Vorige week schreef ik over de pluspunten van het werk als dominee in Maassluis. Maar niet alles is koek en ei. Geheel volgens de directheid van communicatie, die niet specifiek is voor Maassluis maar wel voor het Westland èn Rotterdam, benoem ik vandaag zeven zaken die de uitoefening van mijn ambt lastig maken in Maassluis. Ze staan in willekeurige volgorde van belang.

1. De zondagmorgencultuur. De meeste zondagse kerkdiensten in Maassluis worden redelijk bezocht. Maar hoe aardig het ook wel niet is om voor een goed gevulde kerk te staan, dat is voor mij toch niet waar het om gaat. In elk geval niet het enige. Geloven doe je niet alleen op zondagmorgen. Als ik door de weeks iets organiseer, komt er vaak echter geen hond op af. Dat is wat ik noem: de Maassluizer zondagmorgencultuur.

2. De versnippering. Er zijn in het kleine Maassluis meer dan tien verschillende kerken en kerkgenootschappen. Allemaal belijden zij dat de kerk één is, maar werken ze ondertussen langs elkaar heen. Ik weet wel dat dit probleem veel groter is dan Maassluis, en ook dat er op dit vlak al wat stappen zijn gezet, maar een probleem is het nog steeds. Ik ervaar het ook in mijn ambt als gebrokenheid.

3. Een huis van de zaak. Vorige week noemde ik dit nog als pluspunt van mijn ambt. Maar dat een huis van de zaak ook nadelen heeft, ondervonden we al snel. We waren amper twee jaar in Maassluis, toen de kerk ons alweer vroeg om te verhuizen. We gingen er op vooruit, maar twee verhuizingen in twee jaar tijd is slecht voor je gezondheid. Inmiddels wonen we bijna twee jaar in onze huidige woning. Als het goed is, zitten we daar voorlopig goed.

4. De krimpende kerk. Een jaar of tien geleden telde de Protestantse Gemeente Maassluis vier wijkgemeentes en zeven fulltime dominees. Inmiddels zijn er nog drie wijkgemeentes en vier dominees over. Voor hoe lang nog? De kerk krimpt met één of twee procent per jaar, zowel financieel als qua ledenaantal, al vele jaren lang. De vergrijzing slaat toe. Dat maakt het werk voor een jonge, ambitieuze dominee soms wat minder dynamisch dan hij het liefst zou zien. Hoewel enkele kerken in Maassluis een redelijk stabiel groeicijfer laten zien, staat het er in de meeste kerken net zo voor.

5. De BM-factor. Als dominee in Maassluis word je vanzelf een Bekende Maassluizer. Dat is over het algemeen heel leuk, vooral als mensen naar je zwaaien op de weg, maar niet als je op zaterdag boodschappen gaat doen. Vanwege de drukte kom je de supermarkt toch al nauwelijks door, maar als je dan ook nog eens vijf bekenden tegenkomt, die allemaal even willen bijpraten, kun je nauwelijks meer spreken van een ontspannen vrije dag. De beste oplossing hier voor is om vroeg te zijn. Dan kun je tenminste een beetje doorlopen.

6. De vooroordelen. Als ik buiten Maassluis vertel waar ik werk, gaan de wenkbrauwen vaak omhoog. De eerste associatie: Maarten ’t Hart. Hij had echter niet zulke goede herinneringen aan kerkelijk Maassluis. Ben jij dan zo’n zware broeder?, zie ik mensen soms denken als ik vertel dat ik hier woon en werk. Ze doen er vaak een beetje medelijdend over. De tweede associatie, voor mensen die Maarten ’t Hart niet kennen, is meestal dat Maassluis een onbeduidend buitengebied is. Terwijl de stad toch middenin de Randstad ligt!

7. Het functieverlies. Vroeger speelde de dominee een vanzelfsprekende rol. Vandaag moet je zelf uitvinden wat er van je functie nog over is. Dat merk je het sterkst als je omgaat met jongeren. Zij kunnen prima zonder de kerk en zijn over het algemeen niet anders gewend. Ik ben er van overtuigd dat de bronnen van het geloof nog steeds een bron van inspiratie kunnen zijn, maar dan moet je wel samen op pad. Het is niet vanzelfsprekend dat mensen dat nog steeds durven en doen. Bij ouderen kom ik vanzelf veel over de vloer, maar voor de aandacht van jongeren moet worden gewerkt. Dit geldt voor tieners, maar ook voor twintigers, dertigers en veertigers.

Martijn van Leerdam

Martijn van Leerdam

Martijn van Leerdam

Dinsdagcolumnist voor Maassluis.nu in 2013-2014 | Dominee bij PKN Maassluis Koningshof | @DsMartijn op twitter

1 Reactie

  1. Robin Lagraauw
    12 februari 2014 at 18:14

    Leuke column Martijn, heel herkenbaar punt 5 de BM factor haha.