column nr 11

Ik ben iemand die niet snel stilvalt. Ook zit ik nooit om een reactie verlegen en sta ik redelijk bekend als adrem. Met een Haagse achtergrond, opgegroeid en wonend onder de, soms letterlijke, rook van Rotterdam zijn scheldwoorden mij alles behalve onbekend en weet ik dat ook ik soms een beetje grof kan zijn in mijn bewoordingen. Toch merk ik de laatste tijd dat ik weleens even stil val.

Naast de vele activiteiten waar ik mij al mee bezighield ben ik tegenwoordig ook “kroegbaas” zoals sommigen dat graag noemen. In die hoedanigheid ben ik al voor veel dingen uitgemaakt.

Klootzak, lieverd, lul, schat, sukkel, toffe gozer, eikel en vriend. Vaak gekscherend, maar soms ook wel eens gemeend (met name de positieve uitingen dan). Toch staat sinds afgelopen weekend met stip op nummer 1 het woord Kankerleier, vaak gevolgd door de opmerking dat ik moet opkankeren of mijn kankerbek moet houden.

Het gaat ook om de meest uiteenlopende dingen waarom men de noodzaak voelt dit te roepen. Het stomme is zelfs dat het zelfs ook nog eens een soort van positief word gebracht. Met regelmaat zie ik dan een stel van die gastjes voorbij schuiven en tegen elkaar zeggen dat iets kankergaaf of kankerleuk is. Met fronsende wenkbrauwen vraag ik mij dan af of mijn kroost zich ook zo uitlaat op straat en bemerk ik weleens plaatsvervangende schaamte.

Inmiddels heb ik gelezen dat schelden met kanker met een overgrote voorsprong het meest gebruikte scheldwoord is en jaarlijks nog steeds uitloopt op de rest. Het is betreurenswaardig in mijn optiek, echter ik verbaas mij nog meer over het gemak waarmee het soms uit de monden komt.

Neem afgelopen weekend. Ik stond even buiten en iemand begon spontaan tegen de voordeur van de buren te pissen. Ik voelde de noodzaak hier iets van te zeggen en bood de man zelfs aan eventueel gebruik te maken van ons toilet, indien hij er zelf geen had. Ook bood ik een emmertje water aan om zijn gele tjap mee weg te spoelen. Na mij even boos te hebben aangekeken begreep ik al snel dat ik een kankerleier was, mijn kankerbek moest houden en dat ik moest opkankeren.

In één zin dus al drie keer. Ik dacht ik zal maar vast zeggen dat ik hier niet zo enthousiast van werd, alvorens hij zijn eigen record in de volgende zin zou willen verbreken.

Ik dacht even terug naar een jaar of 25 geleden. Ik was een lief en schattig ventje en schold een van mijn vriendjes uit voor klootzak. Ik had dat immers net geleerd. Ik was alleen zo lomp om het voor mijn eigen deur te doen. De deur waar mijn moeder uit stormde en pal voor mijn vrienden mijn bakkes met zeep begon te wassen. Dat smaakte overigens niet zo lekker kan ik je melden.

Hoe anders is het nu. Schelden met klootzak, sukkel etcetera is een soort van maatschappelijk geaccepteerd en soms bijna uit het straatbeeld verdwenen. Het lijkt wel te soft geworden. Hiervoor in de plaats is de grote K, gekomen. Hoe gek is het dat ik me er aan de ene kant over verbaas en aan irriteer, maar aan de andere kant bijna ga accepteren dat ik het dagelijks hoor. Het is iets van deze tijd. Respectloos, niet origineel en eigenlijk slaat het compleet nergens op. Moet ik mij er druk over maken, iets van zeggen of iets van vinden? Of is dit iets wat gewoon van deze tijd is, net zolang tot er weer iets nieuws is om mee te schelden? Ik heb geen idee, behalve dan dat ik mij er enorm aan kan ergeren en ik mijn kinderen alleen maar kan proberen iets meer fatsoen mee te geven. Ik hoop dat er meer zijn die dit zullen doen.


Thijs Boskamp

Thijs Boskamp

Thijs Boskamp | Ad hoc Vrijdagcolumnist | Kok | Theater & Events achter de schermen | Mede eigenaar van De Waker (per 2019) | Inval-/gastcolumnist

8 Reacties

  1. Nettie Van Der Ende
    9 februari 2019 at 13:58

    Ik ben al 1.5 jaar tegen deze ziekte aan het vechten, ik zou graag een paar dagen willen ruilen met die mensen die dat woord als scheldwoord gebruiken, en dan na die ervaring vragen of ze dat scheldwoord nog steeds makkelijk over hun lippen kunnen krijgen als ze weten wat kanker is

  2. Evelien
    8 februari 2019 at 20:20

    laat je niet weerhouden , deze asociale mensen zijn niet opgevoed en mogen zeker op hun gedrag worden aangesproken.. misschien komen ze zichzelf nog wel een keer tegen en zullen er spijt van krijgen.. succes met je zaak!

  3. Arianne
    8 februari 2019 at 13:11

    Ik als (voormalig) kankerlijder erger me idd ook mateloos aan. Gebrek aan vocabulaire.
    Als ik zulke woorden naar mijn hoofd krijg maak ik meestal maar een opmerking in de trant van, tja die ziekte heb ik ook maar gekregen. Wil jij hem hebben? Ik wil er best vanaf hoor. Dan staat 99,9% met de mond vol tanden…

  4. Jolanda
    8 februari 2019 at 12:56

    helemaal mee eens,mijn zoon zegt gewoon nog u,en blijft van andermans spullen af,en gebruikt zeker niet die woorden met een K

  5. Gerry Hanneman-de Jong
    8 februari 2019 at 12:11

    Wat een verademing, hè Thijs: die dames van het Breicafé …….

  6. Trudy
    8 februari 2019 at 11:38

    hoe vreselijk kan dit gedrag zijn ?? …gebrek aan woorden, verbaal machteloos , kwetsend ,wie het hardste schreeuwt heeft gelijk..hoogst rakende scheldwoorden..en …je hebt er niet van terug! en.. dat zal de bedoeling zijn van hun respectloze gedrag !!

  7. J van den Hoek
    8 februari 2019 at 10:50

    Nou ik denk dat je daar aan zal moeten gaan wennen, zeker als kroegbaas, ik rijd schoolkinderen van 6 tot 9 jaar als ik deze waarschuw voor iets wat niet mag nou dan kan ik al deze ziektes krijgen, en die zijn nog niet eens toe om naar een kroeg te gaan.

    Dus veel sterkte

  8. Jolande
    8 februari 2019 at 08:43

    Nou ik hoop dat dit geen gemeengoed wordt!
    Al mag je met reageren bedacht zijn op lichamelijk geweld🤨
    Gelukkig hebben wij onze kinderen bijgebracht dat zeker dat kanker géén scheldwoord is, en door ervaring met deze ziekte vinden ze het zelf zelfs kwetsend.
    Nu zijn de (toekomstige) ouders aan zet.