Onze beoogde 4e columnist op woensdag (als opvolgster voor Layla) is nog niet beschikbaar. Gelukkig biedt Paulette deze keer uitkomst.


 

Na wekenlang hard werken ben ik er eindelijk. Mijn eiland met kokospalmen. Alhoewel ik aanvankelijk dacht dat het alleen bestond in reisgidsen, waar de plaatjes altijd mooier zijn dan de werkelijkheid, blijkt het echt te bestaan.

Het witte zand, de zee met meer kleuren dan ik ooit heb gezien, de steelband op de achtergrond en de cocktails met parasolletjes netjes naast elkaar uitgestald op een bar gemaakt van bamboe. Tussen de palmbomen zijn hangmatten opgehangen. Ik besluit er straks een paar uit te proberen. Misschien wel allemaal, aangezien ik hier nu toch ben. Als het mogelijk is, wil ik duiklessen nemen om later in het jaar terug te komen en te zwemmen met haaien, zoals mijn vriendin Joke.

Aan de horizon zie ik een prachtig zeilschip en ik vraag me af hoeveel mijl het uit de kust is.

Een ober met een verblindende lach brengt me een caipiriña. Met een parasolletje natuurlijk. Hij zet het neer op een tafeltje naast me. Er zit een hoop munt in mijn glas. Precies zoals ik het lekker vind. Als ik er straks een paar op, heb kan ik misschien niet meer goed zwemmen maar drijven lukt altijd. Er zijn geen golven. De zee is strak. Schelpen zoeken is trouwens ook leuk. Ik ben nergens aan gebonden en neem alles zoals het komt.

In de verte zie ik een klein meisje.

Als ik me op haar focus, zie ik dat zij dichterbij komt. Als ze eenmaal voor mij staat, geeft ze me een bloem uit een mandje dat aan haar arm bungelt. Het is een witte bloem van een ras dat ik niet ken, maar goed, we zitten aan de andere kant van de wereld, dat is dus niet zo vreemd. Ze zegt niets. Ze glimlacht naar mij en raakt eventjes mijn hand aan.
Dan komt ze naast me zitten, onder de parasol en vertelt me hoe ze op dit eiland terecht is gekomen.

Plotseling hoor ik een belletje.

Een klein meisje trekt aan mijn mouw. Ze heeft een jurkje aan met witte bloemen van een ras dat ik niet ken. Naast haar staat een verpleegkundige in een kraakwitte jas . Onder het felle neonlicht ziet ze er bijna doorschijnend uit. Met een stralende lach stelt ze me gerust. Daarna komen de verlossende woorden: “Komt u maar mevrouw Elens. We gaan gelijk door naar de behandelkamer.

Ik mag eindelijk naar binnen.

Paulette Elens

Paulette Elens

Paulette Elens | Zondagcolumnist [ sept 2015 - sept 2016]

12 Reacties

  1. 18 mei 2016 at 21:41

    Gezellig verhaal zoals door jou altijd meelevend wordt geschreven

  2. 18 mei 2016 at 17:40

    Heerlijk weer. Genoten, maar wanneer doen we dat nu niet.