Ik durf het bijna niet hardop te zeggen, maar sinds een paar maanden ben ik de trotse eigenaar van een paard. Mensen die mij kennen, hebben vast onder tafel gelegen van het lachen toen ze het hoorden. Ik heb namelijk niks met paarden.

Als klein grietje vond ik het geweldig om rond te banjeren tussen de koeien, kippen, you name it, maar páárden… daar ging ik een blokje voor om. Mijn vader hoopte de liefde voor de edele dieren aan te boren door een kleine pony te kopen, die mooi op het weitje achter onze boerderij kon staan. Helaas: het witte mormel trapte mij tegen mijn hoofd en ik zwoor voor altijd uit de buurt van die beesten te blijven. Dat lukte aardig. Tot ik op een dag een pony erfde. Zat ik zomaar opgescheept met een heus paard. Menig klasgenootje was stikjaloers op mijn nieuwe aanwinst, het was tenslotte een mooi paardje en ook heus wel lief. Maar ik was er als de dood voor.

Toen ik na m’n opleiding een baan kreeg, ver weg van de boerderij, dacht ik alles wat hinnikte achter me te kunnen laten. Maar zodra ik iemand vertelde dat ik bij meidenblad Tina werkte, was de reactie: “O, dat páárdenblad.” Serieus. Er stond welgeteld één paardenstrip in en verder heel veel anderen leuke dingen, maar om de een of andere reden was dát waaraan altijd werd gedacht. Na een paar vruchteloze pogingen tot uitleg besloot ik het maar zo te laten: oké, ik werkte bij een páárdenblad. Met heel veel liefde en plezier overigens.

Jaren daarna kwamen er twee dochters. Natuurlijk: paardenmeisjes. Met een opa en oma die inmiddels alleen nog maar paardjes hadden rondlopen, zitten ze dus goed. En ik ook. Want de meiden kunnen heerlijk hun gang gaan en ik kan van een veilige afstand toekijken en meegenieten. Ging prima, tot afgelopen december. Er heerste een bijzondere spanning rond mijn verjaardag, die iets te maken met de paarden. Op De Grote Dag werd ik meegetroond naar de stal. Ik verzamelde al mijn moed, want ik dacht dat mijn grootste nachtmerrie uit zou komen: dat ik nu toch echt een ritje moest gaan maken op een paard.

Maar nee. Ik opende de deur en wat stond daar? Een piepkleine, keurig gepoetste mini-pony: Alexi, een zwart-wit Shetlandertje. Vorig jaar op de boerderij geboren, op Koningsdag. Dan verdien je een koninklijke naam. Alexi is een ontzettend eigenwijs beest en ik ben vanaf het begin af aan al gek op haar. Haar paspoort werd me officieel overhandigd en daarmee werd Alexi míjn paard. Afgelopen week vierde mijn prinsesje haar eerste verjaardag. En dat heb ik als kersverse paardenvrouw, samen met mijn paardenmeisjes, natuurlijk goed gevierd.

Jacqueline Bouwmeester

Jacqueline Bouwmeester

journalist | schrijver | moeder van vijf | jacquelinebouwmeester.nl | lifewith5.nl

3 Reacties

  1. Aad Rieken
    1 mei 2016 at 12:08

    ”MAN EN PAARD NOEMEN”
    werktenissterkalseenpaard!

    Een Gegeven Bij Ieder Paard,
    Kijk Hem Niet In De Bek.
    En Sta Niet Te Dicht Bij Z’n Staart,
    Maar Dichter Bij Z’n Nek!

    Op De Ponderosa,
    Leeft Nu Alexi.
    Tussen De Mimosa,
    Als Shetland Mini-Pony!

  2. Paulette Elens
    1 mei 2016 at 09:32

    Wát een supercadeau zeg! Lekker ontspannen column weer op de zondagmorgen bij m’n eerste kop koffie!

  3. 1 mei 2016 at 09:09

    Hahaha…of je nu wilt of niet….je moet!!!!!