Dat had ik even niet ingeschat, maar daar sta ik dan: met vochtige ogen zwaai ik mijn tijdelijke ‘pleegzoon’ na die de bus in stapt en waarschijnlijk voorgoed uit mijn leven verdwijnt. Vorige week was het de officieuze Week van de Uitwisseling. Of zoiets.
Half Maassluis & omstreken werd bevolkt door groepen middelbare scholieren uit onder andere Spanje, die hier waren om een paar dagen mee te draaien op een Nederlandse school en natuurlijk wat echte Hollandse cultuur op te doen. Best spannend. Want wie krijg je in huis, klikt jouw kind met zijn of haar uitwisselings-match, hoe gáát dat eigenlijk allemaal? Een beetje nerveus staan we dan ook op de Dag van Aankomst met de hele familie op het vliegveld om ‘onze’ Spanjaard op te halen. Helemaal niet nodig, blijkt al snel, want mijn zoon en zijn klasgenoten schieten acuut in de ‘ze-zijn-er-en-we-weten-wat-te-doen’-houding. Zij zijn een maand eerder al in Spanje geweest en zullen hun Spaanse vrienden nu op een onvergetelijk weekje Holland trakteren.
Als we ruim een halfuur later thuis komen, bliept de telefoon van mijn zoon er lustig op los. 103 Whatsappjes zijn er binnengekomen in die dertig minuten, want natuurlijk houdt de hele klas elkaar via de hedendaagse communicatiemiddelen op de hoogte van elke stap die genomen wordt. Van elk plan dat bedacht wordt. Van elk grappig/gek/irritant voorval dat plaatsvindt. Als ouder sta je erbij en kijk je ernaar. Het is een soort mini-maatschappij die zich voor je ontvouwt.
Net als ‘in het echt’ gebeurt er onderling van alles, moeten onze kinderen omgaan met mensen die soms heel anders in elkaar zitten dan zijzelf.
Met kinderen die problemen hebben, zich soms met moeite verstaanbaar kunnen maken, of die simpelweg bepaalde vaardigheden missen en dan bijvoorbeeld met hun fiets een auto rammen.
Het is één groot Hoe Ga Je Daar Mee Om-avontuur. Meestal heel leuk, soms heel moeilijk, maar vooral heel leerzaam. Het is mooi om te zien hoe twee klassen vol 14- en 15-jarigen voor elkaar klaarstaan, met elkaar meeleven, voor elkaar zorgen. Het zou zo maar kunnen dat hier vriendschappen voor het leven zijn ontstaan. Of zo maar voor een poosje, leuk om mee te skypen of online te gamen.
Als de bus die de Spanjaarden terugbrengt naar het vliegveld een week later voorrijdt, realiseer ik me dat ik me niet zo druk had hoeven maken.
We hebben geluk gehad met ‘onze’ Spanjaard, dat is duidelijk. Een leuke jongen, beleefd, in voor een spelletje met de jongere gezinsleden – áls hij tenminste thuis was. Want eerlijk is eerlijk: ik heb hem en mijn zoon deze week amper gezien. Dat schijnt ook bij zo’n uitwisseling te horen.
Maar als hij voor hij in stapt mij nog even een big hug geeft en ons allemaal bedankt voor een fijne week, dan schiet ik toch even vol. Wat een bijzondere ervaring. Niet alleen voor mijn zoon en zijn klasgenoten; het geldt zeker ook voor deze moeder.
Jacqueline Bouwmeester