We hebben er al heel wat uurtjes op de snelweg op zitten als daar eindelijk de overbekende afrit ‘Maassluis/Maasland’ opdoemt.

Kinderachtig misschien, maar al zo lang ik me kan herinneren begint er precies op dat moment iets te kriebelen in mijn buik. Hoe oud ik ook ben, ik blijf dit een speciaal moment vinden: het moment dat we van een paar weken vakantie weer thuis komen.

Zodra we het asfalt achter ons laten, kijken we uitgelaten om ons heen. Het lijkt wel of alles veranderd is en eigenlijk ook weer niets. Verwachtingsvol rijden we onze straat in, parkeren de auto en weten niet hoe snel we binnen moeten komen. Het was heerlijk om weg te zijn, maar hoe heerlijk ook om weer terug te zijn.

Ik ben, zoals gewoonlijk, de laatste die ons huis betreedt en word intussen al geïnformeerd over de stand van zaken: ‘De goudvissen leven nog! Bloemen van oma op de tafel! De telefoon knippert! Wat een hoop post!’ 

Ik kijk alleen maar om me heen en geniet van het feit dat het zo lekker fris is (ik zeg het niet hardop) en tevreden bedenk ik me dat ik voorlopig nog niet aan de slag hoef. Voordat ik namelijk ontspannen van mijn welverdiende vakantie kon gaan genieten, had ik me drie slagen in de rondte gewerkt om, naast al het inpakwerk, het huis zo schoon te krijgen en al het wasgoed weg te werken.  Ook al zou er geen sprake zijn van een welverdiende vakantie, dan was het door de drukte van alle voorbereidingen die gebeuren moesten, voordat we de deur achter ons dicht konden trekken, in ieder geval eentje geworden.  Maar daar pluk ik nu toch maar mooi de vruchten van.

Intussen hebben mijn reisgenoten de auto al leeggehaald.  Binnen no time lijken ze alles opgeruimd te hebben. Maar als ik boven polshoogte kom nemen, stuit ik op enorme bergen wasgoed voor de wasmachine, die de bergen in ‘La Douce France’ met gemak doen verbleken.  Terwijl de eerste van minstens tien wassen al draait, spitten de jongens beneden geestdriftig tussen de post. Voor beiden is er een briefje met de melding dat er bij de buren een pakje is bezorgd. Het blijken twee grote dozen te zijn bomvol studieboeken voor het nieuwe schooljaar.

Vijfendertig gekafte boeken later, twee volle boodschappenkarren en twaalf wassen plus vouw- en strijkwerk verder, besef ik dat ik onderhand weer eens wat in huis moet gaan doen. Het gewone leven neemt zijn loop. Bijna had ik me zelfs laten verleiden om te googlen waar we volgend jaar naar toe kunnen gaan, maar dat vond ik toch te gek voor woorden, we zijn amper een week thuis. Hoewel… ik heb er eigenlijk al best weer zin in, in een welverdiende vakantie.

Irma Moekestorm

Irma Moekestorm

Woensdagcolumnist | Schrijver | Dichter bij www.knipoog.nu

2 Reacties

  1. Aad Rieken
    19 augustus 2015 at 08:53

    ”DEFINITIE’S en/of DEFINITIEF”
    van Een Welverdiende vakantie

    VAK-ANTIE
    Het Mooiste Van Vakantie Is Thuiskomen.

    VAKANT-‘IE
    Ga Toch Fietsen.

    VA-KAN-‘TIE
    Veel Plezier M’n Jong.