- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
column nr: 103
Ik hou van Frummel! En dat terwijl ik toch echt een “hondenmens” ben en totaal geen kattenliefhebber. Toch komt Frummel dubbel en dwars binnen bij mij. Voor degene die geen idee hebben wie Frummel is? Kijk wat vaker tv en je zult hem vast tegenkomen.
Frummel is het schattigste, liefste, mooiste, zwarte katje wat er is. Hij (of zij, dat weet ik eigenlijk niet) komt regelmatig voorbij in de reclame. Een van de weinige katten waar ik wel blij van word. Waarschijnlijk is het ook de combinatie met de oude man en het feit dat frummel al het bijgeloof van zwarte katten teniet doet. Of het feit dat het wederom een tranentrekkende kerstreclame is. Bedoeld om op je gevoel in te werken. Hetzelfde als Frekkel de lelijke hond en Freddie de zieke egel van voorgaande jaren. Een oude man met een zielig dier lijkt een gouden combinatie. Niet dat ik nu opeens de behoefte heb om een duur staatslot te kopen. Dat dan weer niet. Want daar maakt Frummel reclame voor. Maar de reclame, de gedachte erachter, die zorgen voor een fijn kerst gevoel.
Elk jaar kijk ik weer uit naar de kerstreclames. De gemiddelde “standaard” reclame is er niets bij. Rond de kerst wordt de zendtijd gevuld met kleine minikerstfilms. Elk bedoeld om ons een warm gevoel te geven. De meeste dan tenminste. Want waar de staatsloterij elk jaar de jackpot lijkt te hebben gewonnen op reclamegebied, slaat menig supermarkt de plank wel mis. Zo had ik met Beau van de Lidl overduidelijk niet datzelfde warme kerstgevoel.
Toch is elke kerstreclame een soort mini-film met een mooi verhaal. En hoewel we nog zo ons best doen in dit kleine landje, we kunnen totaal niet tippen aan de kerstreclames van merken als Coca-Cola en John Lewis. Die laatste had vorig jaar de meest fantastische reclame. In 2,5 minuut werd het verhaal verteld van een overenthousiast draakje die per ongeluk van alles in brand stak. Van de geflambeerde sneeuwpop tot de brandende kerstboom, je ziet het allemaal voorbijkomen. Doodongelukkig wil hij zich verschuilen voor de rest van de wereld. Tot daar een speciaal meisje is die hem helpt. Die hem laat zien dat ze om hem geeft. Uiteraard zorgt dat ervoor dat hij alles onder controle krijgt en iedereen, dus ook het draakje, kan genieten van een fijne kerst. Dat is wel wat anders als mensen rond de kerstboom, gourmet, een voorbijkomende kassabon en een veelvoud aan Lidl tassen in hun reclame. Maar goed, daar is denk ik ook wel een klein verschil in reclamebudget.
Toch blijft de boodschap natuurlijk hetzelfde: zorg goed voor elkaar en geniet vooral met elkaar. Al is het dit jaar wellicht met iets meer afstand ertussen.