprak hun verbintenis en het vertrouwen wat ze in elkaar hadden.

Trouwen in die tijd hoorde erbij, iedereen trouwde uiteindelijk en je bleef bij elkaar. In voor- en tegenspoed was echt in voor- en tegenspoed. Huisje, boompje, beestje.
Bij alles wat ze meemaakten waren de ringen getuige. Ze zagen kinderen geboren worden en geliefden sterven. Mooie jaren wisselden minder mooie jaren af. Altijd bleven ze op dezelfde plek, de ene ring aan de ene hand en de andere ring aan de andere hand. Handen die door de jaren heen hard werkten, bergen verzetten en tegenslagen kregen te verduren. Soms ging de glans er een beetje af en moesten de ringen weer een beetje gepoetst worden maar ringen van goud zijn sterk en kunnen wel tegen een stootje.

Zelfs toen één hand zoekende werd, geveld door aandoeningen, de weg kwijt raakte bleven de ringen op hun plekje zitten. Meer dan ooit was hun kracht nu nodig. Meer dan ooit hun verbinding sterk. De hoop en de wens die zoveel jaar geleden was uitgesproken deed zich nu gelden. In voor- en tegenspoed.

Toen uiteindelijk één hand weg viel werd de verbintenis verbroken. Toch bleef de ring aan de andere hand trouw en er sprak liefde en genegenheid uit. Die andere ring werd zorgvuldig in een doosje opgeborgen bewaard tussen twee kussentjes. Die ring hoorde tenslotte onlosmakelijk bij die andere. Als je gewend bent om je hele leven naast iemand te staan dan valt het leven alleen niet mee. Je staat op en er is niemand die je goedemorgen wenst maar ook niemand die jij goedemorgen kan wensen. Moedig sloeg je je erdoor heen maar ik zag je eenzaamheid en het leven dat aan je voorbij trok.

Kinderen kunnen van alles doen om het leed te verzachten, de eenzaamheid te verdringen maar zijn nooit die andere hand, drager van die andere ring. Van een afstandje kijk ik toe maar ik kan niet veel doen. Als iemand alleen overblijft valt dat voor niemand mee, ook niet voor de kinderen.

Mijn moeder woonde nog op zichzelf en wij als kinderen probeerden daar natuurlijk zicht op te houden, maar vaak lukte dat ook niet. Ik hoopte maar dat haar akelige dingen bespaard zouden blijven, dat ze niet ook nog op oudere leeftijd slachtoffer zou worden van een overval of een brand. Zoals zij zich ooit zorgen maakte over haar kinderen zo maakte ik me nu zorgen om haar. Wat als ze valt en niet meer in staat is om te bellen? Wat als haar heup breekt en ze niet meer thuis zou kunnen wonen? Ik wilde haar ook niet betuttelen want ze kan haar boontjes toch prima zelf doppen?

Verhuizen zou al heel veel schelen want dan heb je ieder geval niet meer te maken met al die trappen in dat huis en het is ook nog eens veel makkelijker schoon te houden. We probeerden zoveel mogelijk hulp- en zorgmomenten te creëren op een dag en dat was een hele geruststelling. De wetenschap dat er ieder geval even iemand bij haar was die haar hielp en begreep, waar ook zij even haar verhaal kwijt kon en dat allemaal naast de zorg die ze kreeg. Wat waren we blij met de dames van DirectZorg. Zulke schatten wens ik iedere oudere die zorgbehoevend is.

Nu liggen de ringen voor het eerst weer samen in een doosje, netjes tussen twee kussentjes. Zoals ze ooit samen werden gekocht bij de juwelier. Ook aan haar strijd en uiteindelijk onze zorgen kwam een einde.

Ik kijk nog een laatste keer naar het juweliersdoosje met de ringen naast elkaar. Ze liggen precies waar ze hun hele leven voor hebben gestaan. Geloof, hoop en liefde aan elkaar. Sterk genoeg om stormen te doorstaan. Met het sluiten van het doosje is er definitief een einde gekomen aan hun verbintenis.

Editor's Rating

Op school zei men vroeger: een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw. Wat ons betreft drie zoenen. Mooi en beeldend geschreven met veel gevoel. Wij zijn er stil van. In deze column woont de empathie tussen de regels. Liefdevol geschreven over een volbracht mensenleven dat nu verstilt in een perfecte column. Een eerbetoon in optima forma.
Trudie Pasterkamp

Trudie Pasterkamp

Trudie Pasterkamp | Zaterdagcolumnist per 9-2017 | Coach Rouwverwerking & Verlies | Praktijk ELBE | Forum voor Maassluis■ Steunraadslid 2022-2026 ■

3 Reacties

  1. Dick Pasterkamp
    21 oktober 2017 at 21:23

    Lieve zus wat een prachtig verhaal. Ben er stil van.

  2. Aad Rieken
    21 oktober 2017 at 11:03

    Eens Waren Wij Verloofd,
    Met Twee Gouden Ringen.
    Maar Is Nu Lang Verdoofd,
    TOT HER-INNER-(R)INGEN!

  3. Marja Gerkema
    21 oktober 2017 at 10:27

    Prachtig verwoord.