Het zonnetje lacht, de lucht is blauw en ik ben vrij. Wat zal ik doen? Ik besluit te gaan stappen. Mijn vaste rondje, langs de randen van Maassluis-West. Langs de Waterweg suizen de racefietsen en hollen degenen die niet aan de marathon van Rotterdam mee zullen doen. De zondagochtend is voor fietsers en baasjes met hun honden. En natuurlijk voor het handjevol dat ter kerke gaat.

Meestal schaar ik me daaronder. Het is tenslotte mijn werk. Mijn roeping. Wie roept mij? Is dat degene die altijd op dezelfde stoel in Koningshof zit? Of juist degene die er nooit komt maar nu wel doodziek is? Of is het die jonge vrouw uit de vreemde met haar dochtertje? Die roept nu van verre. Ik heb haar weggebracht, het minste wat ik kon doen. Gek, of juist niet, maar ik lees en hoor deze week meer berichten over gesol en gesleep met mensen en kinderen alsof het nummers zijn. Getallen op een formulier van een COA-medewerker. Zou ik dat werk kunnen doen? Ik ben geneigd om heel hard “NEE!” te roepen, maar zou ik het echt niet doen? Ik begrijp het. Er is niets makkelijker dan als stuurman aan wal te zeggen hoe het niet moet of juist wel.

Mijn gedachten gaan alle kanten op. Zo vrij. Vrij om te kiezen. Vrij om te zeggen, om te zwijgen. Om te bidden. Die vrijheid hebben we. Of niet? Want tot welke God? En is de mijne wel dezelfde als de jouwe? En kan dat wel: samen bidden terwijl we zo verschillend zijn? Ik denk van wel, maar anderen die in deze stad wonen denken daar anders over. Ik weet het, maar wennen wil het niet. Waarom zouden we niet samen kunnen bidden om vrede en recht, ieder tot zijn eigen God? Lijkt me beter dan elkaar verketteren of erger.

Ik loop door. Wind in de rug en de zon tegen. Warm op mijn gezicht. Was het leven maar zo eenvoudig als deze rustige zondagmorgen. Maar morgen ruist drukte en gedoe weer dwars door alles heen. En misschien vandaag al wel weer. Want de wereld draait heus wel door, zondag of niet. Ik denk aan de jonge vrouw en haar kind die ik weg bracht naar een plek vol onzekerheid. Ik geloof dat ze nu in de kerk zit, daar, ver weg. Zou ze er iets van rust vinden en menselijkheid? Ik hoop het, ik geloof het. Maar weet het niet.

Het gaat nog maanden duren totdat zij het zal weten. Pas als de dagen weer duidelijk gaan korten. Hoe kort mag zij hier nog blijven? Of zal het lang zijn? En wie bepaalt dat, op grond waarvan? Ik heb gestemd. Voor Europa. Maar welk Europa? Niet dat van grenzen dicht en buiten sluiten. Maar ik voel me machteloos. Ik heb geluk. Zij zoekt het. We voelen ons er allebei ongelukkig onder, terwijl het zonnetje lacht en de lucht genadeloos blauw is.

Gerrit van Dijk

Gerrit van Dijk

2014-2019 | Columnist op woensdag (1x per maand) | Dominee PKN | @gdijkdijk op Twitter

4 Reacties

  1. Imme Flinterman
    14 april 2016 at 14:38

    Samen bidden maakt sterker en geeft een gevoel van liefde voor elkaar en voor de ander! Alleen voor mij is er maar één God, de vader van onze Here Jezus!

  2. Aad Rieken
    14 april 2016 at 09:15

    ”ZON(ige)DAG!”

    Begin Elke Dag,
    Met ’n Glimlach.
    Hemel Kleurt Blauw,
    Pluk ‘m Maar Gauw!

  3. Paulette Elens
    14 april 2016 at 09:02

    Prachtige column. Mooi geschreven!

  4. 14 april 2016 at 08:44

    Mooi.