Weinig onderwerpen maken zoveel tongen los als het eten van vlees en dan vooral het zich onthouden daarvan.

Zelf ben ik op mijn dertigste toegetreden tot de wereld van de zogenaamde pescotariërs, beter bekend onder de term semi-vegetariërs, zijnde mensen die wel vissen maar geen zoogdieren en vogels eten.  Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich de veganisten die ook geen eieren en zuivelproducten tot zich nemen en de fruitariërs die zich uitsluitend voeden met fruit en andere eetbare voortbrengselen van planten, die geoogst kunnen worden zonder de desbetreffende plant te doden of te beschadigen.

Die laatste fundamentalistische groep is zeer klein terwijl de groep (semi-)vegetariërs in westerse landen rond de 5% van de bevolking ligt.

De verhouding 95/5 heeft tot gevolg dat ik mij in gezelschap, waaronder mijn eigen gezin, regelmatig moet verantwoorden voor mijn dieetkeuze:

Vind je het zielig voor de beesten en waarom eet je dan wel vis?

Anderen weten te melden dat de mens van nature vleeseter is en niet zonder kan, of gaan in de aanval door me te wijzen op inconsequenties waar het het dragen van leren schoenen of nuttigen van gelatine (slachtafval in snoepjes e.d) betreft.

Gezonder af

Hoofdreden om te stoppen met vlees eten was de weerzin die ik steeds sterker ging voelen bij beelden uit de bio-industrie, gecombineerd met de vraag waarom ik überhaupt vlees moest eten als een mens ook makkelijk zonder kon? Met het tegenwoordige gevarieerde aanbod aan voedingsstoffen hoef je niets te kort te komen en ben je wellicht zelfs gezonder af gezien de hormonen en antibiotica die de beesten in hun korte leven te verwerken krijgen. Bovendien zijn in de schappen van de supermarkt ook steeds meer smaakvolle vegetarische vervangers te vinden, zij het wat prijziger.

Een echte vleesliefhebber ben ik nooit geweest wat het besluit natuurlijk vergemakkelijkte. Wat niet wegneemt dat het lastig blijft om dampende schalen met bittergarnituur ongebruikt voorbij te moeten laten gaan.

Milieu

Milieuredenen zijn ook zwaarwegend. Beesten zijn inefficiënte fabrieken waar het de omzetting van graanproducten naar vlees betreft en met een almaar toenemende wereldbevolking en afnemende oppervlakte regenwouden komen de natuurlijke grenzen in zicht. Een minder gehoord argument heeft een (vegetarische) vriend me eens aangereikt:

Je moet alleen beesten eten die je zelf durft te doden

Het blijft allemaal natuurlijk erg subjectief: waarom is in de westerse beschaving het eten van varkens en koeien wel geaccepteerd en het eten van van katten en honden niet (dit zie ik overigens niet als een mogelijk oplossing voor het geschetste probleem in mijn vorige column…)?
Belangrijkst is dat de supermarktbezoeker het verband gaat of blijft zien tussen het goedkope stukje vlees en de minder leuke achtergrond voor het dier.

12/07/2014

Ron v/d Berg

Ron v/d Berg

Zaterdagcolumnist (per 2016: 1x per 2 weken | ICT Beheerder | AVW atleet en vader van 3 dochters. Zie ook www.ronb1965.nl.

1 Reactie

  1. Arnold
    12 juli 2014 at 15:58

    Goede column, ik herken me er volledig in.